De afgebeelde pillen zijn géén overtijdpillen.

De strijd om de overtijdpil: anticonceptie of abortus?

Feministische organisaties en verschillende artsen gaan deze week in hoger beroep tegen de Nederlandse Staat. Ze willen dat de zogeheten overtijdpil verkrijgbaar wordt bij de huisarts, omdat de behandeling volgens hen juridisch en medisch niet onder abortus valt.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In juni 2016 besloten de stichtingen Clara Wichmann en Women on Waves samen met verschillende verloskundigen, (huis)artsen en seksuologen de Nederlandse staat te dagvaarden voor het volgens hen belemmeren van de toegang tot de overtijdbehandeling1.

De medische middelen voor een overtijdsbehandeling worden nu alleen geleverd aan ziekenhuizen en klinieken die volgens de Wet Afbreking Zwangerschap (de ‘Wafz’) een vergunning hebben. De overtijdsbehandeling staat in die wet echter niet beschreven als abortus. Toch is de behandeling strafbaar voor (niet-bevoegde) huisartsen, zo luidt het beleidsstandpunt van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De overheid wijst daarbij op artikel 296 in het Wetboek van Strafrecht, dat stelt dat afbreking van een zwangerschap door een niet-bevoegde arts strafbaar is.

'Intacte' zwangerschap

Artsenfederatie KNMG stelde dat het medisch, psychologisch en sociaal wenselijk is dat huisartsen de overtijdpil mogen voorschrijven

De eisers beargumenteren dat de overtijdpil geen abortus is, omdat niet kan worden vastgesteld dat er in de overtijdperiode sprake is van een ‘intacte’ zwangerschap. Volgens die redenering zou het middel onder anticonceptie vallen, en in het domein van de huisarts. ‘Als de rechter in deze zaak het standpunt van de Staat overeind houdt, dan is de toegankelijkheid van de morning-afterpil ook in gevaar’, schrijft Bureau Clara Wichmann in mailcorrespondentie met OneWorld.

Artsenfederatie KNMG stelde in 2015 dat het vanuit medisch, psychologisch en sociaal oogpunt wenselijk is dat huisartsen de overtijdpil mogen voorschrijven. In 2016 nam het Nederlands Huisartsen Genootschap ook dat standpunt in: op basis van medische wetenschappelijke kennis achtten zij huisartsen kundig om de overtijdsbehandeling veilig en effectief toe te passen, maar de wet maakt dat ingewikkeld, schreven ze. Zie ook dit opiniestuk van twee huisartsen bij Medisch Contact, uit 2013, die pleiten voor de overtijdsbehandeling bij de huisarts.

De overheid geeft namelijk aan, volgens haar interpretatie van artikel 296 in het Wetboek van Strafrecht, dat (huis)artsen die zonder de benodigde Wafz-vergunning de overtijdbehandeling uitvoeren strafbaar zijn – hetzelfde geldt voor apothekers of groothandels die zonder vergunning over het middel beschikken.

Volgens de eisers is het beleidsstandpunt onterecht, en zelfs in strijd met verschillende internationale verdragen

Volgens de eisers is dat beleidsstandpunt onterecht, en zelfs in strijd met verschillende internationale verdragen die Nederland heeft ondertekend. De overtijdbehandeling moet volgens hen bij de huisarts beschikbaar zijn, omdat de behandeling zowel juridisch als medisch niet onder abortus valt, én om toegang tot reproductieve rechten, met name voor kwetsbare groeperingen, te garanderen.

Een huisarts zou voor veel vrouwen2 namelijk toegankelijker en vertrouwder zijn dan een kliniek of ziekenhuis. Bovendien zou er in de huisartsconstructie ook mogelijkheid zijn tot vergoeding. De overtijdbehandeling wordt momenteel door de meeste zorgverzekeraars volledig vergoed bij abortusklinieken en ziekenhuizen (bij ziekenhuizen gaat de vergoeding wel van het eigen risico af).

De eisers willen dat de overheid officieel erkent dat een overtijdbehandeling uitgevoerd door een huisarts niet strafbaar is. De eerste dagvaarding werd in september vorig jaar verworpen door de rechtbank; deze week gaan de eisers in hoger beroep.

Dossier abortus

Anticonceptie of abortus?

In Nederland kennen we sinds 1984 de Wet Afbreking Zwangerschap (Wafz). Over de totstandkoming van die wet lees je hier meer. De wet houdt samen met artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht in dat afbreking van een (vermoedelijke) zwangerschap in principe strafbaar is, maar bij wijze van uitzondering in een noodsituatie mag worden uitgevoerd door een arts, in ziekenhuizen of klinieken met een Wafz-vergunning.
Nieuwe wetsvoorstellen rondom de overtijdpil
Nadat een wetsvoorstel van oud VWS-minister Edith Schippers (in kabinet Rutte I en II) om de overtijdpil bij de huisarts te krijgen, door onze huidige coalitie (Rutte III) werd ingetrokken, dienden de PvdA en GroenLinks dit jaar een initiatiefwet in met hetzelfde doel. In beide voorstellen wordt een uitzondering voor huisartsen toegevoegd aan de bestaande wet. Volgens de partijen zelf is er wel een verschil met de wetswijziging die Schippers voorstelde: het huidige voorstel zou minder bureaucratische last voor huisartsen opleveren. Of het nieuwe wetsvoorstel er doorheen komt, is nog niet duidelijk.

Voorkómen of afbreken van zwangerschap?

Omdat artikel 296 spreekt over een 'vermoedelijke zwangerschap' is de overtijdbehandeling wél strafbaar, aldus de Staat

De eisers stellen onder andere dat er medisch gezien pas ná 45 dagen een ‘intacte’ zwangerschap kan worden vastgesteld. Na zeven dagen overtijd kan een zwangerschapstest wel betrouwbaar uitsluitsel geven over een zwangerschap (op basis van een hormoon in de urine), maar tot 45 dagen is er nog geen hartactie aanwezig of zichtbaar. Bureau Clara Wichmann en de mede-eisers stellen daarom dat de overtijdpil een intacte zwangerschap voorkomt, in plaats van afbreekt. De overheid (het ministerie van VWS, in dezen) verwerpt dat een zwangerschap begint bij het functioneren van het hart van een embryo, en gaat niet mee in de definitie van de eisers van een ‘intacte’ zwangerschap.

De eisers stellen dat het strafbaar stellen van de behandeling door niet-bevoegde artsen volgens artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht onterecht is, aangezien de overtijdbehandeling niet expliciet in onze abortuswet staat. Bureau Clara Wichman en de andere eisers verwijzen in hun dagvaarding naar eerdere juridische uitspraken van bijvoorbeeld de Hoge Raad en de Raad van State, die respectievelijk beredeneren dat de overtijdbehandeling niet onder de Wafz valt en dat er voor die behandeling dan ook geen vergunning nodig is.

Het tegenargument van de overheid is dat toen de Wafz in 1984 geschreven werd, het vaststellen van een zwangerschap medisch lastiger was, en het daarom logisch is dat de wet niet nadrukkelijk over de overtijdbehandeling spreekt als zwangerschapsafbreking. Omdat we zwangerschap tegenwoordig in een eerder stadium kunnen signaleren en omdat artikel 296 spreekt over een vermoedelijke zwangerschap, is de overtijdbehandeling wél strafbaar (met uitzondering van bevoegde ziekenhuizen en klinieken), aldus de Staat.

Verloren dagvaarding

De rechtbank oordeelde vorig jaar dat de overtijdbehandeling niet in de Wafz genoemd wordt omdat – zeker ten tijde van het opstellen van die wet – bij die behandeling niet met zekerheid vaststond dat de vrouw zwanger was en het bovendien een instrumentele behandeling betrof, die in de praktijk alleen in een ziekenhuis of kliniek plaatsvond. Ten tijde van het ontstaan van de Wafz werden overtijdsbehandelingen namelijk met een zuigcuragette, ofwel instrumenteel, uitgevoerd. Inmiddels kunnen vrouwen medicamenteus – via een pil dus – zonder veel medische begeleiding de zwangerschap afbreken; een relatief nieuwe ontwikkeling.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat moet worden aangenomen dat de bedoeling van de wetgever is geweest om artsen die de overtijdbehandelingen buiten een ziekenhuis of kliniek met een Wafz-vergunning toepassen, strafbaar te stellen op grond van artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht. Onderdeel van dat artikel is dat zwangerschap niet vast hoeft te staan, en dat dus ook bij het vermoeden van zwangerschap strafbaarheid geldt, zo benadrukte de rechtbank.

Inmiddels kunnen vrouwen medicamenteus, zonder veel medische begeleiding, hun zwangerschap afbreken; een relatief nieuwe ontwikkeling

De rechtbank liet daarom in het midden wanneer er wel of geen sprake is van een (al dan niet ‘intacte’) zwangerschap, en gaf de eisers geen gelijk in hun standpunt dat de overheid internationale verdragen schendt door het ingenomen beleidsstandpunt. Ook achtte zij eerdere juridische uitspraken niet relevant in deze zaak. Bovendien gaat uiteindelijk een strafrechter (dit betrof een civiele zaak) en het Openbaar Ministerie over de strafbaarheid van huisartsen die een overtijdbehandeling uitvoeren.

De eisers verloren de dagvaarding bij de rechtbank in 2017, en zijn in hoger beroep gegaan bij het Gerechtshof in Den Haag. Deze week, op donderdag 13 december, vindt de zaak tegen de Staat plaats – inclusief protest vooraf van onder andere de feministische organisatie De Bovengrondse. De strijd om de overtijdpil lijkt nog niet gestreden.

  1. Bij een overtijdbehandeling wordt een zwangerschap tot 45 dagen afgebroken. Die 45 dagen worden berekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. Dit betekent dat een vrouw 16 dagen ‘overtijd’ is, ofwel dat de menstruatie 16 dagen uitblijft. Die 45 dagen worden berekend op basis van de gemiddelde cyclus van een vrouw: 28 dagen, plus de 16 overtijddagen = 44 dagen. Volgens die definitie is een vrouw dus maximaal 6 weken en 2 dagen zwanger. ↩︎
  2. Ook mensen die zich niet identificeren als vrouwen, zoals transgender mannen of non-binaire mensen, kunnen een baarmoeder hebben. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons