Koffiezaken genoeg in de Groningse binnenstad. Maar bij Luhu gaat het nét even anders. Wie hier binnenkomt en hardop vraagt om een kopje koffie, merkt al snel dat dat niet werkt. “Hier kunnen mensen de Dovencultuur1 ervaren”, vertelt medeoprichter Engelien Kester (38).
‘Cappuccino bestellen? Doe alsof je je capuchon opdoet’ staat op een bord bij de ingang van café Luhu. Want in dit café is Nederlandse Gebarentaal (NGT) de voertaal. De mensen die hier werken zijn Doof, net als Kester zelf. Maar, benadrukt ze, Luhu is niet alleen bedoeld voor Doven2 “De meeste gasten zijn horend. Zij kunnen hier kennismaken met Nederlandse Gebarentaal.”
Dit interview kwam tot stand met behulp van een tolk Nederlandse Gebarentaal (NGT). Omdat er geen tolk beschikbaar was die fysiek bij het interview aanwezig kon zijn, is gebruik gemaakt van Tolk op afstand. Daarmee kun je (zonder afspraak) via een app videobellen met een tolk.
In 2022 begon Kester samen met haar compagnon Dennis Hoogeveen café Luhu. “Een beetje impulsief”, noemt ze het nu, want horeca-ervaring had ze niet. “Maar ik wilde graag meer zichtbaarheid voor de Nederlandse Gebarentaal en ik hou erg van koffie.” Inmiddels werken er acht mensen bij Luhu, waaronder een vrijwilliger en een stagiair. Het idee voor het café ontstond ten tijde van de coronapersconferenties. “Daardoor kende iedereen tolk Irma Sluis, maar Doven zelf zag je niet.”
De rollen zijn hier omgedraaid. Het zijn niet de Dove, maar horende gasten die zich moeten aanpassen. Ondanks het bord bij de voordeur is het toch niet voor iedereen duidelijk wat voor café dit is. “Mag ik een cappuccino?” vraagt een vrouw die binnenloopt. Een medewerker wijst naar een scherm achter de bar. Daarop staan de gebaren voor verschillende drankjes. De vrouw reageert verrast, maar schakelt snel en brengt met gebaren haar bestelling over. Het ongemak dat je ervaart als je de voertaal niet machtig bent, kennen Doven maar al te goed. “Als mensen van tevoren weten dat dit een café met Doven is, komen ze vaak wat ongemakkelijk binnen”, merkt Kester, “maar als ze het vooraf niet weten, gaat het eigenlijk heel goed.”
Deel dit
Gebarentaal wordt nog steeds onderdrukt en Doven anders behandeld
“In dit café willen we laten zien: we zijn helemaal niet eng.” Dat is nodig, vertelt Kester. “Ik merk het bijvoorbeeld in de supermarkt: als mensen me iets vragen en zien dat ik Doof ben, vinden ze dat erg spannend. Vaak lopen ze geschrokken weg.” Daar wil Kester met Luhu verandering in brengen. “Je kunt gewoon met ons communiceren.” Wie toch met enige aarzeling binnenkomt, wordt snel gerustgesteld. Er wordt veel gelachen en Kester en haar collega’s loodsen de gasten met geduld door het bestelproces. “Je kan in gebarentaal uitleggen wat je wilt of je kunt het gewoon aanwijzen. En als je het echt heel moeilijk vindt, kun je het altijd nog opschrijven.”
Voordat ze Luhu begon, werkte Kester jarenlang als pedagogisch behandelaar voor Dove en Slechthorende kinderen. Hoewel veel van haar horende collega’s gebarentaalvaardig waren, merkte ze dat gesproken taal de boventoon voerde. “Toen tijdens een vergadering de tolk eens ziek was, werd tegen de Dove collega’s gezegd: gaan jullie maar verder met je eigen werk, dan vergaderen wij zonder jullie. Maar zo’n vergadering is juist belangrijk: ik krijg al minder mee van wat er gebeurt op de werkvloer, omdat ik gesprekken in de wandelgangen niet kan volgen. Als de tolk ziek is, moeten we de vergadering verzetten.” Het is ‘audisme’, legt Kester uit: discriminatie en marginalisering van Dove of Slechthorende mensen. “Gebarentaal wordt nog steeds onderdrukt en Doven worden anders behandeld.”
Audisme
Iedereen die bij Luhu werkt, maakt in het dagelijks leven audisme mee. “Van het niet kunnen horen van omroepberichten op het station tot het ontbreken van een tolk bij belangrijke gesprekken.” Bij Luhu is rekening houden met Dove mensen regel en geen uitzondering. Ze maken er de dienst uit. “We kunnen onze eigen taal spreken en dat is heel ontspannen. Of je nu met je leidinggevende praat, of met iemand die koffiezet of schoonmaakt: de communicatie is gelijkwaardig omdat iedereen gebarentaal kan.”
Kester werd doof toen ze als tweejarige een hersenvliesontsteking kreeg. Ze groeide op in Volendam en koestert warme herinneringen aan haar jeugd. “Mijn ouders leerden gebarentaal en ook in het onderwijs lag de focus op Nederlandse Gebarentaal. Dat was voor mij een gouden tijd.” De afgelopen jaren verschuift die focus, merkt Kester. In 1992 kreeg het eerste kind in Nederland een Cochleair Implantaat (CI). Daarmee wordt de gehoorzenuw elektrisch gestimuleerd en kunnen mensen met gehoorverlies (deels) horen. In 2023 hadden ruim 9000 Nederlanders zo’n implantaat. “Ik merk dat gebarentaal steeds minder belangrijk gevonden wordt sinds de opkomst van het CI. Maar gebarentaal hoort bij Doven.”
Deel dit
Het liefst willen we alleen Doven in dienst
Het is Kesters missie om mensen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met Nederlandse Gebarentaal en de Dovencultuur. “Nederlandse Gebarentaal is een hele expressieve, fysieke taal. Dat is echt heel erg mooi, je kan alles uiten.” Ze begint te stralen als ze over de dovengemeenschap vertelt. “Ik ben echt een trotse Dove en ik wil dat iedereen graag meegeven.”
Al voor de oprichting van Luhu moedigde ze daarom op haar Instagramaccount @Nederlandsegebarentaal haar volgers aan om al hun vragen over Doof zijn te stellen, die ze vervolgens in korte video’s beantwoordde. Kunnen Doven autorijden? (Ja). Date je met een tolk erbij? (Nee).
Ook de naam van het café is een eerbetoon aan de Dovencultuur. Luhu is vernoemd naar Sam Pattipeiluhu, de eerste Dove leraar in Nederland en een van de grondleggers van de opleiding tot leraar of tolk Nederlandse Gebarentaal. “Hij is heel belangrijk geweest voor de Dovengemeenschap, maar veel mensen kenden hem niet.” Op de menukaart van Luhu kunnen gasten lezen over het leven en werk van Pattipeiluhu.
Groningen
Dat Luhu in Groningen te vinden is, is geen toeval. In 1790 werd daar de eerste Dovenschool van Nederland opgericht. Nog altijd is de Guyotschool de enige school in Nederland die speciaal voor Dove en Slechthorende leerlingen havo-onderwijs aanbiedt. Daarom verhuisde Kester van Volendam naar Groningen toen ze naar de middelbare school ging. De Guyotschool zorgt voor een hechte Dovengemeenschap: bij de Groningse stichting ‘Clubhuis voor Doven’ zijn meer dan duizend mensen aangesloten. Aan terugverhuizen denkt Kester niet. “Mijn hart ligt hier.”
Toch fantaseert Kester over andere steden: “In de toekomst zouden we wel een franchise willen, bijvoorbeeld in Rotterdam of Amsterdam. Of een koffietruck om op festivals te staan.” Maar eerst focust ze op de zaak in Groningen, want het café runnen is niet zonder uitdagingen. Ondanks de relatief grote Dovengemeenschap in Groningen, is het moeilijk om genoeg personeel te vinden. “Het liefst willen we alleen Doven in dienst, maar de vijver om uit te vissen is klein. Daarom hebben we nu ook iemand aangenomen die niet Doof is, maar wel gebarentaalvaardig.”
Om Luhu een geschikte werkplek te maken voor Dove mensen, zijn de nodige aanpassingen gedaan. “Dit was eerst een bruin café, maar we wilden dat het een lichte plek zou zijn, zodat mensen elkaar goed kunnen zien.” De meeste tafels bij Luhu zijn rond. “Als je met gebarentaal communiceert, moet je elkaar goed kunnen zien. Aan een ronde tafel zie je in één oogopslag iedereen.” Boven het koffiezetapparaat hangt een spiegel. Op die manier kunnen medewerkers tijdens het koffiezetten zien of er iemand aan de bar staat te wachten.
Deel dit
Horenden mogen wel wat meer uit hun bubbel stappen
Dat alles maakt Luhu een veilige haven voor de mensen die er werken. “Ze kunnen hier in hun eigen wereld zitten en hun eigen cultuur hebben”, zegt Kester. “Maar het is goed als dat doorbroken zou worden en ook andere bedrijven inclusiever worden voor Doven.” Daarvoor ligt de bal bij horenden, vindt Kester. “Die mogen wel wat meer uit hun eigen bubbel stappen. Want doof zijn is geen beperking, we kunnen alles doen. De maatschappij maakt ons beperkt.”
- De auteur schrijft Doof en Slechthorend met een hoofdletter omdat het woord niet enkel verwijst naar een groep mensen die niet of slecht kan horen, maar ook naar een gedeelde cultuur, taal en geschiedenis ↩︎
- We schrijven in dit artikel ‘Doven’ in plaats van ‘Dove mensen’ – wat we doorgaans schrijven – omdat de geïnterviewde vindt dat daar meer erkenning van uitgaat: ‘Zo erken je ons als doof en als groep’. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand