Niet dat hij het niet gewend is om anders te zijn, het is zelfs een rode draad in zijn leven. Zijn Mauritiaanse moeder en Nederlandse vader gingen uit elkaar toen hij twee was. Iets wat in het kleine, christelijke dorp waar hij opgroeide, in het oosten van het land niet gebruikelijk was. Na de vechtscheiding ging Bryan met zijn broers en zussen bij zijn moeder wonen. Met enkel zijn moeder aan het hoofd van het gezin vormden ze een opvallend kwartet. ‘Nu zie je wel meer gescheiden gezinnen, maar vijftien jaar geleden was dat wel anders. Daarnaast waren we de enige donkere kinderen op school. Soms was dat lastig, maar ik had een paar goede vrienden aan wie ik veel heb gehad.’
Ook op de middelbare school verzamelde Bryan een hechte groep vrienden om zich heen. Hij was een sociale jongen, dus toen hij later van de havo de overstap maakte naar het vmbo werd hij al snel onderdeel van een vaste vriendengroep, maar de vriendschap was geen lang leven beschoren. ‘Ik werd daar opgenomen door een groep Marokkaanse jongens. Eerst was het contact heel leuk, maar op het moment dat ik hen vertelde dat ik homoseksueel was bleken ze daar moeite mee te hebben. Ze wilden niet meer afspreken, en dan laat ik het zelf ook gaan.’
Op zijn achttiende stopte Bryan met school. Een blauwe maandag volgde hij nog de opleiding hotelmanagement maar dat kon hem niet boeien. Daar komt bij dat hij als tiener een interesse voor film en tv ontwikkelde. Die hobby is inmiddels uitgegroeid tot een business, want nu runt Bryan zijn eigen productiekantoor.
Seropositief
Bryan en zijn vriend waren al een tijdje ‘officieel’ toen ze besloten om samen naar de GGD te gaan voor een SOA-test. Maar de romantische actie, om het nieuwe stadium van hun relatie te bevestigen, verliep anders dan gehoopt.
‘April 2015 liet ik mij samen met mijn toenmalige vriend testen. Hij kreeg al vrij snel te horen dat hij negatief getest was, maar ik wachtte nog steeds op mijn uitslag. Hem vertelde ik dat ik nog geen reactie had gekregen, maar eigenlijk wist ik dat ik weer naar de GGD moest om opnieuw bloed te laten prikken. Toen ze me daar vertelden dat ik naar het ziekenhuis moest voor nóg een test voelde ik de bui al hangen. Binnen een half uur kreeg ik de uitslag. Het duurde even voordat het binnenkwam. Op de parkeerplaats voor het ziekenhuis heb ik een tijd in de auto gezeten en alleen maar gehuild. Onderweg naar huis zette ik mijn auto langs de kant om mijn vriend te bellen. Hij was helemaal overstuur. Meteen diezelfde dag liet hij zich nog een keer testen en weer testte hij negatief. Ik had gemengde gevoelens. Ik was verbaasd en blij, maar ik vroeg me ook af wat het zou betekenen voor de relatie. Die avond belde hij om het uit te maken. Dat vond ik echt heel erg; dat het allemaal op één dag gebeurde.’
“Die avond belde hij om het uit te maken
Toen Bryans moeder hoorde dat hij hiv had vroeg ze hem of hij het geheim kon houden voor de familie uit Mauritius, ervan overtuigd dat het stigma rondom hiv in het Afrikaanse land nog groter is dan hier in Nederland. Ook voor zijn vader is het moeilijk, maar om een heel andere reden. ‘Omdat hij blind is kan hij geen dingen opzoeken of lezen over hiv. Ik merk wel dat hij daardoor heel veel vragen stelt. Zelf wist ik in het begin ook niet veel. Je komt bij de dokters terecht met het idee dat het dodelijk of heel slecht voor je is. Ik was bang dat ik heel dun zou worden, rotte tanden zou krijgen en er slecht uit zou gaan zien.’
Maar na veel gesprekken met de doktoren in het ziekenhuis ging Bryan positiever naar zijn diagnose kijken. Ook aan de Hiv-vereniging ondervond hij veel steun. ‘Normaal ben ik niet de persoon die er behoefte aan heeft om in een kringetje te zitten en over problemen te praten, maar toen ik daar was vond ik het wel fijn. Het begrip van anderen die hetzelfde doormaken geeft je het gevoel dat je niet alleen bent. Ik probeer mijzelf nu ook in te zetten voor de vereniging. Ik heb een training gevolgd om voorlichting op scholen te kunnen geven. Over twee maanden sta ik voor het eerst voor een klas.
Samen met een vriendin heeft Bryan zijn eigen organisatie opgezet om het stigma rondom hiv tegen te gaan. Acht jaar geleden overleed haar broertje aan de gevolgen van het virus. Met hun organisatie HIVsan willen zij in zowel Nederland als Afrika jongeren voorlichting geven over hiv en geld inzamelen voor voorbehoedsmiddelen en medische zorg in Afrika. Want daar is in landen zoals Ghana grote behoefte aan, aldus Bryan. ‘Ik neem nu nog geen medicijnen omdat mijn afweersysteem nog goed is. Mijn CD4-waarde wordt regelmatig gecontroleerd, als die te laag wordt adviseren ze je om met de medicijnen te beginnen. Voor mij is het een bewuste keus dat ik nu nog geen medicijnen neem. Het is nog niet nodig, maar ik ben ook nog niet klaar voor de commitment: je moet systematisch elke dag rond hetzelfde tijdstip je medicatie innemen. En het is ook een beetje een stil protest. Als je in Nederland hiv hebt, staat er na de diagnose meteen een potje pillen voor je klaar. In Afrika ligt dat compleet anders. De oneerlijkheid daarvan staat me tegen.’
Dat ik hiv heb stelt voor mijzelf niet meer zoveel voor, maar het is wel iets wat altijd onderdeel van mij zal zijn. Het beperkt me als ik tegen mensen praat. Het is een ziekte, maar geen ziekte die je zomaar kan delen met anderen. Dat vind ik er lastig aan. In die zin beïnvloedt het mij op de manier waarop ik nieuwe mensen tegemoet treedt. Als je suikerziekte hebt vertel je het zo, maar deze ziekte moet je meer bij jezelf houden.’
Dit interview werd in 2016 afgenomen. Bryans achternaam is bekend bij de redactie.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand