Homofobie is een probleem van ons allemaal

In de middelbare schoolklas waar Gijs laatst een workshop gaf, was iedereen het er over eens: homo’s zijn geen echte mannen. Dit diepgewortelde denkbeeld dat zich al op jonge leeftijd vormt, kent een verband met voortdurend homogeweld. Het is de hoogste tijd om het probleem bij de wortels aan te pakken.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een afspraak maken via een datingapp, en dan opgewacht worden door een knokploeg die je hevig toetakelt – het gebeurde afgelopen vrijdag in Dordrecht, nadat het slachtoffer, een 28-jarige homoseksuele man, via Grindr iemand wilde ontmoeten. Een dag later kon een tweede slachtoffer ternauwernood aan zijn belagers ontsnappen. De politie maakte maandag bekend een veertienjarige jongen te hebben gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de mishandeling. Naar verwachting zullen meer aanhoudingen volgen.

Het is het zoveelste voorbeeld van homohaat en anti-homogeweld in Nederland van de afgelopen jaren, het zoveelste bewijs dat homofobie nooit is verdwenen uit ons ‘gave land’. Van het geweldsmisdrijf in Arnhem vorig jaar tot het recente anti-homovandalisme naar aanleiding van de SuitSupply-posters; van het anti-homopamflet dat werd verspreid door het Reformatorisch Dagblad tot de dood van de zeventienjarige Orlando Boldewijn, waarbij Grindr en zijn seksualiteit waarschijnlijk een rol speelden.

Patroon

Telkens weer vallen me dezelfde tendensen op in de reacties in de media en op sociale media. Ook nu: het hardnekkige externaliseren van het probleem (Dordrecht Pride-organisator: dit zijn ‘Russische praktijken’, Twitteraars: de daders zullen vast moslim zijn), de subtiele vormen van victim blaming (burgemeester Dordrecht: pas op met online datingapps!), en homofobie – ja echt – als reactie op anti-homogeweld (dat slachtoffer was vast een pedo). Dat laatste is een verwijzing naar de leeftijd van de aangehouden verdachte (14), van wie nog niet zeker is of hij degene is die het slachtoffer opwachtte en zo ja, of het slachtoffer wist dat hij minderjarig was.

En nu we het toch over leeftijd hebben: zowel rechts als links vraagt zich af hoe iemand van veertien hiertoe in staat kan zijn. Maar als de verdachte een volwassen vent was geweest, had iedereen zich afgevraagd waarom-ie in vredesnaam niet beter wist. Van een kind lijken we dus impliciet onschuld te verwachten, van een volwassene een vorm van verstandigheid die garandeert dat-ie geen homo’s slaat. Ondertussen gaat het geweld gewoon door.

Amper wordt er erkend dat homofobie, homohaat, en anti-homogeweld grootschalig en structureel zijn

In het gros van reacties die ik op Twitter en in nieuwberichten heb doorgespit, zie ik kortom weinig reden tot optimisme. Amper wordt erkend dat homofobie, homohaat, en anti-homogeweld (of eigenlijk: anti-lhbtqia+1-geweld) grootschalig en structureel zijn. En dat wij allemaal een verantwoordelijkheid hebben in het bestrijden van dit kwaad.

Geweldspiramide

De zaken in Dordrecht van afgelopen weekend zijn geen losstaande incidenten. Ze horen bij een groter patroon – bij een cultuur waarin hetero de norm is en niet-hetero een afwijking. Een cultuur waarin wordt gelachen om anti-homo-‘grapjes’, openlijk de spot wordt gedreven met transgender mensen, of waarin dergelijke ‘grapjes’ op z’n minst weinig tegenspraak krijgen. Een maatschappij waarin zelfs progressieve ouders hun kinderen vertellen dat het ‘ook goed’ is als ze verliefd worden op iemand met dezelfde genderidentiteit als zijzelf, daarmee impliciet bevestigend dat homo-, bi-, of panseksueel zijn oké is, maar toch niet echt zo normaal als hetero zijn.

Anti-homogeweld is de meest extreme uiting van een heteronormatieve cultuur

Anti-homogeweld is de meest extreme uiting van een heteronormatieve cultuur. Anti-homogeweld bevindt zich bovenaan een geweldspiramide, met problematische taal en ‘grapjes’ over ‘anders zijn’ als fundament. En ja, de homofobie (lachen!) van René van der Gijp en Johan Derksen in Voetbal Inside voedt die cultuur. En wanneer Sven Kramer na een slechte rit tegen een journalist zegt dat hij ‘reed als een mietje’, doet hij niets anders dan een scheldwoord gebruiken, een neerbuigende term voor iedereen die niet aan de ‘stoere-sterke-mannennorm’ voldoet. Hij normaliseert homohaat en stelt afwijkend zijn gelijk aan ‘falen’. Zie als sporter nog maar eens uit de kast te komen zo.

En natuurlijk zijn de media en de sportwereld niet de enige domeinen waar homofobie ‘normaal’ is.

Wie durft zichzelf te zijn op school?

Neem de middelbare school. Vorige keer beschreef ik hoe ikzelf als puber ondervond dat de heteronorm en de mannelijkheidsnorm (die met elkaar zijn verweven) op school de boventoon voerden. Toen ik vorig jaar een groep van dertig 4- en 5-havoleerlingen, allemaal jongens, een workshop gaf over gender en seksueel geweld, merkten mijn collega Leroy en ik dat er sindsdien weinig was veranderd. We legden de groep een stelling voor: homo’s zijn geen echte mannen. Tot onze verbazing was iedereen – een enkeling vast door sociale druk – het met die stelling eens.

Heteroman: ontsnap uit de gevangenis van giftige mannelijkheid

Onverwacht besloot Leroy voor die dertig pubers, die net met z’n allen hadden besloten dat homo’s geen ‘echte mannen’ zijn, uit de kast te komen. Doodse stilte. Direct veranderde er iets in de gezichten die ons aankeken. Ineens zagen ze een man die tot dat moment in hun hoofden op de default-setting ‘hetero’ had gestaan, uitkomen voor zijn homoseksualiteit. Plotseling werden ze geconfronteerd met hun eigen vooroordeel.

Achteraf konden we alleen maar hopen dat Leroy de jongens aan het denken had gezet. Dat hij misschien een klein lichtpuntje was voor de jongens in die groep die, net als hij, geen hetero zijn, of daarover twijfelen. Tegelijkertijd stemde het ons niet bijster hoopvol: want wat zegt dit voorval over de vrijheid van queer-jongeren in de klas? En hoe bestrijd je in vredesnaam anti-homogeweld als homofobie onder vijftien- en zestienjarige jongens zo gewoon is?

Wat staat ons te doen?

Als kinderen opgroeien in een samenleving waarin homoseksualiteit altijd slechts in relatie tot heteroseksualiteit wordt gezien, en dus: als afwijking van de norm, dan is het de taak van iedereen om die samenleving te veranderen. Niet, zoals de Dordtse burgemeester deed, om homo’s te waarschuwen voor de gevaren van online dating – iets waar hetero’s immers beduidend minder vaak voor worden gewaarschuwd. Want ook queer-jongeren (en ouderen) verdienen lust en liefde, zoals Manju Reijmer al eerder schreef. Voor hen is het vaak niet makkelijk om op een openbare plek af te spreken (tip van de burgemeester). Moeten ze dan maar ‘kiezen’ voor een bestaan zonder de lust en liefde die hetero’s kunnen ervaren zonder al dat gevaar?

Nee. En gelukkig wordt het beeld dat online daten, of specifiek Grindr en de datingkeuzes van niet-hetero’s, het probleem zijn, ook bestreden – bijvoorbeeld in dit artikel. Het is alleen kwalijk dat een woordvoerder van het COC in hetzelfde stuk de daders als ‘ziek’ bestempelt, waarmee hij hun gedrag niet wijt aan de ons omringende cultuur, maar aan hun mentale gesteldheid. In een ander stuk noemt hij ze ‘idioten’ – een woord waarmee hij mensen met een mentale beperking treft. Met zulk validisme schiet niemand iets op.

Vraag je af in hoeverre je heteroseksualiteit als norm stelt in je eigen leven

Maar wat kunnen we dan wel doen om anti-homogeweld te voorkomen?

In elk geval kan iedereen dit stuk van Esther Samuel lezen en haar voorbeeld volgen. Denk na over je eigen vooroordelen, onderzoek je instinctieve reacties, hoe onbetekenend die misschien ook mogen lijken. Vraag je af in hoeverre je heteroseksualiteit als norm stelt in je eigen leven. Sta je voor de klas: bied je leerlingen een breed scala aan rolmodellen. Leroys optreden laat zien hoe ongelofelijk waardevol dat is. Heb je zelf kinderen: laat ze ook thuis in aanraking komen met diversiteit – in de boekjes die ze lezen, de films die ze zien, en het speelgoed waarmee ze spelen.

Tot slot een oproep aan iedereen: spreek mensen aan op hun gedrag en op hun woorden. Juist als ze familie zijn, juist als ze vrienden zijn. Want als je even nadenkt, weet je hoe schadelijk de ‘grapjes’ van die ene vriend of vriendin kunnen zijn, en snap je dat het belangrijk is ze te corrigeren. Ik hoop vurig dat we op die manier, stap voor stap, dichterbij de echte oplossingen komen.

  1. Lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, queer/questioning, intersekse, aseksueel en meer vormen van seksuele minderheden ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons