West-Papoea, begin jaren vijftig. Een groep witte mannen, bewapend met machetes, baant zich een weg door een groen oerwoud. Ze verkennen de dichtbegroeide jungle, op de achtergrond klinken fluitende vogels en kletterende watervallen. Andere expeditieleden bestuderen de uitgestrekte valleien vanuit een onderzoeksvliegtuig. In de voice-over mijmert een van hen: “Ik had geen idee waar ik terecht zou komen.”
Hij doelt op het gebied dat vanaf 1949 Nederlands-Nieuw-Guinea zou gaan heten. Nadat Indonesië zich in dat jaar onafhankelijk verklaarde, wist Nederland Nieuw-Guinea te behouden. Dat gebied was al onderdeel van Nederlands-Indië, maar tot 1949 keken de Nederlanders er nauwelijks naar om. De meeste bedrijvigheid vond plaats op de Indonesische eilanden Java en Sumatra, die intensiever waren gekoloniseerd.
OneWorld geeft kaarten weg!
OneWorld geeft een beperkt aantal vrijkaarten weg voor de film The Promise, te zien op het Movies That Matter Festival in Den Haag op 26 maart. Mail om twee codes te winnen naar winnen@oneworld.nl. Wie het eerst komt, het eerst maalt!
De kolonisering van Nederlands-Nieuw-Guinea begint pas echt aan het begin van de jaren 50, als de hoofdstad Hollandia met groot materieel op de kaart wordt gezet. Voor het eerst verschijnen grote bouwvoertuigen in het gebied, die onder meer worden gebruikt om wegen aan te leggen en scholen te bouwen. Daarmee wilden de Nederlanders laten zien dat ze in staat waren om een zo goed als ongerept gebied te ‘civiliseren’.
Opgepoetste archiefbeelden
Filmmaker Daan Veldhuizen (Banana Pancakes and the Children of Sticky Rice, 2015) illustreert deze ontwikkeling in The Promise aan de hand van opgepoetste, bijzonder kleurrijke beelden uit die tijd. Hartverwarmende, dromerige muziek weerklinkt onder de video-opnames van Nederlanders die begin jaren vijftig vol optimisme de jungle in trekken om van Nederlands-Nieuw-Guinea een nieuwe Nederlandse uitvalsbasis in de tropen te maken.
De archiefbeelden ogen bijzonder romantisch. Ze doen denken aan ontdekkingsreizigers in Hollywoodfilms. Maar wanneer Veldhuizen uitlegt wat het doel is van deze expedities krijgen de beelden een andere lading. Zodra de Nederlanders beginnen te praten over de lokale bevolking, over “koppensnellers en kannibalisme”, komt hun beduidend minder rooskleurige missie bovendrijven: de kolonisten willen de Pax Neerlandica opleggen, het Nederlands gezag inclusief de Nederlandse normen en waarden – ofwel kolonisatie.
Op dat moment in de film draait Veldhuizen het perspectief. Hij heeft Papoea’s geïnterviewd die in Nederland wonen, zoals Julia Jouwe, een journalist met roots in West-Papoea, die zelf ook onderzoek doet naar kolonialisme. Zij vertellen wat de kolonisatie betekende voor hun families. Een man op leeftijd legt uit dat men dacht dat “witte mensen uit de hemel kwamen”. Prompt schakelt de film naar een winterse scène in een sneeuwrijk Nederland: het ‘paradijs’ waar de geïnterviewden zijn terechtgekomen. Het is een ironische overgang, zoals er wel meer zitten in The Promise. Veldhuizen haakt daarmee in op de onwetende houding van sommige Papoea’s, die begin jaren 50 de Nederlanders zien als verlossers: hen wordt een kleurrijke toekomst voorgespiegeld onder het Nederlandse bewind; later beloven de Nederlanders de Papoea’s te zullen begeleiden naar onafhankelijkheid.
Uit de archiefbeelden blijkt namelijk wat de Nederlanders écht van plan zijn. Zo krijgen missionarissen de taak om Papoease kinderen te heropvoeden, door ze ‘kennis te laten maken’ met de kerk. De Papoea’s moeten, aldus een commentator buiten beeld, “breken met het eeuwenoude isolement”. De Nederlanders moeten “het vertrouwen van de bevolking winnen”. ‘Gelukkig’ zijn de oorspronkelijke bewoners van het gebied “niet zo lui” als de kolonisten dachten en hebben ze een “goedlachse schik”. Hier verruilt Veldhuizen de romantiek uit het begin voor een spervuur aan voorbeelden van witte suprematie.
White saviorism
Jouwe omschrijft de bovengenoemde koloniale periode als “druipend van white saviorism”. Terecht merkt een andere geïnterviewde op dat Veldhuizen zelf ook een witte man is. Het moment waarop hij geconfronteerd wordt met zijn afkomst en status, heeft Veldhuizen ogenschijnlijk opzettelijk in de film gestopt. Misschien om juist te laten zien dat hij zich bewust is van zijn positie.
Het is in die zin logisch dat hij Jouwe veel ruimte geeft. Zij fungeert als het gezicht van de nieuwe generatie Papoea’s in Nederland, die met lede ogen aanziet hoe het land er vandaag de dag voorstaat. De Papoea’s worden tot de dag van vandaag onderdrukt door de Indonesische bezetter, terwijl de grondstoffenvoorraad van West-Papoea wordt leeggeroofd door rijke landen zoals de Verenigde Staten en Nederland.
The Promise is een pijnlijke, confronterende film. Onder meer omdat Veldhuizen aantoont hoe weinig aandacht er in de Nederlandse media is voor dit onderwerp. En in het onderwijs evenmin. Waar In-Soo Radstake in Indië verloren… (2023) het florissante beeld dat Nederlanders hebben van het Indonesische koloniale verleden vakkundig bijstelt, staat Veldhuizen in The Promise voor een wezenlijk andere taak: hij moet de kijker uitleggen dat er überhaupt een geschiedenis bestaat tussen Nederland en West-Papoea.
De opgepoetste archiefbeelden van die geschiedenis uit de jaren 50 leveren vrolijke plaatjes op, van Nederlanders die sporten en zwemmen. Ook amusement is populair. De film kantelt als jonge Papoease vrouwen in beeld komen tijdens een parade. Ze zijn uitgedost als Hollandse boerenmeisjes. Veldhuizen vat dit onaangename beeld in slow-motion en drukt de kijker met de neus op de feiten: dit beeld verdween misschien uit ons collectieve geheugen, maar zo gingen Nederlanders om met de Papoea’s.
Venijn in de staart
Hierna wordt geschakeld naar beelden van de jaarlijkse Nieuwjaarsduik in Scheveningen. Ook een feest met bezoekers die uitgedost zijn in Hollandse outfits. De link tussen verleden en heden, en tussen Nederlands-Nieuw-Guinea en Nederland, krijgt zo een naargeestige lading. Misschien ook wel omdat wij in het heden doorfeesten, terwijl West-Papoea nog altijd lijdt onder Nederlandse keuzes uit het verleden. Het venijn zit hem in de staart van de film waarin Veldhuizen naarstig schetst hoe Nederland zijn belofte van Papoease onafhankelijkheid niet nakwam.
Veldhuizen doet in The Promise twee prijzenswaardige dingen: hij herschrijft de geschiedenis, met onder meer de hulp van Jouwe. En geeft met de documentaire een onomwonden antwoord op de vraag die Nederlanders vaak stellen: “Wat heb ik hiermee te maken?” The Promise toont aan dat de Nederlandse cultuur, de koopmansgeest en de koloniale drift nog steeds in ons DNA zitten. Het is niet zonder reden dat we de Nederlandse verantwoordelijkheid voor het Papoease verleden marginaliseren. Wie deze film ziet kan echter niet zo makkelijk meer wegkijken.
The Promise is vanaf 22 mei in de bioscoop te zien.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand