Als de Tweede Kamer dinsdagmiddag vóór de NSC-motie stemt om de wijziging van de ‘Transgenderwet’ te laten intrekken, wat de verwachting is, dan begint een nieuw hoofdstuk in de lange geschiedenis van politici die mij en andere trans mensen het leven zuur maken. De wetswijziging werd drie jaar geleden voorgesteld, en zou het makkelijker maken de M of V in je paspoort te veranderen. Voor de transgemeenschap is de versoepeling symbool komen staan voor ons recht op zelfbeschikking.
Als de Transgenderwetswijziging uit de weg is geruimd, zal een volgende (radicaal-)rechtse regering proberen ook de gezondheidszorg voor transgender personen in te perken, ons nog verder demoniseren en beetje bij beetje de rechten van transgender personen afnemen. Klinkt vergezocht? De voorbereidingen zijn al in volle gang.
Update 16 april 15:00
Voor aanvang van het debat hebben NSC en mede-indiener SGP laten weten dat zij hun motie ‘aanhouden’. Dat betekent dat de partijen de motie als het ware even opzij leggen. De partijen hebben 12 weken de tijd om de motie opnieuw aan te houden of alsnog in stemming te brengen.
Freya Terpstra van belangenorganisatie Transgender Netwerk: “We weten nog niet waarom NSC de motie nu aanhoudt, maar we zijn wel blij dat het wetgevingsproces zorgvuldig blijft. Dat vinden we het belangrijkste: dat politiek gestoeld blijft op feiten.” Met een e-mailactie riep TN Kamerleden de afgelopen dagen Kamerleden op tegen de motie te stemmen.
Na de Transgenderwet: puberteitsremmers
Om te begrijpen waar de neuzen van politiek Nederland naartoe gericht staan, kun je het beste naar de situatie in het Verenigd Koninkrijk kijken. Overzichtsstudies naar de juridische en sociale situatie van trans personen laten namelijk zien dat die in Nederland meer op die in het Verenigd Koninkrijk lijkt dan op die in bijvoorbeeld Duitsland en België. Een dag nadat NSC’er Van Vroonhoven haar motie tegen de Transgenderwetswijziging indiende, namen de Duitsers een ‘zelfbeschikkingswet’ aan die erg lijkt op de voorgestelde wijziging van de Nederlandse Transgenderwet. In België is zo’n wet al langer van kracht.
Op de Britse eilanden gebeurde vorige week juist iets heel anders: woensdag verscheen een langverwacht overzichtsrapport naar gendergerelateerde zorg voor Engelse kinderen en jongeren. Conclusie: er zou nauwelijks gedegen onderzoek bestaan naar de langetermijngevolgen van medische genderzorg. Hoofdonderzoeker Hilary Cass was met name kritisch op het voorschrijven van puberteitsremmers. De Engelse gezondheidsdienst NHS schrok eerder al zó van een tussentijds rapport van Cass, dat ze al goeddeels stopten met het voorschrijven van puberteitsremmers.
‘Tegenstanders’1 van genderbevestigende zorg waren blij met Cass’ rapport en het besluit van de NHS om puberteitsremmers aan banden te leggen. Maar vanuit de transgemeenschap, en van mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty UK, klonk luide kritiek. Cass’ onderzoek zou worden gekaapt door ‘anti-transgroepen’ en haar methode bleek ook nog eens zo lek als een mandje, doordat ze tientallen onderzoeken als minder kwalitatief beschouwde, omdat daarin een placebo-controlegroep ontbrak: mensen die bijvoorbeeld niet weten of ze wel of geen puberteitsremmers krijgen. Terwijl in veel medische disciplines zo’n controlegroep uit ethische overwegingen bewust niet wordt gevormd.
Britse en Nederlandse journalisten schreven tamelijk kritiekloos over het rapport en het besluit van de NHS om te stoppen met puberteitsremmers. NRC wijdde er zelfs een redactioneel commentaar aan en schreef dat een soortgelijk onderzoek in Nederland ook geen verkeerd idee zou zijn. In februari nam de Tweede Kamer al een motie aan van NSC-lid Rosanne Hertzberger, die de regering verzocht de ‘fysieke en mentale gezondheidsuitkomsten’ van puberteitsremmers te laten onderzoeken. Saillant detail: zo’n onderzoek lóópt al, bij het Amsterdam UMC, maar dat vond de redactie van NRC geen probleem: dan komen er toch gewoon twee onderzoeken?
Na de puberteitsremmers: geen zorg tot je 25ste
Binnen de transgemeenschap leeft altijd de vrees dat de uitkomsten van onderzoeken naar onze zorg en ons welzijn misbruikt worden om die zorg aan banden te leggen en onze rechten in te perken. Als dat in Nederland gebeurt met puberteitsremmers, zoals in het VK, dan zal dat beslist niet de laatste maatregel zijn waarmee de politiek transgender mensen het leven zuur maakt. Een getal dat je dan hoogstwaarschijnlijk veel zult horen is ‘25’, bekend van de mythe dat het menselijk brein pas na 25 jaar is uitontwikkeld.
In werkelijkheid ontwikkelt het brein zich natuurlijk veel grilliger, en zijn mensen ruimschoots voor hun 25ste al prima in staat belangrijke beslissingen over hun identiteit te nemen. Niettemin schermen ‘tegenstanders’ van genderbevestigende zorg met de vermeende ‘onvolgroeidheid’ van het brein van 25-minners, die zou rechtvaardigen dat jongeren met een transitiewens als kinderen behandeld moeten worden. Uit gelekte chatberichten van een grote Amerikaanse anti-translobbygroep blijkt dat het voortdurend hameren op die onvolwassenheid een geliefde methode is om (uiteindelijk) transzorg aan banden te leggen. Ook het Britse Cass-rapport lijkt aan te sturen op het inperken van zorg aan mensen tussen de 17 en 25: zij zouden in die acht jaar een soort ‘overgangstraject’ moeten krijgen, om hen bij te staan in deze ‘kwetsbare periode’ in hun leven. Pas op hun 25ste zouden ze dan als reguliere volwassenen worden behandeld.
In Nederland hebben artsen gelukkig veel meer te zeggen over de zorg voor mensen met een transitiewens dan politici. Maar in elk geval één van de partijleiders die nu aan het formeren is, maakte al duidelijk daar graag verandering in te brengen: in de zomer van 2023 stelde Pieter Omtzigt (toen nog partijloos, nu NSC-leider) samen met Nicki Pouw-Verweij (toen JA21, nu BBB) vragen aan minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) over puberteitsremmers en hormonen aan pubers met een ‘nog onvoldoende ontwikkeld brein’. Vond de minister niet dat genderzorg voor minderjarigen eigenlijk iets is wat ‘de bevoegdheid van de medische beroepsgroep overstijgt’ en door de politiek moest worden overgenomen? Dat vond de minister gelukkig niet, maar als het straks tijd is voor de ministeriële stoelendans, hou ik goed in de gaten welke partij de stoel van de minister van VWS claimt.
Ondertussen: demonisering van trans mensen gaat door
Nadat de Transgenderwetswijziging in mei 2021 werd voorgesteld, is er pas één keer over gedebatteerd: in september 2022. Ik schreef al eens voor OneWorld over de schrikbarende hoeveelheid transfobie die voorbijkwam tijdens dat debat, maar één Kamerlid spande de kroon: Pieter Omtzigt (toen partijloos) noemde mensen die de geslachtsaanduiding in hun paspoort wilden aanpassen in één adem met veelvoudig kindermisbruiker Robert M, een cisgender man die zeker 83 kinderen misbruikte. Een halfjaar later deed Omtzigt nog een schepje boven op die verdachtmakingen aan tafel bij OP1, waar hij zei dat als mensen ‘zelf hun geslacht mogen kiezen’, je één ding zeker weet: ‘De kleedkamers en dergelijke zijn niet meer beschermd.’
Het moge duidelijk zijn: wat Pieter Omtzigt betreft hebben transgender vrouwen niets te zoeken in openbare vrouwenruimtes. Maar is zijn NSC dan van plan om niet alleen de wetswijziging te torpederen, maar ook de bestáánde Transgenderwet aan te pakken, zodat het bijvoorbeeld niet makkelijker, maar móeilijker wordt je geslachtsaanduiding aan te passen? Welnee, zei NSC-Tweede Kamerlid Van Vroonhoven. Volgens haar vindt NSC de Transgenderwet zoals die nu is zelfs ‘hartstikke goed en heel erg belangrijk’. Helaas is dat natuurlijk weinig geruststellend uit de mond van een Kamerlid dat uit het niets een bom legde onder een amper besproken wetswijziging.
Niet ondenkbaar: persoonlijke gegevens verzamelen
Terwijl de Tweede Kamer zich opmaakt om dinsdagmiddag de Transgenderwetswijziging van tafel te laten vegen, hebben ook Britse ‘tegenstanders’ van genderbevestigende zorg hun volgende doelwit bepaald: na het Cass-onderzoek wil de NHS een soortgelijk onderzoek naar de zorg voor volwassen transgender personen. Cass had namelijk geklaagd dat zes genderklinieken hadden geweigerd gevoelige medische patiëntinformatie te overhandigen. De NHS zegt bereid te zijn die genderklinieken daartoe te dwingen. De patiënten vrezen voor hun veiligheid en privacy als gedetailleerde medische persoonsgegevens over hen worden verzameld.
Zo’n scenario is ook niet ondenkbaar in Nederland. Sterker: twee maanden geleden werd een Kamermotie ingediend over het verzamelen en met de Tweede Kamer delen van medische én persoonsgegevens van transgender personen. Zulke medische gegevens zijn ‘bijzondere persoonsgegevens’ en worden extra beschermd door de Autoriteit Persoonsgegevens. Demissionair minister Pia Dijkstra (Medische Zorg, D66) schrok zo van de gevaren van de motie dat zij die ‘met klem ontraadde’, tot onvrede van de indiener, die de motie vooralsnog opzij heeft gelegd om later eventueel opnieuw in te kunnen dienen. Die indiener was trouwens opnieuw… Rosanne Hertzberger, van NSC.
Deze hondenfluitjes ga je nog vaak horen
In gesprekken over transgender mensenrechten komen altijd veel hondenfluitjes, drogredeneringen en afleidingmanoeuvres voorbij. Hieronder vijf voorbeelden van hondenfluitjes die je nog vaak zult horen onder een (radicaal-)rechts kabinet.
‘Zorgvuldig’
NSC profileert zich als een partij die ‘zorgvuldigheid’ hoog in het vaandel heeft staan. Maar zorgvuldigheid is per definitie relatief, zeker als het om medische zorg gaat. Hameren op zorgvuldigheid kan een manier zijn om het gesprek te vertragen, want wanneer is zorg ooit zorgvuldig genoeg? Spijtpercentages onder transgender personen zijn bijvoorbeeld bijzonder laag (rond de 1 procent), toch pleiten ‘tegenstanders’ van genderbevestigende zorg steevast voor nóg meer onderzoek naar transitiespijt. Soms zelfs met als redenering dat zúlke lage percentages wel onzorgvuldig onderzocht móeten zijn.
‘Terughoudend’
Moties over puberteitsremmers pleiten altijd voor ‘(grote) terughoudendheid’ of wijzen op die terughoudendheid in het buitenland. Daar lijkt vaak de hoop achter te zitten dat een puber vanzelf over diens transitiewens heen zal groeien als je maar niks doet. Bij kinderen met een kortstondige transitiewens (wat veel voorkomt) gebeurt dat inderdaad vaak, maar de kinderen die hun weg hebben gevonden naar de genderpoli, hebben veel vaker een duurzame transitiewens. Achteroverleunen terwijl iemands lichaam zich in een ongewenste richting ontwikkelt, is dan natuurlijk geen terughoudendheid, maar mishandeling.
‘Onomkeerbaar’
‘Tegenstanders’ van genderbevestigende zorg roepen bij veel medische ingrepen vaak op ijzingwekkende toon dat die ‘onomkeerbaar’ zijn. Dat klopt natuurlijk, maar dat geldt in veel gevallen ook voor het úitblijven van die ingrepen. Voor veel transgender vrouwen zijn ongewenste veranderingen als gevolg van testosteron (zoals een hogere haargrens en lagere stem) bijvoorbeeld een blijvende bron van ongeluk.
‘Ingrijpend’
Voor ‘ingrijpend’ geldt min of meer hetzelfde: bijna elke puberteit is een turbulente en ingrijpende periode, maar betekent dat dan dat die nog vervelender moet worden door je een puberteit te laten doorgaan die jij als de verkeerde beschouwt?
‘Levenslang’
Mijn persoonlijke favoriet. Transgender personen zouden ‘levenslang’ hormonen moeten slikken, injecties moeten zetten of hormoongel op hun huid moeten smeren, waarschuwen de ‘tegenstanders’. Klopt allemaal, en ze moeten ook levenslang twee keer per dag hun tandjes poetsen en na het plassen hun handjes wassen.
- De mensen die pleiten voor het aan banden leggen van genderbevestigende zorg vormen een divers gezelschap, met verschillende opvattingen over genderdiversiteit. Hoewel ik geloof dat hun gedeelde kernmotivatie transfobie is, gebruik ik het bijvoeglijk naamwoord ‘transfoob’ liever voor uitspraken en daden dan voor mensen. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand