Meer dan de helft van alle lhbti+ personen in Nederland is bi+, een parapluterm voor iedereen die op meer dan één gender valt. Labels die worden gebruikt zijn biseksueel, panseksueel of queer, maar veel bi+ personen labelen hun geaardheid niet. Hoewel we een enorme groep zijn, van zo’n miljoen Nederlanders, is het in de media helaas eerder regel dan uitzondering dat we worden genegeerd. Om dat te laten zien, nam ik een paar media, waaronder OneWorld, onder de loep.
Als ik op de website van de NOS zoek op ‘biseksueel’ (het meest gebruikte label onder bi+ personen), zie ik slechts 3 pagina’s met artikelen, terwijl de zoekterm ‘transgender’ me wel 20 pagina’s oplevert. In de dertig meest recente artikelen over lhbti+ gerelateerde onderwerpen op NOS.nl wordt bovendien slechts 3 keer aan een bi+ geaardheid gerefereerd. Homoseksualiteit wordt 91 keer genoemd, transgender personen 16 keer, non-binaire mensen 23 keer en intersekse mensen 9 keer. Aseksuele personen worden überhaupt niet genoemd.
Journalisten negeren bi+ personen ook als ze enkel over ‘homo- en transfobie’ schrijven, of als ze wél beschrijven hoe moeilijk het is voor homoseksuele vluchtelingen om hun geaardheid te bewijzen, maar niet voor bi+ personen – voor wie dit proces nog veel ingewikkelder is.
Ook in andere media zie ik dat redacties de bi+ oriëntatie negeren. In een artikel in de Volkskrant over queer kunstenaars worden mannen die gevoelens hebben gehad voor een andere man automatisch als homoseksueel gecategoriseerd, terwijl het statistisch gezien vijf keer zo waarschijnlijk is dat de man in kwestie bi+ is of was. In aanloop naar Queer & Pride Amsterdam, deelde Nu.nl tips voor wie een goede straight ally (hetero bondgenoot) wil zijn. Hoewel de schrijver expliciet benoemt dat ‘zonder zichtbaarheid geen acceptatie’ kan plaatsvinden, deelt ze enkel tips voor het steunen van homo, non-binaire en trans personen. Denkt de redactie dat andere groepen in regenbooggemeenschappen geen bondgenoten nodig hebben?
Aidscrisis
Gelukkig zijn er ook media die zich meer bewust lijken van de diversiteit binnen de lhbti+ gemeenschappen, maar ook bij hen gaat het mis. Zowel OneWorld als de Correspondent publiceerde onlangs een artikel waarin aandacht wordt gevestigd op minder zichtbare groepen in regenbooggemeenschappen. Het uitgebreide en lange artikel op de Correspondent reserveert welgeteld één zin voor de grootste en toch zo onzichtbare groep bi+ personen.
In het artikel op OneWorld, over de leus ‘Love is love’, worden bi+ personen helemaal niet genoemd. De auteur schrijft dat ‘lesbiennes voor meermoederschap streden’ en dat zich in de jaren 80 ‘een aidscrisis onder homoseksuele mannen’ voltrok. Helaas trof de aidscrisis ook veel bi+ mannen, die zelfs gezien werden als de overbrengers van de ziekte van de ‘zieke queer wereld’ naar de ‘vitale en onschuldige hetero wereld’1. Het leed van deze bi+ mannen wordt niet genoemd en daarmee niet erkend.
Wie denkt dat het enkel bij negeren blijft, komt helaas bedrogen uit. Journalisten en redacties deinzen er ook niet voor terug om negatieve stereotypen over bi+ personen te herhalen. Volgens de schrijver van het eerdergenoemde Volkskrant–artikel over queer kunstenaars, hielden kunstenaars die relaties met zowel mannen als vrouwen hadden bijvoorbeeld ‘de schijn op’.
In Trouw lees ik dat artiesten die bi+ zijn enkel ‘flirten met queer zijn’ in plaats van dat daadwerkelijk zijn. De auteur schrijft dat ‘critici’ hen beschuldigen van het eten van twee walletjes, zonder last te hebben van de negatieve aspecten waar lhbti+’ers wél mee kampen, zoals homofobie. Waaraan een onderzoeker toevoegt dat het claimen van queerheid door deze bi+ beroemdheden schadelijk kan zijn voor lhbti+ personen. Later in het artikel wordt daar gelukkig wel enige nuance in aangebracht, maar nog steeds blijft onbenoemd dat dit een vorm van bi+ fobie is en dat specifiek bi+ personen daaronder leiden.
Meer psychische klachten
Wat in het Trouw-artikel gebeurt, is exemplarisch voor wat veel bi+ personen regelmatig overkomt. Eerst wordt je bi+ oriëntatie je afgenomen (je zou alleen maar ‘flirten met queer zijn’), waarna je vernederd wordt door het verwijt dat je ‘van twee walletjes eet’ en dat de manier waarop je liefhebt ‘een vorm van bedrog’ is. En dan krijg je ook nog te horen dat je niet mag klagen, omdat je zogenaamd geen last zou hebben van de discriminatie waar ‘échte lhbti+ personen’ wel mee te maken hebben.
De waarheid is echter dat de positie van homo mannen en lesbische vrouwen inmiddels dusdanig is verbeterd dat nauwelijks verschil meer zichtbaar is tussen hun mentaal welbevinden en dat van hetero mensen. Bi+ personen daarentegen lopen een drie keer groter risico op psychische klachten. Zij maken daarnaast véél vaker fysiek en ander seksueel geweld mee, worden vaker geïntimideerd, vaker gepest en hebben vaker ongelijke kansen in loon dan monoseksuele mensen.
Het schrijnende gebrek aan zichtbaarheid en erkenning dat ik in media zie, is volgens de Duits-Canadese psycholoog Julia Shaw een belangrijke oorzaak voor de achterblijvende mentale gezondheid van bi+ personen. Dat schrijft ze in haar boek Bi (2022). Erkenning werkt volgens Shaw als een ‘buffer’ voor het meemaken van discriminatie. De discriminatie wordt daarmee niet minder, maar erkenning zorgt wel voor minder negatieve effecten op het welbevinden. Lhbti+ personen kunnen deze buffer samen creëren, door zich te verenigen in eigen gemeenschappen. Bovendien zouden media die zich specifiek richten op een lhbti+ publiek een belangrijke buffer kunnen bieden aan bi+ personen, als alternatief voor andere media die hen negeren en stigmatiseren.
Helaas negeren en stigmatiseren ook media die zich op lhbti+ personen richten bi+ personen vaak. Gaykrant – dat in de naam al het discutabele ‘gay’ gebruikt als term voor alle lhbti+ personen – claimt ‘het grootste lhbti+-platform van Nederland en Vlaanderen’ te zijn. In een artikel van Gaykrant wordt netjes gesproken over een ‘paar van hetzelfde geslacht’ (in plaats van het bi+-uitsluitende ‘homohuwelijk’). Helaas worden bi+ personen vervolgens alsnog over het hoofd gezien als de auteur in dezelfde zin ‘heteroseksueel paar’ schrijft; bi+ mensen in een relatie met iemand van een ander gender, zijn niet opeens hetero.
Dubbele discriminatie
Winq is naar eigen zeggen ‘het grootste queer magazine’ van Nederland. Statistisch gezien zou de grootste groep lezers van Gaykrant en Winq bi+ moeten zijn, toch wordt in de twintig recentste artikelen op beide platforms slechts één keer een bi+ oriëntatie genoemd. Homoseksualiteit wordt 36 keer genoemd, trans personen 28 keer, non-binaire personen 3 keer en intersekse personen twee keer. Aseksualiteit wordt opnieuw helemaal niet genoemd.
Zelfs bij belangenorganisatie COC zijn ongeveer zeven keer meer artikelen beschikbaar over de homo en lesbische oriëntatie dan over bi+ oriëntaties (454 en 434 tegenover 129). Over transgender en non-binaire personen zijn negen keer meer artikelen te vinden (372 en 397) . Tot zover de inclusie van bi+ personen bij Nederlands grootste platforms voor lhbti+ personen.
De uitsluiting vanuit de samenleving én vanuit regenbooggemeenschappen wordt ‘dubbele discriminatie’ genoemd. Bi+ personen raken door deze uitsluiting meer geïsoleerd, hebben meer last van negatieve geïnternaliseerde stereotypen over hun geaardheid en ervaren in veel gevallen niet de ‘buffer’ van gezamenlijkheid die andere queer gemeenschappen vaak ervaren.
Is er dan helemaal geen hoop? Jawel! Hoewel de achterstand groot is, benoemt het COC de bi+ geaardheid in recentere artikelen wel vaker expliciet. En OneWorld publiceerde eerder al artikelen die specifiek over bi+ oriëntaties gaan, dus het besef dat het een groep is die representatie verdient is er wel. Ik kan niet wachten tot andere media volgen om (het leed van) bi+ mensen te erkennen en ons vaker en eerlijker te representeren.
Maar meer nog hoop ik dat de enorme diversiteit aan bi+ personen gevierd gaat worden. Dat bi+ personen die twijfelen over hun geaardheid, die al jarenlang gelukkig monogaam of juist polyamoureus zijn, die erop los leven, die aseksueel zijn, die enkel ‘voor de fun’ met iemand met hetzelfde gender zoenen en die bijna allemaal eenzamer zijn dan nodig, zich eindelijk eens gerepresenteerd zien in de media. En dat deze positieve representatie dan niet alleen bijdraagt aan een meer divers mensbeeld van iedereen, maar bovenal aan het welbevinden van deze miljoen genegeerde Nederlanders.
- Shiri Eisner, Bi. Notes for a bisexual revolution (2013), pagina 47. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand