Interview

Regisseur Shariff Nasr (El Houb): ‘Films over hetero’s zijn toch ook geen ‘heterofilms’?’

De Palestijns-Nederlandse regisseur Shariff Nasr debuteerde met de speelfilm El Houb, over de coming-out van een homoseksuele Marokkaanse Nederlander. Als regisseur van kleur – een zeldzaamheid – voelt hij de druk om maatschappijkritisch werk te maken, maar soms wil hij ook ‘gewoon lol trappen’.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“We maken de planeet kapot, over de hele wereld lijden mensen, en wij doen in Nederland alsof er niets aan de hand is, omdat wij het goed hebben. Ik kan niet alleen dom vermaak maken in een tijd waarin zoveel gebeurt.” Gepassioneerd vertelt regisseur, scenarist en komiek Shariff Nasr (1981) vanuit zijn appartement in het centrum van Rotterdam over zijn roeping om maatschappelijk geëngageerde verhalen te vertellen.

 

Nadat Nasr eerder korte films regisseerde als Pensionado (2016, over de laatste dag van een medewerker van een assemblagelijn) en Little Stars of Bethlehem (2019, over Palestijnse vluchtelingen), verscheen vorig jaar El Houb, het speelfilmdebuut van de Palestijns-Nederlandse Rotterdammer. De film – genomineerd voor vier Gouden Kalveren, waaronder die voor beste speelfilm – is een indringend drama over Karim, een Marokkaanse Nederlander, die als homoseksueel uit de kast komt bij zijn gezin. Met de film maakt Nasr een heikel onderwerp op delicate wijze en met de nodige humor bespreekbaar. De Zilveren Krulstaart voor beste scenario die hij er al mee won, heeft een prominente plek in zijn zithoek.

Tweet dit

Ik vond het fantastisch dat ik een extra Palestijnse achtergrond had

Tweet dit

Hij heeft een Nederlandse moeder en een Palestijnse vader en al van kinds af aan wil hij iets doen aan het onrecht in de wereld. “Vrij jong ontdekte ik dat het nieuws niet objectief is. Het Israëlisch-Palestijnse conflict wordt in de media vaak weergegeven als een moeilijk tweezijdig conflict, maar het is een bezetting: één partij heeft een leger en de andere niet. Als Palestijns verzet steevast terrorisme wordt genoemd, is het beeld al snel gekleurd. Dat merkte ik vroeger al: als ik vertelde over mijn afkomst kreeg ik wel eens de vraag of ik een bom bij me droeg.”

 

Als kind zag Nasr zijn Palestijnse kant als een verrijking. “Ik vond het fantastisch dat ik een extra achtergrond had, maar anderen zagen dat juist als een verarming.” Nasr herinnert zich een incident in de horeca. “Een man vroeg eens naar mijn naam. Toen zei hij: ‘O, u bent dus allochtoon?’ Ik vertelde dat mijn moeder een Rotterdamse stamboom heeft die teruggaat tot 1650. ‘En uw vader?’ ‘Die komt uit Palestina’, zei ik. ‘Dus dan bent u tóch een allochtoon’, zei de man. Toen realiseerde ik me dat ik nergens ter wereld autochtoon kan zijn.”

 

Shariff Nasr (Rotterdam, 1981) studeerde in 2006 als scenarioschrijver af aan de Filmacademie. Hij schreef mee aan de serie Het Schnitzelparadijs en regisseerde commercials. Hij maakte korte films, waaronder Het beloofde pand (2010) en Oppassen (2017), de documentaire Little Stars of Bethlehem (2019) en de scenario’s voor F*ck de liefde 1 en 2. In 2022 verscheen zijn speelfilmregiedebuut: El Houb. Momenteel maakt Nasr samen met vrienden Robbert Bleij en Rogier Tolen op Instagram satirische sketches op @eenstukje_ en schrijft hij samen met boezemvriend Sahil Aimar Aïssa de komedieserie Mocros.

 

Meer verantwoordelijkheid

De Rotterdammer wil niet alleen gezien worden als een maker van kleur, maar zijn achtergrond heeft wel invloed. “Ik ben me vanwege mijn afkomst sneller bewust van mensen die niet gehoord worden. Ik voel meer verantwoordelijkheid om hun een podium te geven en cast soms juist daarom iemand van kleur of met een handicap. Uiteindelijk wil ik gewoon een betere wereld creëren waarin men oprecht luistert en niemand wordt gemarginaliseerd. Ik vind het fijn om onderzoek te doen naar perspectieven die ik zelf niet ken, naar de wereld te kijken met een open blik.”

 

Om zijn rekeningen te betalen maakte hij in de periode na zijn studie scenarioschrijven verschillende commercials, waaronder een commercial voor Wakker Dier uit 2009 waarin activiste Ancilla van der Leest tijdens een striptease-act op het podium door een zeehondenjager levend wordt gestript.

Tweet dit

Ik zie nog te veel films vol stereotypen

Tweet dit

 

Vroeger droomde Nasr van het maken van grote publieksfilms. “Ik wil af en toe ook gewoon lol trappen. Als kind leek het me heerlijk om een film te maken als Ghostbusters. Maar ik voel nu nog een te grote verantwoordelijkheid. Er zijn maar weinig scenaristen in Nederland die ongehoorde stemmen oprecht laten klinken. Zo zie ik nog te veel films vol stereotypen. Nooit zag ik in een fictiefilm een volkswijk in Rotterdam-Zuid zoals ik die ken, met échte mensen. Ik wil nieuwe werelden laten zien, want films over mensen met first world problems in luxe grachtenpanden ken ik nu wel.”

 

In Nasrs eerste korte film Het beloofde pand (2010) is te zien hoe een jongen een vrouwelijke huisgenoot krijgt die steeds meer van de woning inneemt, totdat de jongen nog maar een klein stukje overheeft. De film is een allegorie van de kolonisatie van Palestina door Israël (‘het beloofde land’).

Plannen om in de voetsporen te treden van zijn oudere, acterende broer Ramsey (1974) had Nasr nooit. “Ik zag hem Shakespeare uit z’n hoofd leren en dat opvoeren, maar ik wilde niet andermans verhalen vertellen.” Het kwartje viel toen Ramsey in de televisieserie De enclave (2002) speelde. “Dat verhaal toont het bloedbad in Srebrenica vanuit drie perspectieven. Ik vond het zo goed dat je in drie afleveringen de verschillende kanten van een conflict invoelbaar kan maken. Toen wist ik: ik wil scenario’s schrijven.”

 

Geen lhbti+film

Net als zijn oudere broer kreeg hij volop steun van zijn ouders om zijn dromen na te jagen. In het gezin werd aan de keukentafel over alles gediscussieerd: politiek, kunst en de zin van het leven. De moed om El Houb te maken heeft hij deels aan hen te danken. “Ze hebben ons opgevoed met het idee dat we altijd alles moesten bevragen.” Het idee voor de film ontstaat als Nasr familie opzoekt in Jordanië en Palestina. “Ik werd daar ontvangen, alsof ik hun verloren kind was. Ook mensen die geen deel uitmaken van mijn directe familie nodigden me uit. Ineens dacht ik: zouden ze plots minder van me houden als ik op mannen viel? Want dat is wat je hoort over Arabische families. Ik wilde een ander beeld laten zien, namelijk dat de liefde van de familie niet ineens verdwijnt als Karim uit de kast komt. Er is in die cultuur juist heel veel liefde.”

 

Toen El Houb uitkwam, werd Nasr gevraagd of hij zich als hetero man wel aan dit onderwerp moest wagen. “Maar ik had geen keus, dit verhaal was niet verteld.” Nasr ziet zijn film niet als een lhbti+-film, hoewel het dat stempel in veel besprekingen wel kreeg. “Er wordt te veel in hokjes gedacht. Romantische komedies met hetero stellen zijn toch ook geen ‘heterofilms’? Mijn film gaat over zoveel meer; het gaat over universele liefde en het bespreken van moeilijke onderwerpen.” El Houb kreeg in Nederland wisselende recensies. “Sommige recensenten begrepen de thematiek niet. Ik las ergens dat m’n film een ‘opsomming is van Marokkaanse attitudes’. Toen had ik zoiets van: sorry? Ik heb hier jaren onderzoek naar gedaan en jij ziet de film als een aaneenschakeling van clichés?”

Tweet dit

In de VS begrijpen ze beter hoe voorzichtig een coming-out soms moet

Tweet dit

Opvallend genoeg kreeg El Houb in de conservatievere Verenigde Staten – waar de film te zien was op meerdere filmfestivals en prijzen won – uitsluitend goede recensies. Daar lijkt meer begrip voor culturele voorzichtigheid bij een coming-out, terwijl in Nederland het beeld bestaat dat je een coming-out simpelweg wereldkundig maakt. “In MENA-gezinnen [Middle Eastern and North African, red.] gaan daar vele voorzichtige gesprekken aan vooraf. Als je het je ouders zo voor de voeten gooit, wordt dat als respectloos gezien.”

 

 

Het lange traject van negen jaar om El Houb te realiseren is een van de redenen waarom hij drie jaar geleden besloot om stand-upcomedy te doen. “Als komiek kun je het eindresultaat van je inspanningen – een goede set, een goede grap – elke avond direct bij het publiek testen. Films zijn van de lange adem, komedie van de korte. Als ik acht nieuwe ideeën in mijn hoofd heb, kan ik er drie alvast kwijt op het podium.” Tegenwoordig treedt hij zo’n twee keer per week op. En ook in zijn comedy schuwt hij lastige onderwerpen niet: in zijn eerste set had hij het over vooroordelen, racisme en dat mannen niet leren omgaan met verdriet.

 

Op Instagram maakt Nasr onder de noemer Een stukje met zijn vrienden Rogier Tolen en Robbert Bleij satirische sketches (@eenstukje_, met eind september ruim 52k volgers), wat hij omschrijft als ‘puur lol maken’. “Twee van onze populairste personages zijn ‘de Buurtjes’. Die zijn ontstaan vanuit een ergernis dat als mensen vragen hoe het met je gaat, ze het antwoord eigenlijk niet willen horen. Wat als het slecht gaat? Wat als ze horen dat ik teelbalkanker heb, straks onvruchtbaar ben en m’n vriendin bij me weg is?”

 

 

Serieuze comedy

Met televisiepresentator en scenarist Sahil Amar Aïssa schrijft Nasr al enige tijd aan Mocros, een serie die te vergelijken is met serieuzere Amerikaanse komedieseries als Ramy (2019) en Mo (2022). Daarin is te zien hoe respectievelijk een Egyptische Amerikaan en een ongedocumenteerde Palestijnse Amerikaan hun leven in de VS combineren met hun culturele achtergrond. Nasr wil met Mocros iets soortgelijks doen, maar dan in Rotterdam, van binnenuit verteld. Een komedie, maar dan met diepgang. “Het verhaal draait om vier biculturele vrienden die op een kantelpunt in hun leven staan. Een personage probeert door te breken in de witte filmwereld; een ander loopt zijn coschappen om neurochirurg te worden.” De serie, die deels autobiografisch is, is bedoeld als tegenhanger van criminele hitseries als Mocro Maffia. “Dat is een geweldige serie, maar we moeten er iets tegenover zetten. Een normalisatie. Zoals er tegenover Penoza bijvoorbeeld Oogappels is.”

 

Voor het eerst voelt hij zich gelukkig bij alles wat hij doet, zegt hij. “In het begin stond mijn carrière in het teken van gezien worden en geld verdienen. Ik werk nu aan verhalen die ik echt wil vertellen. Te veel mensen blijven hun vooroordelen verdedigen. Als verhalenverteller voel ik de taak om dat te bestrijden, te laten zien wat er mis is en nieuwe perspectieven te bieden.”

 

Een kortere versie van dit verhaal verscheen in juni 2023 in OneWorld Magazine.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons