Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Toen ik erachter kwam dat ik ziek was, was ik al jaren bezig met activisme. Op een gegeven moment had ik gedeeltelijk een rolstoel nodig. Ik verdiepte me in het fenomeen dat validisme heet. Een rolstoelgebruiker die de achteringang moet gebruiken, uitdrukkingen als ‘hij is gestoord’, ‘zij is achterlijk’ of ‘wat debiel’: allemaal voorbeelden van validisme. Op het kruispunt van feminisme en validisme kijk je dus ook naar dingen als het feit dat vrouwen met een beperking minder kansen op de arbeidsmarkt krijgen, onder hun niveau les krijgen, vaak afhankelijk zijn van een uitkering.
Andere activisten begonnen me uit te sluiten, omdat ze validisme minder belangrijk vonden dan LHBTI+- fobie of racisme. Zelfs door mensen die strijden tegen systematische onderdrukking werd ik onderdrukt. Zaken als gedwongen sterilisatie van mensen met een verstandelijke beperking, het gebrek aan onderzoek naar ziekte bij en medicijnen voor vrouwen, het feit dat vrouwen met en beperking meer te maken krijgen met (seksueel) geweld, worden vaak niet gezien door feministen zonder beperking.
“
Als je niet vecht voor alle vrouwen, vecht je voor geen enkele vrouw
Maar als je niet vecht voor alle vrouwen, vecht je eigenlijk voor geen enkele vrouw. Waarom staan er in een lijstje met vrouwen die in de geschiedenis over het hoofd gezien zijn, nog steeds geen vrouwen met een beperking?
Hoe begin je vervolgens het gesprek over validisme, als de locatie waar je erover gaat spreken ontoegankelijk is, zowel sociaal als fysiek? Activisten maken bijvoorbeeld ruzie met mensen met autisme, omdat die beperking een andere manier van communiceren vereist. Of er zijn fysieke drempels waardoor iemand in een rolstoel niet op de plek kan komen. Ontoegankelijkheid is eigenlijk zeggen ‘je bent niet welkom’. Het is zware uitsluiting, alle activisten behalve jij zijn welkom.
“
In bepaalde activistische groepen wordt totaal niet geluisterd
Ik vind dat als iemand zichzelf een intersectioneel feminist noemt, diegene zich moet verdiepen in alle gemarginaliseerde posities. Maar in bepaalde activistische groepen wordt totaal niet geluisterd. Ik heb vaak op het punt gestaan om de handdoek in de ring te gooien. En dat terwijl feministen met een beperking juist nodig hebben dat feministen zonder beperking voor hen opkomen.
Tijdens de Womens’ March organiseerden we de online disability march, waar vrouwen van zich konden laten horen die niet fysiek op de mars aanwezig konden zijn. Iemand postte daar: “Naast dat ik over het algemeen vooral huis- en bedgebonden ben, is de wereld ontoegankelijk voor mij. Daarom wil ik de marcheerders vragen om te kijken door onze ogen en te vechten voor onze rechten waar wij zelf niet kunnen zijn.”
“
Eerst voelde ik me echt Remi op de wereld, alsof ik alleen aan het roepen was
Ik heb wel een verandering gezien in de afgelopen jaren. Eerst voelde ik me echt Remi op de wereld, alsof ik alleen aan het roepen was. Ik merk nu dat we in een soort stroomversnelling zitten, en daar ben ik heel erg blij mee. Ik denk dat het komt door de nieuwe generatie; we spreken ons steeds meer uit en zien de noodzaak daarvan ook. We zijn boos. We gaan nu niet meer weg.”