Aan de buitenkant oogt de woning van Marian Markelo (68) als een doorsnee rijtjeshuis in Den Haag. Eenmaal binnen begeef je je in de wereld van Nederlands bekendste priesteres (ook wel okomfo genoemd) van de Afro-Surinaamse Wintireligie. Twee grote zwarte poppen gekleed in een roze en een grijszwarte koto (Afro-Surinaamse klederdracht) staan als poortwachters bij de voordeur. De woonkamer staat vol met beeldjes van vrouwen, boeken, cd’s, kristallen en flessen sterke drank als offer aan de voorouders. “Maar ik gebruik het ook voor mijn cocktails”, lacht Markelo.
Markelo groeide op in Moengo, een stadje in het oosten van Suriname. Hier wonen veel afstammelingen van tot slaaf gemaakte mensen die van de plantages vluchtten en in de binnenlanden eigen gemeenschappen stichtten. Haar familie is christelijk en Markelo ging tot haar veertiende regelmatig naar de kerk. “Toen vertelde ik mijn ouders dat ik niks meer met het christendom te maken wilde hebben; de dominee en de leraren op mijn protestantse school konden mij geen bevredigend antwoord geven op de vragen die ik had. Ik wilde weten waarom God een man is, waarom vrouwen niet belangrijk zijn in het christendom, waarom God zo onverdraagzaam is en zo hard straft.”
Marian Markelo (68) begon op haar negentiende met het beoefenen van Winti. Tien jaar later werd ze ingewijd als priesteres. Drie jaar daarna vertrok ze naar Nederland en werkte 35 jaar als docent verpleegkunde aan het ROC Mondriaan in Den Haag. Samen met afrotheoloog Kenneth Vers Babel richtte ze het Nationaal Winti Instituut NIRASԐ (spreek uit als: Nir-a-sjee) op, waar mensen terecht kunnen voor workshops, trainingen en consulten. Ze is ook initiatiefnemer van de Winti Academy, waar ze lezingen en cursussen verzorgt. Hoewel ze inmiddels met pensioen is, geeft ze nog privéconsulten. Sinds 2002 brengt Markelo het zogenaamde plengoffer tijdens Keti Koti, de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli, in het Amsterdamse Oosterpark. Deze maand verscheen het jeugdboek Winti, dat ze schreef met Henna Goudzand Nahar.
Op haar zestiende ging Markelo in Paramaribo verpleegkunde studeren. “Daar had ik tantes die zich bezighielden met ‘winti-dingen’. Zij hebben mij wegwijs gemaakt. Ook bij andere geleerde oudere mannen en vrouwen uit Suriname, Ghana en Benin heb ik veel kennis opgedaan.” Een winti-priesteres helpt mensen door geestelijke bijstand te verlenen bij problemen, in de relatiesfeer, met gezondheid of werk. “Anders dan bij een therapeut betrek ik bij mijn consulten ook de relatie met je voorouders en de krachten in de natuur. Op basis daarvan bespreken we een traject voor herstel.”
Is Winti voor iedereen? En kan iedereen die dat zou willen priester of priesteres worden?
“Iedereen kan Winti beoefenen, wat je afkomst ook is. Om priester te worden moet je aanleg hebben: eerlijk, betrouwbaar, moedig en volhardend zijn. Je hebt goede mensenkennis en psychologisch inzicht nodig en je moet kunnen communiceren met geesten. Winti-priesteressen of -priesters leren over de geschiedenis van hun volk, over planten, kruiden en de anatomie van het menselijk lichaam. En bovendien: jij kiest niet alleen voor Winti, een winti moet jou ook kiezen. Als kind kwam ik een man tegen die zei: ‘Wat heb je een mooie jurk aan.’ Mijn reactie was: ‘Ja en? Die heb jij toch niet gekocht?’ Ik dacht: als ik hem nog een keer zie, gooi ik stenen naar hem. Ik stopte mijn fietstas vol met steentjes. De man verscheen weer en zei opnieuw dat ik een mooie jurk had. Ik pakte een handvol stenen, klaar om hem te bekogelen en opeens was hij aan de andere kant van de rivier. Dat was heel gek. Als kind snapte ik het niet, maar later begreep ik tijdens een ervaring in trance dat dat een winti was die mij uitkoos.”
Wat is Winti?
Winti betekent letterlijk ‘wind’ en ontstond tijdens de slavernij in Suriname. De tot slaaf gemaakte West-Afrikanen brachten verschillende ideeën over het ontstaan van de aarde en de mensheid met zich mee. In Suriname werd de mix van mythologie, filosofie en natuurreligie samengevoegd tot de religie Winti, met als voertaal Sranantongo. De schepper, genaamd Anana Keduaman Keduampon, schiep de godin Mama Aisa, die verantwoordelijk is voor de aarde. Zij creëerden samen de winti: krachten die wonen in de lucht, de aarde, het water en het bos en die mensen bijstaan in het leven. Winti staat niet opgeschreven en er zijn geen vaste plekken waar het wordt beoefend. Mensen maken vaak thuis een altaar om hun voorouders en de winti te eren. Hoeveel mensen Winti beoefenen, of hoeveel priesters en priesteressen er zijn, is niet bekend. Waarschijnlijk doet een groot deel van de 360.000 Surinaamse Nederlanders weleens een Winti-ritueel om iets te vieren.
Net als Markelo’s christelijke familie gaat een groot deel van de Surinamers naar de kerk. De Evangelische Broedergemeente (EBG) is in Suriname de grootste protestantse kerk en staat bekend om zijn lange geschiedenis van zendingswerk. Bij de afschaffing van de slavernij was bijna twee derde van de tot slaaf gemaakte mensen lid van de EBG. Dat kwam ‘slavenhouders’ goed uit; de afschaffing van de slavernij was onafwendbaar, maar christelijke vrijgemaakte mensen waren makkelijker onder de duim te houden dan ‘heidenen’. Kort na de afschaffing van de slavernij in Suriname werd het beoefenen van het ‘heidense’ Winti in het Wetboek van Strafrecht opgenomen.
Veel Afro-Surinamers die zichzelf christen noemen, doen ook aan Winti. Hoe heeft Winti stand kunnen houden tijdens en na de slavernij?
“Het beoefenen van Winti is tweehonderd jaar lang verboden geweest. Winti beoefenen gebeurde dus in het geheim. Overdag was iedereen aan het werk, ’s avonds was het moment voor rituelen. Bij zieken werd ’s nachts door een priester of priesteres een rituele wassing gedaan. Voor elke belangrijke gebeurtenis in het leven is er een ritueel, omdat een mens daar ondersteuning bij nodig heeft. Winti was voor tot slaaf gemaakte mensen een manier van overleven: het gaf kracht, zelfvertrouwen en het geloof dat de slavernij ooit zou ophouden.”
Naast Winti verdiepte u zich ook in de koloniale geschiedenis. Op welke manier zijn Winti en de strijd tegen slavernij met elkaar verbonden?
“Koning Willem III [de vorst ten tijde van de formele afschaffing van de slavernij in 1863, red.] heeft onze voorouders niet vrijgemaakt, het verzet van de marrons heeft dat gedaan. De mensen op de plantages hebben samen met de marrons magische kennis ingezet in de oorlog tegen onderdrukking, bijvoorbeeld door hun strijders onzichtbaar te maken.”
Waarom hebben de tot slaaf gemaakten Winti niet ingezet om de kolonisator helemaal te verslaan?
“Ik word zo moe van deze vraag; mensen stellen ’m alleen als ze de ethiek achter Winti niet kennen. Onze voorouders wilden geen kwaad met kwaad vergelden, ze wilden niemand doden want ze wisten wat voor gevolgen dat zou hebben voor hun nageslacht. Als ze daadwerkelijk alle kracht en kennis van Winti hadden ingezet, hadden die witte mensen niet meer geleefd. Maar dan zouden heel veel families een eeuwige vloek met zich meedragen, die generatie op generatie wordt doorgegeven. Dat is wat er gebeurt als je iemand doodt. In de Winti heet dat een kunu, de vloek van moord.”
Hoe schat u de spirituele schade in van vierhonderd jaar lang slavernij?
“Ik zeg altijd dat kolonialisme gaat over drie d’s: dominantie, destructie en dood. De kolonisator zette het christendom daarvoor in en heeft het Afro-centristische bewustzijn eruit geslagen; het besef dat we allemaal één zijn, dat ik mijzelf herken in jou en dat we voor elkaar moeten zorgen. De grondfilosofie van Winti is menselijkheid. Dat was er tijdens de slavernij niet richting onze voorouders. Kolonialisme en slavernij hebben ons geleerd om menselijkheid aan de kant te zetten, daarom zijn we soms zo onaardig tegen elkaar.”
Hoe zijn de verhoudingen tussen het christendom en Winti nu?
“De kerk keurt Winti nog steeds af. Als ik op 1 juli een plengoffer breng in het Oosterpark, dan hebben zowel de Surinaamse als Afrikaanse kerken het die dag over mij in hun dienst. ‘Die Markelo is weer bezig geweest met Keduaman. Wie is Keduaman? Wij kennen alleen God.’ Weg van de Bijbel, weg van de kolonisatie, dát is bevrijding. Veel mensen die naar de kerk gaan, belijden Winti in het geheim en zouden graag van hun dominee horen dat dat is toegestaan. De kerk heeft daarmee een verantwoordelijkheid in een belangrijk deel van het herstel van het slavernijverleden.”
Hoe kunnen mensen uit de Afrikaanse diaspora Winti gebruiken om te helen van de wonden die slavernij heeft aangericht?
“Verdiep je in je geschiedenis, in je gewoontes en je tradities. Zo leer je je voorouders kennen. Winti verbindt je met je wortels en dat geeft kracht en zelfvertrouwen. Tijdens je onderzoek naar je voorouders kom je lusten en lasten tegen. Lusten zijn de dingen waar we trots op zijn, zoals talenten en materieel bezit. Lasten kunnen psychische problemen zijn die al eeuwen in je familie zitten. Al deze lusten en lasten draag je in je rugzak mee als een erfenis.”
En wat doe je daarmee?
“Dan vraag je je voorouders om je bij te staan. Je zegt: ‘Ik ben me ervan bewust dat jullie er zijn en ik nodig jullie uit in mijn leven.’ Hiermee voeg je een hulpleger toe aan je bestaan, een krachtbron. Witte mensen weten hoe krachtig voorouderverering is, zij leggen alles van hun voorouders vast en blijven die geschiedenis herhalen. Er wordt bijvoorbeeld om de zoveel tijd een evenement georganiseerd rond de overleden schrijver Harry Mulisch – waar je trouwens een kaartje voor moet kopen, dus ze verdienen er ook nog eens aan. Voor Van Gogh richtten ze een heel museum op waar miljoenen mee verdiend worden. Dat is ook voorouderverering. Maar zwarte mensen leerden niet dat ook te doen bij hun eigen voorouders, omdat het afgoderij zou zijn. Door de kolonisatie hebben we dat klakkeloos aangenomen.”
Hoe kijkt de nieuwe generatie Afro-Surinamers naar Winti?
“Jonge mensen hebben mij omarmd, zij begrijpen mij. Ze zijn op zoek naar hun wortels, dat merk ik aan de muziek en het theater dat ze maken, ze komen naar lezingen en cursussen die ik geef. Ik zie ze op consult komen, vaak nemen ze een ouder of een oom of tante mee. Op die manier wordt de oudere generatie door de jongere meegenomen. In oude zwarte mensen steek ik zelf geen tijd meer; veel van hen zijn star en zien Winti nog steeds als afgoderij. Ik steek liever energie in jonge mensen die bereid zijn een andere weg in te slaan en kracht te halen uit Winti. Spirituele reparatie is nodig voor de weg naar herstel.”
Een eerdere, langere versie van dit interview verscheen in juni 2024 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8 / maand
- Alleen digitaal — € 6 / maand