In september werd ik 39 jaar. Volgens de voorspellingen van mijn dertienjarige zelf, die resoneert met de culturele ethos van de Nederlandse samenleving, zou ik inmiddels getrouwd moeten zijn, drie kinderen hebben, een koopwoning met een tuin, een auto voor de deur en een koopkrachtige bankrekening. Niets van dit alles is uitgekomen.
Ik woon op vierhoog achter in een sociale huurwoning van 35 vierkante meter, ben alleen, heb geen kinderen en over mijn bankrekening moeten we het maar niet hebben. Ik wilde altijd graag een groot gezin, maar ben zuinig geweest met romantische relaties. Ik maakte korte metten met iedereen die concurreerde met mijn voormalige acteercarrière. Om een relatie te laten slagen moet je er samen aan blijven werken, en daar maakte ik geen ruimte voor. Ik was de narcistische en op mannen gerichte filmindustrie fulltime aan het pleasen. Nu ik met rasse schreden de veertig nader, kan ik niet ontkennen dat spijt een deel van mijn gedachten in beslag neemt.
‘Trouw, en je zult er spijt van krijgen; trouw niet, en je zult er ook spijt van krijgen; trouw of trouw niet, je zult er in beide gevallen spijt van krijgen.’ Deze uitspraak weerspiegelt de visie van filosoof Kierkegaard dat spijt een onvermijdelijk aspect van het menselijk bestaan is. Hij suggereert dat welke keuze je ook maakt, je hoe dan ook geconfronteerd wordt met de beperkingen van je keuzes; dat spijt een onvermijdelijk onderdeel is van mens-zijn. Ondanks mijn neiging hard voor mezelf te zijn, helpt zelfvergeving en zelfbegrip mij bij het accepteren van de keuzes die ik heb gemaakt. Ik breng tijd door in stilte en rouw om de persoon die ik dacht te willen zijn, maar niet ben geworden.
We leven in een wereld waarin het niet zo sexy is om spijt uit te spreken. Het druist in tegen het idee dat iedereen succesvol moet zijn. En als je op je bek gaat, sta je sterker op, maar spijt hebben? Nooit. Laat ik met deze column een voorzichtige poging wagen en bekennen dat ik zou willen dat ik niet alleen mijn oude liefdes een eerlijkere kans had gegeven, maar ook vaker met mijn moeder in de keuken had gestaan om Marokkaans te leren koken. Dat ik meer tijd had genomen voor mijn broertje en zusje. Dat ik mijn vader iets vaker had vastgehouden. En dat ik nu een kind zou hebben dat ik ’s avonds voor het naar bed gaan zou kunnen voorlezen. Ondanks mijn dankbaarheid voor mijn huidige leven, erken ik ook mijn gevoelens van spijt. En dat is oké.
Deze column verscheen eerder in OneWorld Magazine van september 2024.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand