Het begon met grooving en bouncing: het ritme voelen, soepel bewegen, lichtjes met de knieën stuiteren. Volgens de Afro-Braziliaanse choreograaf en danser Ana Pi (1986) vormen deze simpele bewegingen het ‘DNA’ van talloze dansvormen die vaak het stempel ‘urban’ krijgen: denk aan hiphop, krump of vogue (zie kader onderin voor een korte uitleg van verschillende dansstijlen).
De term ‘urban’ wordt soms wat gemakzuchtig gebruikt om elke dansvorm die ooit is ontstaan uit de straatcultuur en gemeenschappen van kleur, hetzelfde stempel te geven. Pi spreekt liever van ‘Afro-diasporische’ dansen; ze stopt ze daarmee in dezelfde categorie als oude, heilige dansvormen die ontstonden onder tot slaaf gemaakte mensen op de plantages in de Amerika’s. Wat ze met elkaar gemeen hebben: basisbewegingen, zoals ‘grooving’ en ‘bouncing’ die vanuit West-Afrika de oceaan overstaken, en een geschiedenis van overleven in de marge.
Pi is eind deze maand te zien op het Holland Festival met haar solovoorstelling The Divine Cypher en de aansluitende workshop Steady Body, waarin ze deelnemers leert om Afro-diasporische dansen, die lang zijn neergezet als exotisch en folkloristisch, zich eigen te maken. The Divine Cypher is een abstracte voorstelling met Pi in de hoofdrol; ze speelt een haast buitenaards karakter dat door de tijd en ruimte reist: van de stranden van Brazilië tot een Haïtiaans carnaval in de jaren ’40 tot de heupbewegingen die we anno 2024 herkennen. Ze combineert oude en moderne danstechnieken met technologie en afro-futurisme: een benaming voor kunstvormen die sciencefiction en fantasy combineren met zwarte cultuur.
OneWorld geeft kaarten weg voor The Divine Cypher op 18 en 19 juni op het Holland Festival. Wil je de voorstelling zien? Mail snel naar winnen@oneworld.nl en laat weten voor welke dag je twee gratis tickets wilt. Wie het eerst komt, het eerst maalt, dus wees snel!
Voor de choreografie van het stuk reisde ze vanuit Frankrijk, waar sinds haar studieperiode woont, naar Haïti. Daar bestudeerde ze het werk van twee vrouwelijke voorgangers: experimenteel filmmaker Maya Deren en danser, choreograaf en burgerrechtenactivist Katherine Dunham. Beiden reisden in de jaren 30 en 40 naar Haïti en legden dit vast met boeken, audio en filmmateriaal. De audio-opnames van Maya Deren vormt de achtergrond voor The Divine Cypher; je hoort de vogels, de zee, de muziek en feestelijke geluiden van een carnaval.
Bij het bestuderen van hun werk raakte Pi vooral geïnspireerd door de yanvalou, de heilige dans van de Haïtiaanse religie vodou. “In die vloeiende bewegingen zag ik dat DNA van veel moderne dansstijlen; dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Want als je ergens van houdt, wil je weten waar het vandaan komt.”
Hoe zit dat verband precies tussen heilige dansen zoals de yanvalou en Afro-diasporische dansvormen?
“Eén mooie conclusie die ik na mijn onderzoek trok, is dat veel Haïtiaanse dansbewegingen lijken op de Braziliaanse. Candomblé 1, mijn eigen spirituele geloof, lijkt dan ook erg op vodou; dus de dansvormen ook op elkaar. Dat komt doordat die basisbewegingen de oversteek over de Atlantische Oceaan hebben gemaakt tijdens de slavernij, samen met miljoenen mensen. Onder die inhumane omstandigheden, waarin zoveel cultuur verloren is geraakt, hebben bepaalde danspassen het wél overleefd. Dat laat zien wat een kracht ze bevatten. Dat is deels omdat ze een mythologische waarde hadden, maar het heeft ook een lichamelijk aspect: dansen is goed voor je gezondheid. Veel oude heilige dansen bevatten bijvoorbeeld springerige bewegingen; we weten nu dat dat goed is voor je botten. Dat was tijdens de slavernij belangrijker dan ooit om te overleven.
Die dansen waren ooit heilig, nu meer ‘urban’. Ik noem het ook wel periferale dansen, omdat ze zijn ontwikkeld door mensen in de periferie, de buitenwijken, mensen in de marge. Voor hen ging het óók om gezondheid en overleven. Vogue (zie kader) bevat bijvoorbeeld veel valbewegingen; als je als queer persoon in een homofobe of transfobe omgeving leeft, moet je leren vallen en opstaan. Dansen helpt ons een filosofie van het leven te ontwikkelen.”
Hoe heeft dat de choreografie van The Divine Cypher geïnspireerd?
“Yanvalou bestaat uit het constant heen en weer bewegen van het lichaam. Ik besloot dat te combineren met een waterkan op mijn hoofd, omdat dit ook een oud beeld is dat je in allerlei culturen terugziet – van de oude Grieken tot in hedendaags Haïti. De choreografie ontstond uit de constante spanning tussen yanvalou en het in balans houden van die fles water. Dat blijft centraal staan, ook wanneer ik die fles af zet. Daarnaast is het stuk beïnvloed door de tijd waarin ik het heb gemaakt: tijdens de pandemie, toen iedereen door hun scherm leefde. Ik heb een filter gemaakt van het gezicht van Maya Deren, waardoor je mijn gezichtsuitdrukkingen in haar beeld ziet; zo breng ik haar als het ware tot leven.”
Waarom zijn Maya Deren en Katherine Dunham zulke belangrijke inspiratiebronnen?
“Eén woord: onzichtbaarheid. Katherine Dunham wordt gezien als de mother of black dance, en Maya Deren als de matriarch van experimentele cinema, en toch zijn ze beiden niet zo bekend. De dans- en kunstgeschiedenis is lange tijd niet vanuit het vrouwelijke perspectief bekeken en vastgelegd, waardoor mensen zoals zij onzichtbaar zijn gemaakt.”
Je bent, net als zij, naar Haïti gereisd; had je al een bepaalde connectie met het land?
“Iedereen in de Afrikaanse diaspora heeft bewust of onbewust een connectie met Haïti. In 1804 schafte Haïti als eerste land de slavernij af. In de grondwet stond zelfs dat alle mensen van Afrikaanse afkomst op het Amerikaanse continent, welkom waren. Toen zou het nog 84 jaar duren voordat de slavernij werd afgeschaft in Brazilië – wij waren de laatste. Terwijl in Brazilië de meeste tot slaaf gemaakte mensen leefden; nog altijd is het de plek met de grootste Afrikaanse diaspora.”
Met welke dansstijlen ben je zelf opgegroeid?
“Vooral met capoeira en samba; daar begon ik als kind lessen in te nemen. Later volgde een meer formele opleiding in klassiek ballet en moderne dans. Ook toen haalde ik de meeste vreugde uit capoeira, samba en ook hiphop. Maar destijds werd deze dansstijlen nog niet echt waarde gegeven. Dat is altijd het dilemma van mensen in de marge; je wéét dat deze kunstvorm fundamenteel is voor jouw welzijn, je voelt de vreugde, en toch voel je ook dat er een stigma op rust. Heb ik wel het recht om hiervan te houden, dit als onderzoeksobject te gebruiken? Het duurde een tijdje voordat ik tegen mezelf zei: I don’t care, go for it.”
Hebben samba en capoeira ook hun oorsprong in de slavernij?
“Zeker! Toen ik de yanvalou in Haïti zag, deed het me een beetje denken aan de samba, omdat ze veel met hun armen dansen. En er is een oude heiligheid, Samba Kalunga, de god van de oceaan. Als je miljoenen mensen in inhumane omstandigheden de oceaan laat kruisen, naar welke god zullen ze dan bidden? Juist. En capoeira is nu globaal bekend geworden als een behoorlijk spectaculaire dans, maar van oorsprong had het niets met spektakel te maken: het ging om overleven, het is een vorm van zelfverdediging. Gezien het extreme geweld waaronder tot slaaf gemaakte mensen leefden, moesten ze natuurlijk wel iets van zelfverdediging kennen.”
Je zult op het Holland Festival workshops geven waarin je deelnemers leert om zich Afro-diasporische dansen weer ‘toe te eigenen’. Hoe gaat dat in zijn werk?
“Ik wil laten zien dat je de bewegingen van veel heilige dansen terugziet in moderne dansvormen. Omdat die stijlen – breakdance, hiphop, vogue – zo ontzettend feestelijk zijn, denken we al snel dat ze alleen bestaan om lol te hebben, maar we kunnen er heel veel van leren. Grooven, bouncen: dat zijn bewegingen die een bepaald comfort hebben. Als je die oefent, zul je je comfortabel voelen in je eigen lichaam. Dat zorgt er weer voor dat je creatiever kunt denken. Zo verbeter je jezelf dus, júist door op je gemak te zijn. Dat staat haaks op de competitiemodus die deze samenleving je aanpraat, waardoor je constant gestrest bent. Tijdens die workshops wil ik oefenen met die natuurlijke bewegingen en van daaruit ermee spelen en experimenteren.”
Grooving is geen specifieke beweging, maar gaat om gevoelsmatig, soepel meebewegen met het ritme van de muziek.
Bouncing is lichtjes stuiteren door de knieën, terwijl de voeten op de grond blijven. Een basisbeweging in onder meer hiphop.
Hiphop als dansvorm is een paparplutrm voor onder meer breakdance, popping, locking en krumping. Bouncing en rocking (schommelbewegingen) zijn de basiselementen.
Krumping variant van hiphop. Een acrobatische dans met snelle, intense bewegingen. Kernelement: één deel van het lichaam is aangespannen, terwijl andere bewegen.
Vogue is dans, mode en zelfexpressie, ontstaan uit de ballroomscène. Bestaat uit theatrale bewegingen, dynamisch voetenwerk en verwijzingen naar de mode-industrie: zelfverzekerde poses, spins en ‘de catwalk’.
Samba is een Afro-Braziliaanse dansvorm en de nationale dans van Brazilië. Het is upbeat met veel stap-, heup- en kantelbewegingen en bouncing als basiselement.
Capoeira is een Braziliaanse vechtsport in de vorm van een dans met – soms acrobatische – aanval- en verdedigingstechnieken, staand en op de grond. De basis is de ginga, een constante schommelbeweging.
Yanvalou is een Haïtiaanse dansvorm die hoort bij de dominante Vodou religie. Het bestaat uit constante, langzame soepele bewegingen – vaak met uitgestrekte armen – die oceaangolven moeten imiteren. Het doel is om fluïde te worden door alle spanning los te laten; de gedachte hierachter is dat je op deze manier alle negatieve energie loslaat.
- Candomblé is een Afro-Braziliaanse religie die ontstond tijdens de slavernij. Het is een vermenging van elementen van West-Afrikaanse religies zoals yoruba en bantu, en het katholieke geloof van Portugese kolonisten ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand