De organisatie verspreidt het materiaal via huisartspraktijken, ‘waakt’ en flyert bij abortusklinieken, loopt jaarlijks de ‘Mars voor het Leven’ en is met een kraam aanwezig bij onder andere de Libelle-zomerweken en de Huishoudbeurs. Ook worden ‘spreekbeurten’ op christelijke scholen gehouden.
Factcheck
Op de website staan externe omstandigheden vermeld waardoor meisjes of vrouwen1 een abortus zouden uitvoeren; druk van partner of familie, of financiële nood. Hiermee wordt gesuggereerd dat de motivatie altijd van buitenaf komt. Abortusarts Annet Jansen: “Dat zijn allemaal externe zaken. In de Wet afbreking zwangerschap staat dat een vrouw uit eigen vrije wil en met een keuze door haarzelf gemaakt een abortus kan laten uitvoeren, als ze geen andere uitweg ziet voor haar noodsituatie. Wij vragen een vrouw, wanneer ze alleen binnen is, altijd of ze het uit eigen keuze doet of door druk van buitenaf. Soms kan ze er bij externe druk toch nog zelf voor kiezen. Ze moet er ook voor tekenen dat ze heeft nagedacht over alternatieven. Als ze zelf niet achter de abortus staat, of bij twijfel, behandelen wij niet.
“Er ‘knaagt altijd iets’, welke keuze je ook maakt
Het hoofdstuk ‘abortustechnieken’, over verschillende methoden per zwangerschapstermijn is, met uitzondering van enkele medische details, correct, zeggen de deskundigen. Wel mist belangrijke informatie die dit nuanceert: namelijk het aantal abortussen dat per termijn worden uitgevoerd. In Nederland is een abortus tot 24 weken mogelijk, maar in de praktijk vindt de helft van de abortussen (vaak zogeheten ‘overtijdbehandelingen’) plaats vóór acht weken zwangerschap, en verreweg het grootste deel vóór twaalf weken. Een abortus ná twaalf weken komt bijna niet voor, en als het voorkomt is er vaak sprake van een gewenste zwangerschap, met de constatering van een ernstige afwijking bij het kindje.
“Abortus voldoet in Nederland aan strenge eisen en is medisch gezien een van de veiligste ingrepen
Van der Vlugt: “In veel ontwikkelingslanden en een aantal landen in Europa is veilige abortus niet mogelijk, of is abortus verboden. Vrouwen zijn hierdoor aangewezen op illegale en onveilige abortuspraktijken, die enorm schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van vrouwen en zelfs levens van vrouwen kunnen kosten.”
Spijt, verdriet, depressie?
“Een abortus zélf zorgt niet voor een verhoogd risico op het ontstaan van psychische problematiek
Pas na een gesprek met Schreeuw Om Leven voegde de organisatie bronvermelding toe bij deze statistieken op hun website. De bronnen betreffen pro-life-onderzoeken met zwakke methodologie, zoals van het Amerikaanse Elliot Institute, de omstreden Amerikaanse documentaire Hush, en gegevens van de Amerikaanse anti-abortusonderzoeker Priscilla Coleman, wier onderzoek inmiddels weerlegd is.
Volgens de meeste onderzoekers is er geen evidente link tussen abortus en het ontstaan van psychische aandoeningen, stelt onderzoek van de Universiteit Utrecht en het Trimbos Instituut uit 2016. Vrouwen met een verleden van psychische aandoeningen zijn oververtegenwoordigd in de abortuspopulatie en die voorgeschiedenis kan het abortusproces mentaal zwaarder maken. Een abortus zélf zorgt echter niet voor een verhoogd risico op het ontstaan van psychische problematiek.
Jenneke van Ditzhuijzen promoveerde op het verband tussen abortus en psychische problemen, en bevestigt dat de bronnen die Schreeuw Om Leven aanhaalt over psychische problematiek veelal onbetrouwbaar zijn. “Ze halen hier onderzoek aan dat om methodologische redenen allang weerlegd is.”
In veel van het aangehaalde onderzoek blijkt namelijk de voorgeschiedenis van de onderzochte vrouwen niet meegenomen te zijn. Van Ditzhuijzen: “Dan kun je het niet serieus nemen. Er zijn echt geen aanwijzingen dat een abortus op zichzelf psychische aandoeningen veroorzaakt. Ik wil niet zeggen dat vrouwen niet verdrietig kunnen zijn of het moeilijk kunnen hebben met een abortus – negatieve emoties horen er vaak ook bij. Maar stoornissen die er eerder nog niet waren, nee, daarop is geen verhoogd risico.” Ook internationaal onderzoek bevestigt dit, stelt Van der Vlugt.
Pijn bij de foetus
De discussie over pijn bij foetussen is lastig, omdat pijn een subjectieve ervaring is waarbij de mogelijkheid tot zelfexpressie een vereiste is. Toch heerst er onder veel onderzoekers consensus dat pijn pas na zo’n 24 weken zwangerschap bij een foetus mogelijk voelbaar is. Onderzoek uit 2010, in opdracht van het Britse ministerie van Volksgezondheid, concludeert dat het zenuwstelsel van een foetus tot 24 weken fysiek nog niet ontwikkeld genoeg is om pijn te ervaren. Ook haalt het onderzoek overtuigend bewijs aan dat de foetus in de baarmoeder nooit ware wakkerheid ervaart en door de chemische omgeving in een continue verdoofde staat verkeert. Ander onderzoek, van de British Medical Journal, heeft het over mogelijk voelbare pijn vanaf 26 weken. Toch is op een van de posters van Schreeuw Om Leven, beschreven vanuit het perspectief van een foetus van 8 weken, ‘Ik kan al voelen’ te lezen.
Jansen: “Er wordt op deze poster ook geschreven over een kloppend hartje en werkende organen vanaf 8 weken. Maar wat je ziet in het begin van een zwangerschap, als je een heel goede echo doet, zijn een paar bewegende cellen die zich gaan ontwikkelen tot een hart. Zo is dat met alle organen in die fase: de aanleg is aanwezig en bij een goede echo te zien, maar volwaardige organen kun je het nog niet noemen. Pas vanaf 24 weken [de grens van abortus in Nederland, die in de praktijk voor abortusartsen bij 22 weken ligt, red.] is een kind mógelijk levensvatbaar in een couveuse.”
Voor keuzehulp (telefonisch, online en op sommige locaties fysiek) kunnen vrouwen terecht bij Fiom, een neutrale en overheidsgesubsidieerde specialist in ongewenste zwangerschap. Uitvoerende hulporganisaties van Fiom zijn Fiom Den Haag, Fiom Utrecht, Fiom Amsterdam en centra voor seksuele gezondheid van de GGD (Sense). In 2017 ontvingen zij circa 1500 hulpvragen.
De organisatie Siriz biedt ondersteuning (telefonisch, online en op veel locaties in het land fysiek) bij onbedoelde zwangerschap vanuit de opvatting dat een ongeboren leven beschermd moet worden (pro-life). Zowel Fiom als Siriz worden momenteel door het ministerie van VWS gesubsidieerd. In 2017 ontving Siriz 4508 hulpvragen.
Schreeuw om Leven is een activistische organisatie. Met haar afdeling ‘Er Is Hulp’ biedt zij pro-lifegerichte hulp aan bij ongewenste zwangerschap. De organisatie wordt in het veld niet als uitvoerende hulporganisatie gezien, al stelt zij zelf dit wel te zijn (bron: Fiom). De organisatie wordt gefinancierd door giften – in 2017 zo’n 500.000 euro. In 2017 ontving Er Is Hulp 417 hulpvragen.
Verschillende visies op een rij
Fiom: ‘Fiom zet zich er voor in dat een ongewenst zwangere vrouw een weloverwogen keuze kan maken die past bij haar leven, waarden en toekomst. Hierbij is abortus een van de mogelijkheden.’
Siriz: ‘Onze medewerkers hebben de overtuiging dat het ongeboren leven vanaf het begin recht heeft om zich verder te ontwikkelen en ter wereld te komen. Siriz werkt daarom aan een maatschappelijk klimaat waarin men de waarde van ongeboren menselijk leven erkent en de eigen verantwoordelijkheid voor dit leven wil dragen. Siriz respecteert de eigen verantwoordelijkheid van de ouders om binnen de wettelijke grenzen zelf een keuze te maken voor het uitdragen van een zwangerschap of het afbreken daarvan.’
Schreeuw Om Leven: ‘Onze doelstelling is dat er een einde komt aan abortus en euthanasie in Nederland. Daardoor ontstaat een cultuur van leven, waarmee God, de Schepper van het leven, geëerd wordt.’
Pro-life reclame
Zowel de Landelijke Huisartsen Vereniging als het Nederlandse Huisartsen Genootschap is niet bekend met de folderstrategie van Er Is Hulp bij huisartspraktijken. Een woordvoerder van het NHG geeft aan dat zij in het algemeen informatieve en objectieve medische folders verstrekken aan huisartsen die lid zijn, maar dat huisartspraktijken in principe zelf over de folders gaan die in hun wachtkamers te vinden zijn. Een folder toevoegen die niet van de NHG afkomstig is, is zo gepiept. Schreeuw Om Leven bevestigt dat het mogelijk is dat hun brochures bij huisartspraktijken liggen. Die zouden zowel via huisartsen, huisartsassistenten als patiënten verspreid kunnen zijn. Maar over hoeveel huisartspraktijken over hun materiaal beschikken, zegt de stichting geen beeld te hebben.
Vrijwilligers van Schreeuw Om Leven waken regelmatig bij abortusklinieken in Nederland. Hierbij worden folders in diverse talen uitgedeeld. Schreeuw Om Leven laat in een reactie weten bij het waken protocollen te handhaven: ze conformeren aan een meldingsplicht en peilen bij de vrouwen of ze hen een vraag mogen stellen. Naast Schreeuw Om Leven zijn enkele andere anti-abortusgroeperingen en individuen actief bij klinieken. Actievoerders met borden waarop leuzen als ‘Abortus is moord’ te lezen zijn, komen niet van Schreeuw Om Leven, zegt directeur Kees van Helden.
Jaarlijks houdt Schreeuw Om Leven in Den Haag de ‘Mars Voor Het Leven’, waar zo’n duizenden christenen bijeenkomen om ‘op te komen voor het menselijke leven’. Ook staat de organisatie op verschillende beurzen, en houdt zij ‘spreekbeurten’ op christelijke scholen: volgens Van Helden vonden er vorig jaar zo’n honderd gastlessen plaats.
Monteur bij garage
Ook haalt van Helden eerder bekend gemaakte fraude bij abortusklinieken in Nederland aan, volgens hem extra reden voor wantrouwen. Onderzoek naar misstanden bij de voormalige CASA-klinieken loopt nog. Jansen: “De meeste abortusartsen werken in loondienst, dus hebben geen direct financieel belang bij het wel of niet afbreken van zwangerschappen. Ook hadden abortusartsen zelf niets te maken met de fraude; dat was een kwestie van directies.”
Schaamte en schuld
Van der Vlugt voegt daaraan toe: “Het is uitermate belangrijk dat vrouwen zelf een weloverwogen keuze kunnen maken rondom het afbreken van een onbedoelde zwangerschap of niet. Vrouwen die bij een besluit rondom abortus geconfronteerd worden met vragen waarin ze zich moeten verantwoorden voor hun keuze is uitermate belastend. Hiermee kan het schuld- en schaamtegevoel rondom abortus alleen maar versterkt worden en vrouwen het gevoel geven dat abortus niet toelaatbaar is.”
“Dat de actieve verspreiding van hun boodschap mogelijk emotionele schade berokkent, herkent Schreeuw Om Leven niet
Er heerst nog steeds een taboe op abortus, stellen zowel Rutgers als Fiom. Uit het onderzoek Seks onder je 25e 2017 door Rutgers en Soa Aids Nederland blijkt dat van de meisjes met een abortuservaring 59 procent daar niet makkelijk over praat, en bijna de helft zich schaamt voor haar abortuservaring. Dat ondanks dat tweederde van hen nog steeds helemaal achter hun keuze staat. Openlijk spreken over abortus kan vrouwen helpen in hun verwerking, stelt Fiom.
Jansen concludeert: “Als ik een (religieuze) vrouw spreek in de kliniek die stelt eigenlijk tegen abortus te zijn, zeg ik: niemand wil voor die keuze komen te staan. Het belangrijkste is dat je een keuze maakt die op dat moment het beste bij je past. We moeten ons niet bemoeien met dingen die ons niet aangaan. Het draait om de keuzevrijheid van vrouwen.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in augustus 2018 op OneWorld.
- Ook mensen die zich niet identificeren als vrouwen, zoals transgender mannen of non-binaire mensen, kunnen een baarmoeder hebben en dus zwanger worden. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand