Wij zijn Ruby en Tara, twee Amsterdamse net-dertigers in een zoektocht naar verantwoorder leven. Velen zijn ons al voorgegaan, maar wij zijn nu eenmaal wat langzamer dan de rest. We wikken en wegen tussen eco, bio, fair trade, duurzaam, gezond, goed voor lokale middenstand of juist eerlijk ten opzichte van de rest van de wereld. Dit noemen we het quinoa-dilemma: denk je eindelijk iets gevonden te hebben dat aan alle criteria voldoet; blijkt half Bolivia zélf geen quinoa meer te kunnen betalen door de enorm gegroeide export. Zeven weken lang schreven we over onze zoektocht, ervaringen en overwegingen. Deze week de laatste bijdrage.
Hoeveel stapjes we inmiddels ook gezet hebben richting een groener en duurzamer leven; het kan altijd nog beter. Want hoe lang kunnen we onze eerlijke biologische maaltijd nog koken of deze blog typen met behulp van gas en stroom afkomstig van fossiele brandstoffen? Na de switch naar een eerlijke bank, moet als laatste stap onze energieleverancier eraan geloven: we stappen eindelijk over op groene stroom.
Groen-grijze stroom
Hernieuwbare energie, daar valt nogal wat onder: energie afkomstig van wind, water, zon of vergisting van biologische materialen. Toch bestaat er onduidelijkheid over de ‘groene stroom’ van reguliere energieleveranciers. Zelfs al wekken de grote leveranciers een deel van hun energie op uit natuurlijke bronnen; wat jouw woonkamer binnenkomt, is bijna altijd ‘grijs’. Er zijn certificaten die beloven dat er voor jouw kWh érgens in Europa een kWh uit een duurzame energiebron is opgewekt maar een strikte scheiding van groen en grijs is infrastructureel onmogelijk. Heeft het wel zin om hernieuwbare energie in te kopen, als we dat niet daadwerkelijk krijgen? Of creëren we als consument meer vraag, waardoor het aanbod hernieuwbare energie uiteindelijk zal stijgen?
Terwijl we – tevreden met deze stap – een overstap naar de bekende groene leverancier Greenchoice regelen, blijken we niet nagedacht te hebben over een kleine bijkomstigheid: het verdienmodel van de onderneming. Zolang de leverancier blijft verdienen aan jouw gebruik, word je niet aangemoedigd minder af te nemen, en dus te verbruiken. Er zijn energiehandelaren, zoals Vandebron en Qurrent, die op abonnementsbasis aan de klant verdienen en energiebesparing stimuleren. Nog een keer overstappen dus!
Grootverbruikers
Het is natuurlijk het beste om helemaal minder energie te verbruiken – we houden dus veel warme truiendagen, isoleren onze huizen, gaan met de fiets, koken eenpansmaaltijden en drogen de was buiten. Maar hoe groot is onze invloed eigenlijk vergeleken met industriële grootgebruikers? Zij hebben vaak belastingvoordeeltjes: zo betaal je als zakelijke afnemer bij Essent een lager energiebelastingtarief als je meer dan 10 miljoen kWh verbruikt. En moeten we slimme belastingdoorsluizers zoals Shell – die gerust de Nigeriaanse bevolking miljarden belastinggeld ontneemt – blijven faciliteren in Nederland? Die elfduizend banen komen ons qua werkgelegenheid (plus loonbelasting in de schatkist) natuurlijk wél goed uit.
Hoe meer kennis hoe meer twijfel
Het nieuws dat Shell in windenergie wil stappen – door hun activistische aandeelhoudersvereniging Follow This? – en het ontstaan van nieuwe energiebedrijven met duurzame bedrijfsmodellen geven ons hoop. Net als de ontdekking van mooie initiatieven die we tijdens onze zoektocht naar verantwoord leven zijn tegengekomen.
De queeste naar wat ‘goed’ is, is zeker niet ten einde en we hebben geen sluitende antwoorden op onze vele vragen. We hebben vooral gemerkt dat hoe meer we weten, hoe ingewikkelder het wordt (Goethe zei het al). Toch zijn kleine stappen gemakkelijk gezet: structureel afval scheiden is vooral gewenning, inkopen van gerecycled toiletpapier en ecologische schoonmaakmiddelen een eitje. Door bewuster te zijn van de keuzes en de gevolgen die ze hebben, denken we nu wel twee keer na voordat we gebruikte kleding in de vuilnisbak gooien, onnodige prullaria of met chloor gebleekte wattenschijfjes kopen, voorgesneden groenten in plastic zakjes in ons boodschappenkarretje gooien of met de auto naar de Primark rijden om lekker goedkoop in te slaan.
Al dreven we onze vrienden en geliefden waarschijnlijk tot waanzin met ongevraagde colleges over afvalscheiding en goed voedsel; we hebben veel geleerd van kritische geluiden van de mensen om ons heen. Verantwoord leven doe je niet zo één-twee-drie, maar het begin is er en hopelijk hebben we zelfs in de hoofden van onze dieselauto-rijdende vrienden en de supermarktfanaten in onze families, een klein zaadje geplant.
Lees hier deel 1 (bankieren), deel 2 (afval), deel 3 (cosmetica), deel 4 (consuminderen), deel 5 (schoonmaken) en deel 6 (supermarkt) van het quinoa-dilemma.