Het afgelopen jaar was voor Esther Duysker (1985) een periode van hoge pieken en diepe dalen. Haar toneelstuk The Story of Travis, over drie generaties Afro-Amerikanen waarvan de jongste telg naar Nederland emigreert, wordt overal de hemel in geprezen en trekt volle zalen. Maar haar hoge productiviteit heeft zijn tol geëist: aan het eind van het schrijfproces van The story of Travis was ze overwerkt, wat haar tot een periode van rust dwong.
Esther Duysker (1985) studeerde in 2011 af aan de opleiding Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Haar korte film DAG werd in 2011 geselecteerd voor de Gouden Kalf Competitie, en haar debuutspeelfilm Buladó (die ze schreef samen met regisseur Eché Janga) won het Gouden Kalf voor Beste Film in 2020. In het theater gooide ze hoge ogen met haar bewerkingen van Shakespeares Othello en de Amerikaanse klassieker A Raisin in the Sun. Recent schreef ze het alom bejubelde toneelstuk The Story of Travis.
The Story of Travis is het vierde deel in reeks die Duysker maakte met productiehuis Well Made Productions, dat werd opgericht door twee Zwarte1, vrouwelijke producenten, om toneelstukken, tv-series en films met biculturele personages in de hoofdrol te produceren. Duysker vertaalde voor hen de Noord-Amerikaanse stukken van drie verschillende schrijvers die op elkaar reageren A Raisin in the Sun (2016), Beneatha’s Place (2018) en Clybourne Park (2019.
A Raisin in the Sun is een theaterklassieker uit 1959 van Lorraine Hansberry, de eerste Zwarte vrouw van wie een stuk op Broadway te zien was. Duysker, die als dochter van Surinaamse ouders in Amsterdam werd geboren maar met haar ouders en twee zussen – onder wie presentatrice Sosha Duysker – al jong naar West-Friesland verhuisde, herkende zich in het verhaal. “Het gaat over de Zwarte familie Younger, die een huis in een witte wijk koopt en daar met de racistische weerstand van buurtgenoten te maken krijgt. Ik herkende uit films en mijn omgeving de felheid en ondeugende brutaliteit van de oudste dochter; hoe zij ruimte claimt in het gezin en in de maatschappij. En de innemendheid maar ook de verbittering van de vader, die rondloopt alsof alles hem, en alleen hem, wordt aangedaan.”
Duysker verdiepte zich ook in de schrijver Lorraine Hansberry. “Hoe was het mogelijk dat ik na vier jaar opleiding nog nooit had gehoord van deze vrouw, net als ik een Zwarte, lesbische toneelauteur? Ze was bevriend met de activistische schrijver James Baldwin en was zeer uitgesproken over racisme en uitsluiting, heel fierce.”
A Raisin in the Sun werd een succes en Well Made Productions besloot om de andere stukken uit de serie ook te produceren in de vertaling van Duysker. “Vooral Clybourne Park was een uitdaging. De witte buren van de familie Younger smeden in dat stuk plannen om de Zwarte nieuwkomers de wijk uit te werken. Terwijl Well Made Productions juist een alternatief wilde bieden voor dat witte perspectief. Ik worstelde ermee dat de hoofdrolspelers zich vaak racistisch uitlaten in het bijzijn van hun Zwarte personeel, dat er het zwijgen toe doet. Het is een slimme satire, omdat het vlijmscherp toont hoe het openlijke racisme van destijds is omgebogen naar het zogenaamd latente racisme van nu. Maar het is vooral een spiegel voor witte toeschouwers. Het Zwarte publiek heeft daar niet zoveel aan, dat weet wel hoe racisme werkt.”
Smack in the face
Eenzelfde ervaring had Duysker bij een van haar grootste successen: de vertaling van Othello. “Toen regisseur Daria Bukvić voorstelde om een Othello over racisme te laten gaan in plaats van over jaloezie en afgunst, ging ik daar helemaal van aan: het witte publiek een smack in the face geven over systemisch racisme door te laten zien hoe vernietigend structurele ongelijkheid is. Maar toen ik het stuk met een Zwarte vriend ging bekijken, zag ik hoe witte toeschouwers moesten lachen om racistische opmerkingen, terwijl hij ineenkromp.”
Daardoor ging Duysker meer nadenken over de rol wil die ze in het theaterveld wil spelen. “Ik wil secuurder kiezen en me inzetten om ander publiek naar het theater te krijgen. Toeschouwers van kleur krijgen bij stukken als A Raisin in the Sun een gevoel van herkenning en erkenning: dat het theater ook voor ons is, omdat de verhalen vanuit de Zwarte personages worden verteld. Maar dat leerde ik met vallen en opstaan, ook dankzij de kritiek van mensen die niet blij waren met Clybourne Park en Othello. Ik wil verantwoordelijkheid dragen voor wat ik teweegbreng, maar ook niet gereduceerd worden tot vertegenwoordiger van de Zwarte gemeenschap.”
In Duyskers grote successen komen de fysieke en de geestelijke wereld dicht bij elkaar. In de speelfilm Buladó volgen we de elfjarige Kenza, die op jonge leeftijd haar moeder verloor en met haar opa en vader op Curaçao woont. Haar grootvader vertelt Kenza over de spirituele kant van de Curaçaose cultuur, over de geesten van haar voorouders, en hoe ze in contact staan met de lucht en de aarde. Zo geeft Kenza de fysieke afwezigheid van haar moeder een plekje en overbrugt ze de afstand tot haar vader. In The Story of Travis zien we Travis Younger, de jongste zoon van het gezin uit A Raisin in the Sun, als oude man terugkijken op zijn leven. Daarbij wordt hij bezocht door een geestverschijning: Lorraine Hansberry, zijn schepper. Het stuk voelt aan alsof het zich op de drempel tussen leven en dood afspeelt en verbindt zo verschillende generaties van de Afrikaanse diaspora.
Waar komt jouw aandacht voor spiritualiteit en de relatie met voorouders vandaan? Die is vrij uniek in het Nederlandse film- en theaterlandschap.
“De middag voor mijn moeder stierf werd code oranje afgegeven; de coniferen in de tuin zwiepten alle kanten op, de lucht kleurde groen. Ik zei tegen mijn zussen: ‘Dit is een perfecte avond om dood te gaan.’ Ik voelde de aankondiging. ’s Avonds hebben we lieve dingen en beloftes tegen haar gefluisterd en die nacht overleed ze. Door die tekenen van de natuur besef ik dat er een groter verband is tussen het aardse leven en al het andere. De dag dat ze 65 zou zijn geworden vloog er een dagpauwoog mijn huis in, terwijl ik aan Buladó werkte. Voor mij is dat betekenisvol, alsof ze zegt dat ze trots op me is. Die verbinding is troostend: het stopt niet als het aardse stopt. We zijn onderdeel van iets groters en dat voelt heel rijk. Het zorgt voor berusting en guidance.”
Aan het slot van Buladó zegt Kenza: ‘De dood is er altijd. Wie er niet van wegkijkt leert ermee leven en voelt zich vrij.’
“En daarna zegt ze: ‘Net als de wind.’ De natuur speelt een grote rol binnen mijn denken en schrijven. In Buladó is de verhaallijn van de grootvader gebaseerd op een oude mythe van tot slaaf gemaakte mensen, waarin ze ontsnapten door op een paard van een klif de zee in te rijden. Daar schuilt een kracht in: het ombuigen van je lot, het herpakken van wat je is afgenomen. En dat de zee, die zoveel trauma in zich draagt vanwege de trans-Atlantische mensenhandel, de enige weg naar huis is, dwars door dat trauma heen, daarin ligt voor mij een diepe waarheid. Vreemd genoeg kwam ik er pas na het schrijven achter hoeveel ik van mezelf in Buladó had verwerkt – mijn moeders dood natuurlijk, maar ook de dynamiek met mijn eigen vader.”
Familie en verschillende generaties lijken een rode draad in jouw werk. Waarom koos je voor het perspectief van Travis in je stuk?
“Ik vond Travis, de tienjarige zoon van het gezin, zo’n interessant personage in A Raisin in the Sun. Het stuk moest het perspectief hebben van Travis als oude man, én zijn kleindochter Nola moest een rol spelen, als vertegenwoordiger van mijn generatie. Het is belangrijk dat generaties met elkaar in gesprek gaan over de verschillende manieren waarop ze zich als Zwarte mensen manifesteren en staande houden in een witte samenleving. Die gesprekken gaan over geketend zijn versus je vleugels spreiden. In het stuk bevraagt Travis de ketenen die zijn schepper Lorraine Hansberry heeft gecreëerd, terwijl zíj hem juist probeert te laten zien dat hij vrij kon zijn. De kans om van gedachten te wisselen met hen op wier schouders je staat, spreekt me aan. Hansberry leefde in een andere tijd, maar vocht voor de relatieve vrijheid waarin ik nu kan leven. Ik heb haar wel gevreesd tijdens het schrijven: een van haar iconische foto’s met sigaret stond in de ruimte waar ik schreef, en daarop keek ze zo streng, alsof ze het allemaal maar niks vond.” Ze lacht. “Maar het stuk was belangrijker dan mijn behoefte aan goedkeuring.”
Toen je het stuk schreef, kwam het gesprek over systemisch racisme in een stroomversnelling vanwege de dood van George Floyd en de Black Lives Matter-protesten. Had dat effect op het stuk?
“Zeker. Het belang om het Zwarte lichaam te tonen werd groter, omdat het me verdrietig en kwaad maakte, al die Zwarte lichamen die uit het leven worden gerukt, al die Zwarte stemmen die het zwijgen wordt opgelegd. In een eerdere versie van de tekst kwam het woord lichaam wel zestig keer voor. De rol van choreograaf Alida Dors was van grote waarde om dat tastbaar te maken. Alida en regisseur Romana Vrede hebben het Zwarte lichaam prominent in de ruimte geplaatst; de fysieke vrijheid is constant aanwezig, in dans, in beweging, zijn plek opeisend en invoelbaar makend hoe gevoelens zich via dat lichaam uiten. Dat raakt iedere vezel in mijn lijf. Ik moet daarvan huilen. En ik wil ervan dansen. De afgelopen jaren had ik soms het gevoel dat alleen mijn hersenen en mijn vingers in beweging waren, dat mijn lichaam stilstond. Terwijl, als ik mijn hoofd en mijn lijf verbindt, kan ik voorbij de woorden komen en creëren.”
Het stuk wordt alom bejubeld, de zalen zitten vol. Waarom denk je dat de voorstelling zoveel weerklank vindt?
“Elke keer als ik de voorstelling zie, voel ik dat het groter is dan wijzelf. Het is een verhaal over mensen die leren elkaar en zichzelf te doordringen van hun eigenwaarde, hun eigen tradities, hun eigen stem en eigen pad. Het is een verhaal waarin we ons allemaal kunnen vinden. Die herkenning is belangrijk in een wereld waarin het Zwarte perspectief vaak actief gemarginaliseerd wordt. Het stuk communiceert een gevoel van thuiskomen, iets op te mogen eisen, ruimte te mogen innemen. Nola zegt aan het eind: ‘We waren hier altijd al. Onze plek was er al lang, omdat wij er altijd al waren.’ Die energie geeft vleugels.”
Een langere versie van dit artikel stond in juni 2023 in OneWorld Magazine.
- Sommige auteurs kiezen ervoor ‘Zwart’ met een hoofdletter te schrijven. De hoofdletter geeft uiting aan een gedeelde Zwarte identiteit en geschiedenis. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand