De transgender gemeenschap is zichtbaarder dan ooit – en daar zijn mensen
níet blij mee. Van fysieke intimidatie tot het weigeren van medische zorgverlening: het wordt transgender en non-binaire personen niet makkelijk gemaakt zichzelf te zijn. Veel mensen erkennen onze identiteiten überhaupt niet, en beweren dat ze een soort vreemde trend zijn die men niet serieus hoeft te nemen. Anderen zeggen dat ze onnatuurlijk zijn omdat ze tegen de vertrouwde (al dan niet starre en fragiele) genderbinariteit ingaan.
Volgens het binaire denken zijn er slechts twee genders, vrouwelijk en mannelijk, die je aan de hand van fysieke kenmerken kunt definiëren. Alles wat daarvan afwijkt wordt als kunstmatig en eng beschouwd. Dit wereldbeeld zou transfobie zogenaamd rechtvaardigen. Cisgender mensen1 doen alsof binariteit een vaststaand feit is. Waar mogelijk dwingen ze het af, en ze laten zowat ieder onderdeel van hun leven bepalen door gender, van de manier waarop ze zitten tot hoe ze hun emoties uiten.
“
Genderdiversiteit is geen recente uitvinding. Het westerse binaire denken is dat wél
Hoewel mensen de afgelopen decennia wat speelruimte hebben gekregen binnen de grenzen van hun gender, zijn die grenzen nog altijd beperkt. Waarom is dat zo? Als genderbinariteit zo natuurlijk is, waarom zijn er vandaag de dag dan mensen die buiten de tweedeling leven, of er zelfs actief tegen vechten?
Geen nieuw fenomeen
In werkelijkheid is genderdiversiteit helemaal geen recente uitvinding. Het westerse binaire denken dat die diversiteit als normafwijkend wegzet, is dat echter wél. Hoewel de term ‘transgender’ pas in de jaren 60 werd gepopulariseerd en ‘genderqueer’ pas in de jaren 90, zijn genderexpressies buiten een rigide man/vrouw-tweedeling zo oud als de beschaving. De reden dat genderdiversiteit eigentijds lijkt, is te wijten aan de meedogenloze uitroeiing van de geschiedenis ervan (en daarmee de algemene kennis erover). Deze onderdrukking komt voort uit racisme en antisemitisme en wordt erdoor in stand gehouden.
“
De Bugis op Zuid-Sulawesi erkennen vijf genders, die al eeuwen cruciaal zijn voor de gemeenschap
Zoals veel mensen tegenwoordig weten, erkenden culturen over de hele wereld genders naast ‘man’ of ‘vrouw’. De Indiase
hijra, die al duizenden jaren bestaan, zijn heel belangrijk binnen het hindoeïsme en vervullen daarnaast een socio-culturele rol als artiesten. Het jodendom erkent wel
zes verschillende gendercategorieën2 in de klassieke teksten en tradities. Het derde gender
muxe, uit Oaxaca, Mexico, stamt uit het precolumbiaanse tijdperk. De Bugis-bevolking op Zuid-Sulawesi erkent
vijf genders die al minstens zeshonderd jaar cruciaal zijn voor hun gemeenschap.
Het boek
The Invention of Women (1997) van de Nigeriaanse genderwetenschapper Oyèrónkẹ́ Oyěwùmí illustreert hoe gender voor de pre-koloniale Yoruba niet bepalend was voor wat mensen wel of niet konden doen. Hun categorieën waren opvallend flexibel; de begrippen ‘man’ en ‘vrouw’ betekenden niet zoveel. Verschillende pre-koloniale gemeenschappen hadden daarnaast geen vastomlijnde kaders voor de omgang tussen mannen en vrouwen. Er was geen strikte taakverdeling, en
in sommige gemeenschappen hadden vrouwen veel van dezelfde rechten als mannen.
Nu hadden niet alle pre-koloniale samenlevingen dit soort opvattingen over gender, en niet-westerse gendersystemen konden net zo krenkend zijn als ons binaire systeem. Deze culturele genders zijn daarnaast ook niet inherent non-binair. Ik noem ze alleen om te laten zien dat diverse gendersystemen in de geschiedenis bestonden. Het lichaam was niet altijd een automatische maatstaf voor wie iemand was.
“
Vrouwen werden in Europa lang gezien als mannen met omgekeerde penissen
Zelfs in Europa schreef de Franse dichter Kalonymus ben Kalonymus in een van zijn
veertiende-eeuwse werken over zijn verlangen om als vrouw geboren te zijn. Hoewel het niet zeker is hoe oprecht zijn woorden waren
óf wat Ben Kalonymus’ genderidentiteit precies inhield, kunnen we de inhoud ervan door een hedendaagse lens als genderdysforie beschouwen.
Thomas(ine) Hall3, een zeventiende-eeuwse bediende in het koloniale Virginia en de achttiende-eeuwse
Jens Andersson waren mogelijk bigender, en de Amerikaanse prediker
Public Universal Friend (1752-1819) identificeerde zich expliciet als agender.
Europeanen importeerden hun genderopvattingen
Europese artsen en filosofen
erkenden lang slechts één geslacht: man. ‘Vrouwen’ waren gewoon mannen met omgekeerde penissen. Dat veranderde tijdens de ‘lange achttiende eeuw’ (1688–1815), toen de westerse samenleving begon te verschuiven naar een binair systeem om zo extra kloven tussen mannen en vrouwen te creëren. Gender was niet alleen een rol, maar een compleet fysiek, anatomisch en fysiologisch verschil tussen deze twee categorieën. Samenlevingen die werden binnengevallen door Europese kolonisten, kregen dezelfde starre opvattingen over gender opgelegd.
“
De waarde van hijra's werd bepaald aan de hand van Britse idealen van mannelijkheid
In India bepaalden koloniale functionarissen de waarde van hijra’s aan de hand van de Britse idealen van mannelijkheid, ondanks het feit dat hijra’s geen mannen waren. Ze zagen dat hijra’s zich niet volgens die standaard gedroegen en probeerden hun gedrag te ‘corrigeren’ en ze
uit de openbare ruimte te verbannen. De koloniale politie knipte met harde hand het lange haar af van de hijra’s die ze tegenkwamen, ontdeed hen van alle vrouwelijke kleding en verkocht ze vervolgens ‘mannenkleding’. Niet alleen hijra’s kregen het zwaar te verduren; iedereen die op een mannelijke
crossdresser leek, werd vervolgd. Volgens het Britse denken moest de vrouwelijkheid van iedereen die beschouwd werd als man, koste wat kost worden uitgeroeid.
In 1871 introduceerden de Britten de CTA (Criminal Tribes Act), met als doel de hijra’s uit te bannen. De CTA begon – bezorgd over de vermeende morele dreiging die deze mensen door hun bestaan teweegbrachten – hun burgerrechten in te trekken en ze gevangen te zetten omdat ze zich op een vrouwelijke manier hadden gekleed of als artiest hadden opgetreden – iets wat noodzakelijk was voor het inkomen en de sociale rol van de hijra’s. De Britten gebruikten de aanwezigheid van de hijragemeenschap als bewijs voor de volgens hen inherent losbandige en moreel verdorven aard van India.
“
Het westerse genderbinaire systeem is doordrenkt van bloed
De brute inspanningen van de CTA zorgden ervoor dat de hijra’s binnen enkele decennia systematisch hun rechten werden ontnomen. Hun pogingen om de regering toestemming te vragen voor hun genderexpressie haalden niets uit, en de Indiase samenleving begon de hijra’s als een bedreiging voor hun gemeenschap te zien. Tegenwoordig leven hijra’s doorgaans als verschoppelingen en worden ze ernstig gediscrimineerd.
Assimileren of uitgeroeid worden
In Noord-Amerika onderdrukten witte kolonisten de Inheemse
4 opvattingen over gender en seksualiteit op wrede wijze. Meer dan honderd bevolkingsgroepen erkenden meer dan twee genders (een verzamelnaam die in 1990 werd bedacht voor deze genders en seksuele identiteiten is ‘two-spirited’), sommigen hadden er wel zes. Kolonisten vonden dit schokkend en zondig en probeerden deze alternatieve genderstructuren uit te roeien.
“
De assimilatie was zo effectief dat veel oorspronkelijke bewoners nu niet weten van hun vroegere bredere gendersystemen
Een van de methoden was gewelddadige culturele assimilatie, die toegepast werd in
internaten, waar two-spirited studenten aanzienlijk worstelden met hun identiteit en geestelijke gezondheid omdat ambtenaren ze Europese genderrollen hadden opgelegd. Zij hadden geen zeggenschap meer over hun zelfexpressie; het was assimileren óf de dood (hoewel velen hoe dan ook vermoord werden). Door die assimilatie verdwenen veel Inheemse gebruiken. Het is zo effectief gebleken, dat veel oorspronkelijke bewoners vandaag de dag geen weet hebben van hun vroegere bredere gendersystemen. Op two-spirited mensen wordt in de 21e eeuw soms juist afwijzend of vijandig gereageerd door hun families en gemeenschappen.
Veel culturele genders hadden een belangrijke spirituele en religieuze rol. De Indonesische bissu functioneren als priesters die spirituele rituelen leiden, een rol die terecht gerespecteerd wordt. Hijra’s zijn bevoegd om mensen te zegenen tijdens belangrijke gebeurtenissen zoals huwelijken of bevallingen, en two-spirited mensen vervullen doorgaans een heilige, ceremoniële rol binnen hun gemeenschappen. Zulke spirituele beoefenaars en leiders zijn van nature invloedrijk. Maar ze gaan ook in tegen het witte christendom waar het wereldbeeld van het kolonialisme vandaan komt en zichzelf mee rechtvaardigt. Kolonisten dachten dat als ze de genders konden uitroeien die met deze niet-christelijke religies verbonden zijn, ze niet alleen hun macht maar ook de overtuigingen zelf konden uitbannen.
Moreel en intellectueel superieur
Witte mensen gebruikten hun ‘fysieke’ genderstandaarden ook om hun superioriteit aan Afrikanen te ‘bewijzen’, via
wetenschappelijk racisme uit de negentiende eeuw. Velen kennen de eerdere ‘schedelmetingen’ om raciale zuiverheid vast te stellen, maar mensen gebruikten soortgelijke methoden ook om hun gender te bevestigen. Talrijke witte vrouwen uit de middenklasse gebruikten frenologie, oftewel de studie van knobbels op de schedel, om zich van hun vrouwelijkheid te verzekeren en zich te onderscheiden van andere rassen en de lagere economische klassen.
“
Het verschil in gender zoals we dat vandaag de dag kennen, is ook een rassenverschil
‘Frenologie presenteerde vrouwelijke gezondheid als goed voor “het ras”, en moedigde daarmee “zuivere voorplanting” aan. Het adviseerde vrouwen om in de partnerkeuze rekening te houden met genen’, schrijft historica Carla Bittel in
Women, Know Thyself. Volgens frenologen in de Verenigde Staten bewees hun methode dat Europeanen moreel en intellectueel superieur waren aan andere rassen.
De methoden die gebruikt werden om raciale verschillen biologisch te verklaren, waren ook afhankelijk van seksuele kenmerken. Europese mannen zagen de geslachtsorganen van Afrikaanse mannen als extreem en bedreigend,
ofwel dierlijk. Afrikaanse vrouwen die grotere clitorissen dan de meeste witte vrouwen hadden, werden gebruikt als bewijs van witte zuiverheid en zwarte hyperseksualiteit.
In Zuid-Afrika en Namibië hadden veel Khoikhoi vrouwen opvallend langgerekte schaamlippen, die als dierlijk werden beschouwd vergeleken met witte vrouwen. Eén Khoikhoi, Saartjie Baartman, werd begin 1800 tentoongesteld in Londen en Parijs vanwege haar zogenaamd abnormale schaamlippen en billen. Witte wetenschappers gebruikten haar als rechtvaardiging voor hun racistische overtuigingen.
Eugenetica en wit feminisme
Hoogleraar Kyla Schullers boek
The Biopolitics of Feeling: Race, Sex, and Science in the Nineteenth Century (2018)
gaat dieper in op hoe het verschil in gender, zoals we het vandaag de dag kennen, ook een rassenverschil is. In de negentiende eeuw verklaarden witte wetenschappers dat alleen witte mensen binaire genderdifferentiatie konden bereiken. Mensen van kleur zouden daarentegen niet genoeg zijn geëvolueerd om zich te kunnen onderscheiden als ‘man’ of ‘vrouw’. In wezen waren ze ‘unsexed’, en dit onvermogen om de volledige seksuele dichotomie te bereiken werd gezien als nóg een teken van hun raciale minderwaardigheid.
“
Mensen van kleur zouden niet genoeg zijn geëvolueerd om zich te kunnen onderscheiden als ‘man’ of ‘vrouw’
De negentiende en vroege twintigste-eeuwse feministische bewegingen vochten vrijwel alleen voor
witte vrouwen – vrouwelijkheid was in hun ogen een wit fenomeen.
Eugenetisch feminisme, dat eind jaren 1800 ontstond, is misschien wel het meest schaamteloze voorbeeld van hoe witte suprematie de vroege feministische politiek richting gaf. Eugenetische feministen wilden dat de eugenetica
5 hun feministische visie zou vervullen, zodat ze konden werken aan het voortplanten van een superieur ras. Victoria Woodhull, een prominente Amerikaanse eugenetische feminist, vond eugenetica belangrijker dan het stemrecht.
De beweging nam af in de jaren veertig, toen het moeilijker werd om medestanders te vinden en feminisme te combineren met eugenetica. De beweging voor wit kiesrecht was voor vrouwen van kleur echter totaal geen verbetering. Veel witte feministen – en witte vrouwen in het algemeen – speelden een cruciale rol in het voortbestaan van de witte suprematie en het creëren van witte nationalistische politiek. Zij waren degenen die segregatie in stand hielden.
Transfemininiteit als 'gruwelijkste seksuele tekortkoming'
Het nazitijdperk is nog een voorbeeld van de link tussen witte suprematie en gender. Vanuit de wens om de Duitse literatuur in de jaren dertig te ‘zuiveren’, werden boeken verbrand die zich verzetten tegen de nazi-ideologie, waaronder boeken die bredere visies op gender en seksualiteit voorstelden. De belangrijkste hiervan waren geschreven door seksuoloog
Magnus Hirschfeld, die het woord ‘travestie’ bedacht en het Instituut voor Seksueel Onderzoek in Berlijn oprichtte.
Hirschfelds kliniek was de eerste die regelmatig gender-herbevestigende operaties verrichtte bij transgender personen – en het eerste doelwit tijdens de boekverbrandingen. De nazi’s vernietigden meer dan twintigduizend boeken en namen het gebouw over voor persoonlijk gebruik. Hitler achtte Hirschfeld ‘de gevaarlijkste Jood in Duitsland’ vanwege zijn werk.
“
Homofobie had volgens nazi's te maken met gedrag dat afweek van de gendernorm
Homofobie had in deze tijd waarschijnlijk niet zozeer te maken met de seksuele gerichtheid op zich, maar meer met gedrag dat afweek van de gendernorm en de ‘
seksuele inversie’ die met homoseksualiteit geassocieerd werd.
Ernst Röhm, de homoseksuele medeoprichter van de militie van de nazipartij en een goede vriend van Hitler was daar een voorbeeld van.
Hij en andere homoseksuele leden van het leger beschouwden zichzelf niet als homo omdat homoseksualiteit volgens hen ‘mannelijke vrouwelijkheid’ betekende, niet alleen aantrekking tot hetzelfde geslacht. Voor hen was hun aantrekkingskracht naar mannen mannelijk, dus acceptabel.
Nazi’s verdeelden mannelijke homoseksualiteit in vier subcategorieën, waarvan ‘waanideeën’ over vrouw-zijn en het verlangen naar een vrouwelijker lichaam als de ernstigste categorie werd beschouwd. Zo’n ervaring staat waarschijnlijk gelijk aan wat we nu transgender vrouwelijkheid noemen. Deze transfemininiteit, als we het zo kunnen noemen, was voor de nazi’s misschien wel de meest gruwelijke seksuele tekortkoming. Op 13 november 1933
verzocht de Hamburgse gemeenteraad het hoofd van de politie om ‘extra alert te zijn op travestieten en hen indien nodig naar de concentratiekampen te brengen’.
Lichamelijke bemoeienis
De huidige transgender, niet-witte en joodse gemeenschappen dragen de lasten van deze gruwelijkheden, terwijl we tegelijkertijd onze menselijkheid proberen te herstellen. Dat is op zijn best een moeizame strijd gebleken. Veel extreemrechtse complottheorieën wijzen naar het judaïsme als de bron van de transgender identiteit, en ‘trans-exclusionary radical feminists’ (transgender-uitsluitende radicale feministen, TERF’s) gebruiken witte suprematie om de vrouwelijkheid van mensen te ‘bepalen’. TERF’s zijn opvallend willekeurig in hun discriminatie. Ze vallen vaak niet alleen transgender vrouwen lastig, maar iedere vrouw buiten de eurocentrische grenzen van vrouwelijkheid.
Het lichaam van
Caster Semenya, een Zuid-Afrikaanse olympische atleet, staat al sinds haar achttiende onder vuur. De International Association of Athletics Federations stelde haar testosteronniveau ter discussie en dwong haar, door middel van geslachtsverificatie, te ‘bewijzen’ dat ze een vrouw was. Toen de vereniging haar vrouw-zijn verifieerde, dwongen ze haar medicijnen te nemen om
haar testosteronniveau te verlagen – anders zou ze gediskwalificeerd worden voor loopwedstrijden. Haar natuurlijke lichaam zou andere atleten benadelen.
Ondanks het feit dat ze haar lichaam moest veranderen om haar atletische carrière te behouden, zagen TERF’s dit als een overwinning. Zij beweerden dat Semenya een man was vanwege haar hormonen, ondanks haar genitaliën. (Ironisch genoeg weigeren TWERF’s6 transgender mannen als mannen te zien vanwége hun genitaliën en óndanks hun hormonen.) Daarentegen: toen mensen ontdekten dat Michael Phelps de helft van het melkzuur van zijn concurrenten had, werd zijn gender helemaal niet in twijfel getrokken. Het publiek vierde zijn genetische bovenhand.
Rigide lichaamseisen
Het is niet verrassend dat genderessentialisme
een primaire doctrine is in het ‘genderkritische’
7 radicale feministische denken, ook al werkt
genderessentialisme gendergelijkheid aantoonbaar tegen en hebben veel wetenschappers
hun twijfels over de theorie. TERF’s houden zich vast aan het begrip ‘biologische vrouw’ om transgender vrouwen te weren van plekken waar vrouwen samenkomen en ze onderzoeken regelmatig de lichaamsbouw van vrouwen om te ‘bepalen’ of ze al dan niet transgender zijn. Zoals eerder is aangetoond, blijkt deze ‘techniek’ niet bijster effectief.
“
Je kunt geen bondgenoot zijn van niet-witte of Joodse mensen als je de transgemeenschap veracht
Om nog maar te zwijgen van het feit dat vooral vrouwen van kleur en van Joodse komaf – transgender of niet – de dupe zijn van zulk onderzoek. Dat lijkt allesbehalve toevallig, vooral in een samenleving waar witheid de dominante idealen van vrouwelijkheid bepaalt. Beweren dat de grootte en verhouding van lichaamsdelen een nauwkeurig onderscheid tussen genders kunnen tonen, weerspiegelt wetenschappelijk racisme, eugenetische bewegingen en
naziteksten die beschrijven hoe je een Joods persoon kunt herkennen. Eisen dat lichamen aan rigide normen voldoen, sluit veel cisgender vrouwen uit van wat TERF’s als ‘natuurlijke’ vrouwelijkheid beschouwen.
“
Je kunt de geschiedenis van trans personen niet bespreken zonder het over kolonialisme en ras te hebben
Het westerse genderbinaire systeem is doordrenkt van bloed. Genderdiversiteit is niet ongewoon of historisch onbekend, en wie anders impliceert draagt bij aan het geweld dat heel veel mensen door precies die denkbeelden is aangedaan. Ieder systeem dat mensen in hokjes probeert te plaatsen zal zijn buitenbeentjes hebben. Die buitenbeentjes zijn niet onmenselijk. Net zoals evolutie een geleidelijke schaal is zonder duidelijk onderscheid tussen het einde van de ene soort en het begin van de andere, kan de mensheid niet strikt worden gedefinieerd. Genderdiversiteit bestraffen zal het niet uitroeien.
Fascisme is in opkomst in ons huidige politieke klimaat en transgenderkwesties staan onophoudelijk ter discussie. Je kunt geen echte bondgenoot zijn van niet-witte of Joodse mensen als je de transgendergemeenschap veracht. Net zoals je de geschiedenis van transgender personen of transgenderkwesties niet kunt bespreken zonder het over kolonialisme en ras te hebben. Wie transfoob is – en dus duizenden jaren aan genderdiversiteit in verschillende culturen in diskrediet brengt, beweert dat het lichaam de geest definieert, en transgender personen als immoreel beschouwt – is óók racistisch en antisemitisch.
Dit essay verscheen eerder op OneWorld in juli 2020. De oorspronkelijke versie werd gepubliceerd op Medium.