Voor de boekenkast met het etiket ‘geschiedenis’ maakt een jonge vrouw in witte jeans, croptop en zachtroze overhemd een selfie. Haar vriendin met afro en Dr. Martens poseert vervolgens bij de plank met recent verschenen Afrikaanse romans. “Zie je wel”, zegt Lola Shoneyin (49). “Boeken zijn weer cool.” Dat is deels het werk van de Nigeriaanse Shoneyin zelf, de onvermoeibare literaire duizendpoot is lezer, schrijver, uitgever, boekhandelaar en festivalorganisator ineen. De afgelopen tien jaar organiseerde zij het Aké Arts and Book Festival, een van Afrika’s meest gewaardeerde literaire evenementen. Dit najaar was Shoneyin co-curator van het Read My World Festival in Amsterdam.
Het gesprek met haar vindt plaats in de Nigeriaanse stad Lagos in cultureel centrum OUIDA, waar haar kantoor boven de boekwinkel annex lunchroom zit waar de twee jonge vrouwen hun selfies maken. OUIDA is haar geesteskind en trekt veel jonge professionals die dankbaar gebruikmaken van de betaalbare werkplekken. In de grootste stad van Afrika, waar altijd fileverkeer toetert en de aggregaten loeien, is OUIDA een oase van rust. Het gebouw herbergt ook Shoneyins uitgeverij en de stichting die het Aké Festival organiseert.
Shoneyin begon dat festival in 2013 en bracht zo op het eigen continent Afrikaanse en Zwarte1 schrijvers samen die elkaar anders alleen op westerse evenementen ontmoetten. Hun literaire podiumdebatten mondden vaak uit in gesprekken tot diep in de nacht, en dat is precies wat ze wil: de band tussen Afrikaanse auteurs en denkers versterken. Van Egyptische radicale feminist Mona Eltahawy tot Keniaan Binyavanga Wainaina, de eerste Afrikaanse schrijver die als gay uit de kast kwam, en de Ugandese Jennifer Makumbi, auteur van het historische meesterwerk Kintu: ze kwamen elkaar allemaal tegen op Aké.
De tien jaar dat het festival bestaat, vallen samen met de heropleving van Afrikaanse literatuur, zoals sommigen het noemen, waarbij het nummer Flawless van Beyoncé de klapper was; de zangeres samplede een tekst van de Nigeriaanse literaire superster Chimamanda Ngozi Adichie, onder meer bekend van de bestsellers Americanah en We Should All Be Feminists. Maar Shoneyin haalt haar schouders op over het begrip ‘literaire renaissance’: te veel een westerse bril. Volgens haar was er nooit een dip in de Afrikaanse literatuur. “Wij zijn zeer goed in staat verhalen te vertellen, we hebben een sterke orale traditie. Maar wat het Westen niet begrijpt of waar het geen controle over heeft, laat het links liggen.”
Tokenisme
Ze erkent dat er sinds Black Lives Matter een groeiende interesse is voor Zwarte en Afrikaanse schrijvers. Maar daar is veel ‘tokenisme’ bij: uitgevers die voor de volledigheid ook maar een auteur met dat profiel opnemen en het daarbij laten. Vaak krijgen deze boeken te weinig redactionele aandacht, omdat de uitgever er niet te veel geld in wil steken. “Mijn uitgeverij Ouida Books koopt soms de rechten van Afrikaanse titels die eerst in het Westen zijn gepubliceerd, en dan valt op hoeveel fouten er in de tekst staan. Daarom ben ik de uitgeverij begonnen; we moeten zelf publiceren, op onze eigen wijze. Anders blijft het Westen ons opleggen wat en hoe er wordt uitgegeven.”
Lola Shoneyin (49) werd geboren in Ibadan, een Yoruba-stad in het zuiden van Nigeria. Ze groeide op met verhalen over haar grootvader, een Yoruba-koning met vijf vrouwen. Polygamie was het thema van haar debuutroman The Secret Lives of Baba Segi’s Wives (2010). Daarvoor publiceerde ze drie dichtbundels. In 2013 begon ze het Aké Festival voor kunst en literatuur. Later begon ze uitgeverij Ouida Books en boekhandel en cultureel centrum OUIDA opzette. Afgelopen week werd ze door de Financial Times uitgeroepen tot een van de 25 meest invloedrijke vrouwen van 2023.
In haar boekwinkel staat bij veel uitgaves op de achterflap een vrouwengezicht, zoals die van Prix les Afriques-winnares Ayọọ̀bámi Adébáyọọ̀’s roman Stay With Me (2017), Francesca Ekwuyasi’s internationaal geprezen debuutroman Butter Honey Pig Bread (2020), en Water Birds on the Lake Shore (2021) van Zukiswa Wanner. Dat was wel eens anders. Een enkele uitzondering daargelaten waren de grote namen van de eerste Afrikaanse schrijversgeneratie man, zoals de Nigeriaanse Nobelprijswinnaar Wole Soyinka (1934) en zijn landgenoot Chinua Achebe (1930-2013), wiens roman Things Fall Apart (1958) prijkt op elke Afrikaanse literatuurlijst.
Shoneyin verklaart het grote aandeel vrouwen in de nieuwste generatie door de veeleisende socialisatie van Afrikaanse vrouwen. “Als meisje sta je onder enorme druk om een goede dochter te zijn.” Meehelpen koken, gasten ontvangen, naar de markt gaan, al die dingen vergen organisatorische en sociale vaardigheden die van een jongen op die leeftijd niet worden gevraagd. “Voordat ze hun tienerjaren bereiken, hebben meisjes al een gigantische skillset. Het schrijverschap is een van de manieren waarop vrouwen die vaardigheden kunnen uiten. Sprekend voor mezelf: schrijven was van jongs af aan onderdeel van mijn leven. Het was zo vanzelfsprekend dat ik lang geloofde dat iedereen thuis een stapel handgeschreven romans had liggen.”
De verhalen van vrouwen interesseren haar het meest. “Toen ik op mijn 23e mijn eerste uitgeverij begon – veel gaf ik niet uit hoor, alleen een dichtbundel – wilde ik alleen maar vrouwen publiceren die over vrouwenthema’s schreven.” Ook nu omringt ze zich met vrouwen. Haar team bestaat uit twaalf jonge vrouwen over wie ze niet uitgepraat raakt. “Zij zijn mijn grootste geschenk: ze staan open om te leren en zijn zo vakkundig. Nooit dacht ik: goh, ik wou dat jij een man was”, grinnikt ze.
Minder eenduidig
Er is nog een verschil met de eerste generatie Afrikaanse schrijvers. De oude garde groeide op onder het koloniale juk. De strijd om onder die onderdrukking uit te komen, stond vaak centraal in hun werk, dat uitgesproken politiek was. Dat uitte zich in panafrikanisme, de wereldwijde beweging voor solidariteit en samenwerking tussen alle mensen met Afrikaanse roots, en in doorwrochte werken over dekolonisatie. Machtsmisbruik en corruptie zijn er nog altijd, zegt Shoneyin. “De tijden zijn niet minder beladen. De antwoorden zijn alleen minder eenduidig. De eerste generatie streed tegen een vreemde koloniale macht. Nu zie je als schuldige van onrecht een gezicht dat lijkt op het jouwe. Dat is een bittere pil.”
De weerstand tegen maatschappelijke misstanden uit zich vooral in poëzie. Nadat in 2020 Nigeriaanse jongeren de straat op gingen tegen een corrupte politiemacht, berucht om mensenrechtenschendingen, verscheen de dichtbundel Sọọ̀rọọ̀sókè (Spreek je uit), waarin jonge dichters de machthebbers in krachtige termen tegenspreken. ‘We willen niet dood, maar deze mensen weten alleen hoe ze jongeren moeten doden’, luidt een frase uit een gedicht van de Nigeriaanse dichter Jumoke Verissimo.
In de meest recente Afrikaanse literatuur lijkt meer ruimte voor persoonlijke onderwerpen. Shoneyin vindt dat gezond. “Er moet ook ruimte zijn voor liefde en romantiek, voor erotiek.” De nieuwe generatie werpt zich ook op genres die ten onrechte minder serieus worden genomen. Zo schrijft Mũkoma wa Ngũgĩ, zoon van eerste-generatieschrijver Ngũgĩ wa Thiong’o, zinderende thrillers. En de Liberiaanse schrijfster Hawa Jande Golakai combineert misdaad en mysterie; in een van haar boeken ziet een feministische modejournaliste die een moord probeert op te lossen het slachtoffer in haar visioenen.
Ook sciencefiction en fantasy met Afrikaanse wortels winnen aan populariteit. Onlangs tekende de Nigeriaans-Amerikaanse schrijfster Nnedi Okorafor bij een Amerikaanse uitgever een miljoenencontract voor haar volgende roman, The Africanfuturist. Samen met haar begint Shoneyin nu een nieuw fonds dat zich zal focussen op Afrikaans futurisme. “De tijd is er rijp voor”, voorspelt ze. “In onze traditie zijn de grenzen tussen de fysieke wereld en de onzichtbare veel minder scherp. Het materiaal voor wat in het Westen sciencefiction en fantasy heet, ligt voor het grijpen.”
Door een Afrikaans-futuristische uitgeverijtak op te zetten, hoopt Shoneyin tegenwicht te bieden aan de paradox van de schrijver van Afrikaanse bodem: de meest succesvolle auteurs worden eerst in het Westen uitgegeven en zijn financieel afhankelijk van westerse uitgevers. “Ons doel is het werk eerst hier te publiceren en dan aan het buitenland te verkopen, in plaats van andersom.”
Ze heeft er vertrouwen in dat het Afrikaanse lezerspubliek groeit, en baseert dat op het grote aantal jonge mensen dat het Aké Festival bezoekt. “Die sparen het hele jaar om op Aké een stapel boeken aan te schaffen.” Bovendien is een nieuwe generatie Afrikaanse lezers en schrijvers niet meer afhankelijk van grote westerse uitgevers, ze kunnen hun boeken in eigen beheer uitgeven en elkaar ontmoeten op sociale media. “Het duurt niet lang meer voordat Afrikaanse schrijvers een lokaal inkomen kunnen genereren, let op mijn woorden.”
Geen taboes
Een andere reden voor de populariteit van het Aké Festival: geen taboe blijft onbesproken. De zaal zat vol toen een schrijverspanel tijdens de eerste editie seks en zinnelijkheid in Afrikaanse fictie bediscussieerde. Schrijfster Bisi Adjapon presenteerde in 2018 haar roman over de jonge Evi, die haar seksualiteit ontdekt op een Ghanese meisjeskostschool. Haar openheid over het vrouwelijk orgasme deed de mannelijke interviewer op het podium stotteren. In datzelfde jaar kwam ook het onderwerp menstruatie aan bod, normaal gesproken in Nigeria door geheimzinnigheid en schaamte omgeven.
Shoneyin vindt dat er in de literatuur geen plaats is voor taboes. “Je kunt alleen verandering teweegbrengen zonder angst.” Ze gelooft in persoonlijke vrijheid en tolerantie, en geeft ook lhbti+-thema’s ruim baan. Dat levert wel eens problemen op. Toen Aké vijf jaar geleden aankondigde Rafiki te tonen, een Keniaanse film over een lesbisch stel, werd de organisatie bedreigd. Op het laatste moment veranderde de locatie van de screening, annuleren was geen optie. “Voor dat soort druk moet je niet zwichten.”
Door alle publiciteit rondom draconische straffen op homoseksualiteit in bijvoorbeeld Uganda en Ghana zou je denken dat heel Afrika anti-gay is, maar volgens Shoneyin leeft het onderwerp wel degelijk in meer positieve zin. Het grote aantal queer schrijvers met een Afrikaanse achtergrond is een bewijs, net als het aantal nieuwe manuscripten over dit thema. Deze auteurs grijpen in feite terug naar de periode voordat het kolonialisme de samenleving in Sub-Sahara-Afrika het stramien oplegde van het westerse kerngezin, zegt ze. “De meeste Afrikaanse culturen gingen soepeler om met gender en rolpatronen. De kolonisator heeft dat uitgehold.”
In haar debuutroman The Secret Lives of Baba Segi’s Wives (2010) schreef Shoneyin op lichtvoetige wijze over polygamie, zo allesbepalend voor het leven van veel vrouwen. Het boek ontving verschillende prijzen en werd onder andere vertaald in het Arabisch, Frans, Duits, Turks en Nederlands. Kan het publiek binnenkort een nieuwe roman verwachten? Ze lacht. “Vertel het aan niemand, maar iedere ochtend kom ik extra vroeg naar kantoor om te schrijven. Het boek speelt in Lagos en portretteert een modern huwelijk. Een belangrijk thema is fysieke beperkingen. Onze hyperreligieuze maatschappij is geobsedeerd door perfectie: dat wordt gezien als het bewijs dat God het goed met je voor heeft. Fysieke beperkingen worden verborgen, mensen verstopt en verzwegen.”
Jarenlang vermeed ze het om te schrijven, omdat ze vreesde dat ze nergens anders meer aan zou kunnen denken, maar nu staat dat ene document altijd open op haar computer. “Ik was vergeten hoe therapeutisch schrijven is en hoeveel vreugde het brengt. Daar geniet ik nu van, tussen al het andere werk door.”
Lola’s leestips
The Teller of Secrets
Bisi Adjapon
“Dit boek is een van de meest ontroerende coming of age-verhalen die ik ooit heb gelezen. Een sensueel, lyrisch verslag van een meisje in het Ghana van de jaren 70.”
In The Nude
Logan February
“Ik ben bevooroordeeld omdat ik hun redacteur was. Ik werd meteen weggevaagd door hun stem – die zowel kracht als kwetsbaarheid het uitstraalde.”
A Spell of Good Things
Ayọọ̀̀bámi Adébáyọ
“Ayọọ̀̀bámi Adébáyọ is een van de meest briljante stemmen in fictie. Haar nieuwste roman, A Spell of Good Things, was genomineerd voor de Booker Prize.”
My Father’s Daughter
Mabel Segun
“Ik las deze klassieker uit 1965 voor het eerst toen ik 12 was. Ik huil nog steeds om dezelfde delen. Zo’n ontroerend en ondergewaardeerd autobiografisch werk voor jongvolwassenen.”
An Abundance of Scorpions
Hadiza Isma El-Rufaii
“Iedereen die houdt van toegankelijke, rijke, plotgedreven verhalen, zal genieten van An Abundance of Scorpions, waarin we een glimp opvangen van het leven van een Noord-Nigeriaanse vrouw.”
Correspondent Femke van Zeijl woont al ruim een decennium in Lagos en leerde verschillende Nigeriaanse schrijvers persoonlijk kennen, zoals Lola Shoneyin. Die persoonlijke band staat een goed gesprek over Afrikaanse literatuur niet in de weg, maar moet omwille van de transparantie wel worden benoemd.
Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine in september 2023.
- De auteur schrijft Zwart met een hoofdletter om aan te geven dat Zwart niet enkel naar een huidskleur, maar ook naar een cultuur en een gedeelde geschiedenis verwijst. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand