Nu.nl presteerde het om een artikel te schrijven over ‘diversiteit in het bedrijf’ met twee experts waarin de term niet één keer concreet werd gemaakt. “Diversiteit is te vaak nog als een soort droom waar bedrijven naartoe willen”, zegt een van de deskundigen. “Ze brengen het thema onder bij een werknemer die er een paar uur per week vrij voor mag maken. Dat is niet genoeg. (…) Investeer je niet, dan werkt het niet.” Investeren waarin? En wát werkt niet?
Vaagpraat
Journalist Zoë Papaikonomou en GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht probeerden het in hun boek De inclusiemarathon – verkozen tot managementboek van het jaar 2022. Ook zij krijgen weinig concrete antwoorden van de ruim veertig diversiteitsexperts die ze interviewden. Vrij snel in hun boek – overigens een serieuze studie – concluderen ze dan ook dat er ‘evenveel mensen als definities van deze woorden zijn’. “Want diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid gaan over processen, de wisselwerking tussen mensen, organisaties en de samenleving. Dat is complex.”
Onderdrukking en uitsluiting
In plaats daarvan ligt de nadruk in de taal op de mensen die ‘divers’ worden genoemd. Als een headhunter mij zou omschrijven aan een potentiële werkgever zou die mij waarschijnlijk omschrijven als ‘divers’, net zoals agent Argani. Misschien word ik wel ‘superdivers’ genoemd; ik kan nogal wat vakjes aanvinken in de diversiteitsbingo – zwart, vrouw, niet-westers, vluchtelingverleden, moslimachtergrond. Ik zou mezelf nooit zo noemen, maar door mij ‘divers’ te noemen, vermijden HR-managers en bedrijven pijnlijkere systemen die ten grondslag liggen aan de ondervertegenwoordiging van mensen zoals ik. Namelijk: racisme, seksisme, xenofobie en islamofobie. “Diversiteit is hoe we praten over ras als we niet kunnen praten over ras”, vatte de Brits-Indiase schrijver Kavita Bhanot het in 2015 al samen. “Het surrogaat voor wanneer open discussies over ras te controversieel of – laten we eerlijk zijn – te ongemakkelijk zijn voor witte mensen. Diversiteit lijkt beleefd, positief en hoopvol.”
Lekker modern?
Zeker in het Black Lives Matter- en MeToo-tijdperk sta je als bedrijf namelijk voor schut zonder diversiteitsdoelen. Niet zelden was een schandaal dan ook de reden om in allerijl een hele diversiteitsafdeling uit de grond te stampen. In de Netflix-docu White Hot over het Amerikaanse modemerk Abercrombie & Fitch zie je hoe hun discriminatoire personeelsbeleid – alleen ‘mooie’ witte jongeren mochten in de winkels werken – reden was om een zwarte man aan te stellen als hoofd diversiteit. Gucci huurde in 2019, nadat het modehuis kritiek kreeg op een ontwerp met blackface, niet alleen een chief diversity and inclusion in, maar bood ineens ook een multiculturele ontwerpbeurs, een mondiaal uitwisselingsprogramma én een diversiteits- en inclusiebewustzijnsprogramma aan. Lange woorden die een persbericht lekker vullen; schade beperkt.
Verandering zonder verandering
“Wanneer de inclusie van zwarte mensen in de machine van onderdrukking de machine efficiënter moet maken, is dat geen vooruitgang”, zei Angela Davis in 2007 al over de ‘diverse’, maar rechtse regering van George W. Bush – met de zwarte ministers Condoleezza Rice en wijlen Colin Powell. Dat vertegenwoordigde voor haar precies wat er mis is met het cosmetische gehalte van de diversiteitsindustrie: “Het verschil dat geen verschil maakt, de verandering die geen verandering brengt.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand