De meeste mensen hebben het over LHBT’ers – of met een beetje geluk over LHBT+’ers – als er over de gemeenschap wordt gesproken. De A van aseksualiteit hoort er zelden bij, en bijna niemand weet wat het precies betekent. Het is
Asexual Awareness Week: tijd om daar verandering in te brengen.
Onderdrukking
Sommige media doen een dappere poging om rond de Pride ook even die A uit te leggen, en slaan daarbij onbedoeld de plank flink mis.
Jongerenkrant 7Days noemt een aseksueel persoon ‘iemand die geen gevoelens heeft op het gebied van seksualiteit, maar wel verliefd kan worden’ en
volgens nu.nl is het iemand die ‘geen interesse heeft in seks’. Beide definities gaan niet altijd op: het enige dat aseksualiteit écht definieert is dat wie zich ermee identificeert geen seksuele aantrekkingskracht naar andere personen ervaart. Maar hoe dat er in de praktijk uitziet, kan per aseksueel persoon verschillen.
Toen Amber
1 (25) ontdekte dat aseksualiteit haar seksuele oriëntatie het beste omschreef, zocht ze naar meer informatie. Op Tumblr las ze verwijten van homo’s en lesbiennes: aseksuelen zouden ‘hetero’s zijn die interessant willen doen’.
“
Aseksuelen zouden hetero's zijn die interessant willen doen
Amber was meer dan eens geïnteresseerd in evenementen die de LHBT-gemeenschap organiseerde, maar die waren dan ‘voor LHBT’ers’. Dat zal dan wel niet voor mij zijn, was haar gedachtegang. “Je vraagt je constant af of je er nu wél of niet bij hoort.” En dat terwijl ze zich eigenlijk veel meer verbonden voelt met LHBTI+’ers dan met hetero’s om haar heen. “Zij zullen nooit begrijpen hoe het is om onderdrukt te worden op basis van seksuele identiteit of om niet aan heteronormativiteit te voldoen.”
Niet iedereen neemt die onderdrukking volgens Megan
2(20) serieus. Ze legt uit dat sommige mensen aseksualiteit niet als seksualiteit categoriseren, om de afwezigheid van seksuele aantrekkingskracht. En dan kun je dus ook niet onderdrukt worden, is hun beredenering.
“
Mijn demiseksualiteit werd het gevolg van seksueel misbruik genoemd
“Ik ben het daar niet mee eens, want er zijn heel veel vooroordelen over aseksualiteit. Mensen geloven bijvoorbeeld dat er iets mis met je is, dat het een levensstijl is of het gevolg van een trauma.” Dat laatste is voor haar bijzonder moeilijk. “Op mijn negende ben ik seksueel misbruikt. Toen ik mijn demiseksuele
3geaardheid voor het eerst ter sprake bracht, werd mij gezegd dat dat vast een gevolg van het misbruik was. Wat ik voelde werd direct in diskrediet gebracht.”
Liever taart dan seks
Colin Stokkel (22) voelt zich soms juist buitengesloten door de aseksuele gemeenschap zelf. Hen
4 is aseksueel en heeft een relatie waarbinnen hen seks heeft. “Ik vind het op emotioneel vlak een hele fijne bezigheid.” Een groot deel van de aseksuele personen wil echter geen seks.
“
Ik vind seks juist erg interessant en wil seksuologie studeren
“Daardoor ontstaat het beeld we allemaal heel braaf en onschuldig zijn. Dat wordt ook in stand gehouden door aseksuele mensen zelf, die de frase ‘liever taart dan seks
5’ vaak als lijfspreuk gebruiken. Ik sta naar mijn idee ver van dat beeld af.” Stokkel vindt seks juist erg interessant en wil graag seksuologie studeren. “Misschien probeer ik het gat van wat ik mis – het gebrek aan seksuele aantrekkingskracht – op te vullen met zoveel mogelijk theoretische kennis erover.”
Volgens Megan is het heel moeilijk om als aseksueel of Grijze A
6een seksueel persoon volledig te begrijpen, en andersom. Ze vergelijkt het met een poging om iemand die kleurenblind is, uit te leggen hoe ‘groen’ eruitziet. “Hetero’s en homo’s kunnen elkaar in die zin beter beter begrijpen: ze kennen het gevoel, alleen ervaren het bij andere personen. Maar hoe omschrijf je de afwezigheid of aanwezigheid van een gevoel aan iemand die dat niet kent? Het komt erop neer dat je iemand op z’n woord moet geloven.”
Inclusiviteit van de LHBTQ+-gemeenschap
Het gebrek aan algemene kennis over aseksualiteit zorgt vaak voor onbegrip. Niet alleen vanuit cisgender hetero’s, maar ook vanuit de LHBTI+-gemeenschap: de groep waarbinnen aseksuele personen zich eigenlijk veilig zouden moeten kunnen voelen.
Uit een Amerikaans onderzoek onder ruim tienduizend aseksuele respondenten, blijkt dat meer dan 52 procent zichzelf als onderdeel ziet van de LHBTQ+-gemeenschap.
18 procent sluit zich daarbij aan, maar ziet daarin slechts een rol als bondgenoot weggelegd en meer dan 15 procent ziet zichzelf niet als onderdeel van de gemeenschap maar zou dit wel graag willen. Hoewel het overgrote deel blijkbaar affiniteit heeft met de LHBTQ+-gemeenschap, voelt slechts 11,5 procent zich er volledig welkom.
Amber en Megan geven allebei voorlichting over LHBTI op scholen namens het COC. Amber bespreekt altijd de ‘A’ in haar presentaties, maar merkt dat niet iedereen daar de meerwaarde van ziet. Tegenargumenten zijn bijvoorbeeld dat uitleg over aseksualiteit – na alle andere letters – te verwarrend is voor kinderen, en dat er niet genoeg tijd is om ook de ‘A’ te bespreken.
“
Kinderen vinden aseksualiteit net zo fascinerend als alle andere letters
Amber: “Onzin. Kinderen vinden aseksualiteit net zo fascinerend als al die andere letters. En de definitie noemen kost letterlijk twee minuten. Naar schatting is een procent van de bevolking aseksueel, dus in de klassen zitten waarschijnlijk aseksuele mensen. Het is heel belangrijk dat die informatie wordt gegeven, want zij horen er dan misschien voor het eerst over.”
Meer bekendheid
Megan kan daarover meepraten: de ontdekking van het aseksuele label was voor haar een opluchting. “Een bevestiging dat het niet iets geks was, waar alleen ik mee te maken had. De maatschappij is overladen met seksuele content – het wordt gebracht als iets dat je belangrijk moet vinden. Als je geen interesse hebt in seks, mis je blijkbaar iets essentieels.” Ze vindt het jammer dat er weinig algemene kennis over aseksualiteit bestaat. “Maar ik vind dat we het op dit moment goed doen. We verspreiden informatie zodat mensen langzaam aan de identificatie wennen. Ik probeer niet te veel hoge eisen te stellen.”
Amber strijdt voor meer bekendheid van de term. Het COC vertegenwoordigt officieel de letters LHBTI, maar Amber lobbyt voor de toevoeging van de ‘A’. “De LHBTI+-gemeenschap is een bondgenootschap van mensen die op basis van gender, sekse of seksuele oriëntatie niet binnen de norm vallen. Of je nu wilt of niet: aseksuelen horen daarbij.”
Labels en diversiteit
Stokkel hoopt dat mensen zich bewuster worden van de diversiteit binnen de aseksuele gemeenschap. “Er zijn ook aseksuele mensen die met heel veel plezier een seksuele relatie hebben. Daar moet niet op worden neergekeken.” Megan vindt het belangrijk dat iedereen vrij is om binnen de LHBTI+-gemeenschap zijn eigen visie en ervaringen te hebben. “Ik ben demiseksueel, wat strikt genomen maar deels onder aseksualiteit valt. Soms voel ik alsof ik niet voor het spectrum mag spreken, en dat is vervelend, want ik val wél buiten de norm.”
“
Labels mogen er zijn, maar het zijn geen tatoeages
Ze vervolgt: “Er mag meer respect komen voor vloeibaarheid tussen de labels. De LHBTI+-gemeenschap vindt het vaak ongemakkelijk als iemand van label verandert. Dat is vreselijk, want als je de ruimte niet voelt om tussen hokjes te bewegen, word je gelimiteerd in het ontdekken van jezelf. Labels mogen er zijn, maar het zijn geen tatoeages.”
Amber hoopt dat er iets verandert aan de gatekeeping
7. Ze hield een
Pride Talk op de COC federatiedag waarin ze pleit voor toevoeging van de ‘A’ aan LHBTI. Hoewel ze het argument van de ‘te lange afkorting’ begrijpt, vindt ze het symbolisch een mooi statement om alle letters te gebruiken. Daarnaast geeft de ‘A’ haar ook een gevoel van erkenning. “Voeg in ieder geval de plus toe, dat is al een verbetering.” Tijdens de afgelopen Pride spotte ze ergens een banner met ‘LHBTIA’. “Ik was zo blij met die A. Die ene letter staat gelijk aan het accepteren van een gemarginaliseerde groep die die acceptatie heel hard nodig heeft.”