We moeten het hebben over grensoverschrijding onder homomannen

Toen Jelle Brandt Corstius vertelde over zijn verkrachting, maakte zijn verhaal duidelijk dat ook mannen slachtoffer worden van grensoverschrijdend gedrag door mannen. En al kreeg hij ook negatieve reacties, toch spraken gelukkig meer (homo)mannen zich uit. Waar we het nog te weinig over hebben gehad, is hoe deze incidenten uitingen zijn van een normalisering van grensoverschrijdend gedrag onder homoseksuele mannen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het pijnlijke aan een gesprek over #MeToo en homoseksualiteit is het stigma dat er op homomannen rust: dat ze sowieso grensoverschrijdend zijn. “Ik vind het prima als je homo bent, maar van mij moet je afblijven”, roepen onzekere heteromannen geregeld. Alsof wij geen respect zouden hebben voor hun lichamen of wensen.

Daarbij wordt seksueel geweld onder mannen, van hetero, biseksueel tot homo, van het leger tot aan de kerk, voor het gemak vergeten. Het heeft niets te maken met seksualiteit – de daders zijn immers veelal hetero – en alles met machtsmisbruik. Stigma of niet: het is belangrijk dat ook wij homomannen praten hoe grensoverschrijdend gedrag zich binnen onze seksualiteit en cultuur manifesteert.

Grenzen vervagen

De eerste keer dat ik seks probeerde met een man, was in mijn eigen bed met iemand van mijn leeftijd. Op dat moment had ik alleen geleerd over seks met mannen via porno. Weinig praten en enige dwang horen er bij, dacht ik. Maar toen het verwachte plezier uitbleef, vroeg ik toch of we konden stoppen.

Hij fluisterde in m’n oor: “Je bent toch wel een beetje man?” en ging door. Opeens werd ik me ervan bewust dat hij sterker was dan ik. Dat het dichtstbijzijnde scherpe object aan de andere kant van de kamer lag. Dus bleef ik, in een drang om te bewijzen dat ik inderdaad een man was, verlamd liggen en wachtte ik tot het voorbij was.

Zolang hij het maar lekker vond, kon ik het wel ondergaan

Ik wou dat ik kon zeggen dat het de laatste keer was dat zoiets me overkwam. Dat was het niet. In mijn hoofd had ik, geheel volgens het stigma, homoseks gelijkgesteld aan grensoverschrijdend gedrag. Het was niet erg als een man iets bij me deed dat ik niet fijn vond. Zolang hij het maar lekker vond, kon ik het wel ondergaan.

Gelukkig kwamen er steeds meer dates die wel fijn en communicatief waren. Zo leer ik nu langzaam wél over mijn seksualiteit, behoeftes en grenzen te praten. De scheve machtsverhouding, waarbij de behoeftes van één partij boven het genot van beiden staat, kom ik echter nog steeds tegen. Want dat ik weet wat mijn grenzen zijn, betekent niet dat anderen daar rekening mee houden.

Echte mannen

De woorden “Je bent toch wel een beetje man?” staan niet alleen vanwege die gebeurtenis in mijn geheugen gegrift. Ze geven aan welke rol mannelijkheid speelt bij machtsmisbruik. Mannen, zo schrijft onze cultuur voor, zijn seksbelust, hebben oerdriften en een jagerinstinct. Ook hier komt een stigma om de hoek kijken: om die reden zouden homomannen oversekst zijn. Wij zijn immers altijd beschikbaar.

Natuurlijk kan ik niet ontkennen dat homomannen vaak – en beter – seks hebben, maar seks is geen seksueel geweld. Het probleem van grensoverschrijdend gedrag binnen de homogemeenschap ligt volgens mij ook niet daar waar seks floreert; bijvoorbeeld bij seksclubs, sauna’s of sekswerk. Wie seksueel vrij is, kent het belang – en plezier – van instemming. Nee, grensoverschrijdend gedrag manifesteert zich vooral daar waar seks nagejaagd moet worden: in de datingscene. Een ‘beetje man’ trekt zich niets aan van grenzen en stelt de jacht op seks boven alles.

Het probleem van grensoverschrijdend gedrag binnen de homogemeenschap ligt niet daar waar seks floreert

Een klap op mijn bil, een hand in m’n kruis, het hoort een beetje bij uitgaan. Juist homoclubs, met hun broeierige sfeer en modellen die halfnaakt staan te dansen, staan symbool voor seksuele vrijheid. Helaas wordt dit soms geïnterpreteerd als vrijheid om aan anderen te zitten. Online dating kent ook ingrediënten voor grensoverschrijdend gedrag. Seks gebeurt anoniem, als het echte leven niet oplet, en gaat soms gepaard met schaamte en spijt.

Mannelijkheid, bezien vanuit de heterocultuur, vertelt ons dat een echte man geen seks heeft met mannen. Wie zo denkt, ziet seks tussen mannen al snel als een noodgreep, iets om stoom mee af te blazen. De ander hoeft dan geen mens te zijn met wensen en autonomie, maar een praktisch middel voor een noodzakelijk doel. Hoe kun je praten over wat je wel en niet wilt, als je niet eens kan praten over wat je doet? Zo wordt mannen een norm aangeleerd. Zij die hem niet afleren, geven hem door. Het is een vicieuze cirkel.

Van slachtoffer tot dader

Ik werd wakker naast een jongen waar ik langzaam verliefd op was geworden. We hadden na weken daten bewust nog geen seks gehad. We lagen halfnaakt naast elkaar en ik kreeg zin. Mijn hand gleed onder het dekbed en hij werd langzaam wakker. Hij had geen zin. Er gebeurde iets in mijn brein. Elke zenuw in mijn lijf drong aan op aanraking. Hoe durfde hij mij af te wijzen? Waarom kon het niet gewoon even snel?  Wat zou hij kunnen doen als ik gewoon…

De opwelling verdween zodra ik die herkende als totale onverschilligheid tegenover een jongen die ik claimde leuk te vinden. Een machtsgevoel waarbij niet zijn lichaam, instemming, laat staan zijn plezier ertoe deed, maar alleen mijn verlangen naar seks. Dat gevoel dat je recht op seks hebt, stimuleert je om over andermans grenzen heen te gaan en je macht te misbruiken.

Grenzen overschrijden heeft niets van doen met seks, maar met misbruik als gevolg van een machtsgevoel. Dat je als man ‘recht’ zou hebben op seks, zit diepgeworteld in ons idee van mannelijkheid en homomannen zijn daar niet vrij van.

Maar niemand is je ooit seks verschuldigd. Niet wanneer iemand er goed uitziet tijdens het dansen en ook niet als je met ze date. Zelfs niet als je voor seks afspreekt: het staat iedereen altijd vrij van gedachten te veranderen. Voor seks is instemming nodig, en daarom moeten we als homomannen leren om grenzen te herkennen. Zodat we ze kunnen aangeven, maar vooral opdat we ze bij anderen niet overschrijden. Want Brandt Corstius is beslist niet de enige man die #MeToo moest zeggen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons