Soraya Chemaly Beeld: Karen Sayre
Interview

Vrouwen mogen fonkelen van woede

De Amerikaanse criticus, feministische schrijver en activist Soraya Chemaly bezoekt Nederland ter promotie van haar onlangs verschenen boek Fonkelend van woede. Giselle Defares spreekt haar over de kracht van vrouwelijke boosheid. “Boosheid wordt sterker zodra het gedeeld kan worden.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De wereldwijde opkomst van de #MeToo-beweging; de ophef rond de woede-uitbarsting van Serena Williams tijdens de tennisfinale van de US Open; maar ook de fictieve vrouwelijke woede in de hitserie Killing Eve: boze vrouwen lijken op het moment media en populaire cultuur te domineren. Natuurlijk, vrouwen zijn altíjd boos geweest – of het nu gaat om loonongelijkheid, stemrecht, de werklast in huis en op de werkplek – maar nu wordt vrouwelijke woede serieuzer genomen dan ooit.

Boosheid is politiek

De boosheid van vrouwen werd lange tijd niet gezien als politieke macht

De media-aandacht voor vrouwelijke boosheid vloeit ook voort uit de tumultueuze tijd waarin we leven: vol sociale en politieke onrust. “Het gaat om een dynamische beweging”, zegt Chemaly. “Ik denk dat het wereldwijd gaat om een verschuiving naar macho-fascisme en bestuur. De opkomst van autoritaire leidersfiguren, die gepaard gaat met ‘toxische mannelijkheid’. De verkiezing van Trump in 2016 was voor veel mensen een schok. In de VS zien we de boosheid van (voornamelijk witte) mannen als een burgerlijke deugd. Het is een erkende politieke macht in de geschiedenis van de natie.

Daartegenover werd de boosheid van vrouwen tijdens de burgerrechten- en feministische bewegingen slechts gezien als ‘de boosheid van vrouwen.’ Níet als politieke of zelfs revolutionaire macht. Vóór de afgelopen presidentsverkiezingen hadden witte, conservatieve vrouwen de hoogst gemeten mate van woede, na de verkiezingen waren dat witte, liberale vrouwen. Zo ontstond bij mij de vraag: kunnen we praten over wiens woede ertoe doet?”

Het werk van Soraya Chemaly (1966) richt zich op de rol van gender in politiek, technologie, media en populaire cultuur. Als freelance schrijver verscheen haar werk onder meer bij The Guardian, TIME en The New Statesman. Ze is TEDx-spreker en was als criticus bij BBC en CNN te zien. Ze heeft vijftien jaar ervaring als consultant en strategisch planner op het gebied van media, data en technologie. Die ervaringen gebruikt ze in haar werk als directeur van het Women in Media Speech Project. Hiermee pleit Chemaly voor inclusiviteit in de media en het vergroten van vrijheid van meningsuiting voor vrouwen.

Van kind af aan

Al in de kindertijd worden jongens en meisjes door hun directe omgeving niet hetzelfde behandeld, wat van invloed is op hoe zij hun emoties uiten. “We moeten erkennen dat we allemaal vooroordelen hebben die in onze cultuur zitten. Zelfs de progressiefste en meest alerte mensen behandelen – zonder dat ze zich er misschien bewust van zijn – jongens en meisjes anders. Jonge meisjes wordt geleerd om beleefd te blijven, maar jongens kunnen hun dominantie uitoefenen. Kijk maar naar de taal die mensen gebruiken als een kind boos is, of een woedeaanval krijgt. Bij een jongen gebruiken ze woorden als ‘woede’; het gedrag associëren ze met krachtige negatieve emoties. Maar bij een meisje zijn mensen geneigd haar te omschrijven als ‘verdrietig’, ‘kwetsbaar’, of iemand die zorg nodig heeft.”

Boosheid als sociaal construct

Verschillende factoren spelen een rol in hoe boosheid wordt waargenomen en behandeld: ras, geslacht, klasse, etniciteit en sociale status. Zo worden op middelbare scholen bijvoorbeeld boze meisjes van kleur eerder de klas uitgestuurd of geschorst, vertelt Chemaly. “In de kern zijn de emoties van mannen en vrouwen hetzelfde, maar dit gaat over woede als sociaal construct. Woede is een sociale emotie, die een eis stelt aan de wereld en de mensen om iemand heen.

Als vrouwen hun boosheid uiten verwart dat de maatschappij

Mannen – ongeacht klasse, ras of status – associëren woede met macht, en vrouwen met machteloosheid. Woede wordt zo een bevestiging van mannelijkheid. Als vrouwen hun boosheid uiten, of via die emotie autoriteit of leiderschap opeisen, dan verwart dat de maatschappij. Er bestaan ook nuanceverschillen: mannen ervaren schuldgevoelens nadat ze zich boos hebben geuit, terwijl vrouwen schaamte voelen. Schaamte suggereert dat er iets mis is met je persoon, je essentie. Dat komt doordat we jongens leren hun gender te associëren met actief gedrag en controle over hun omgeving. Meisjes wordt geleerd om zorgzaam te zijn en géén controle uit te oefenen. Dus als ze woedend zijn voelen ze schaamte en geen schuld.”

Kritiek op de toon

Vaak wordt bij vrouwen eerder op de toon dan op de inhoud van hun woorden gelet. In Fonkelend van woede verwijst Chemaly naar het werk van hoogleraar en filosoof Alison Bailey. Die stelt dat ‘toonkritiek’ (kritiek dus op hóe iets gezegd wordt) in feite het ‘reguleren van boosheid’ is; een manier om boosheid te onderdrukken.

“Net zoals Alison Bailey schreef ik over ‘epistemische onrechtvaardigheid’1. Daarmee kun je begrijpen waarom de maatschappij wel of niet erkent wat je zegt. Toonkritiek is een waarschuwing: het geeft aan dat diegene zich niet kan concentreren op de inhoud van je woorden. Mensen willen eigenlijk dat je stopt met praten. Het bekritiseren van je toon werkt daardoor als machtsdynamiek.”

Vrouwelijke boosheid ontkennen of minimaliseren gebeurt om de eigen status te beschermen

Boze vrouwen wordt vaak een slachtoffermentaliteit verweten. En zulke ontkenning van vrouwelijke boosheid wordt toegepast door zowel mannen als vrouwen, vertelt Chemaly. “Er zullen altijd mensen zijn die niet willen geloven wat je te zeggen hebt. Dat komt doordat mensen hun identiteit en overtuigingen altijd willen beschermen. Vrouwen die hun eigen boosheid niet omarmen, kunnen uit zelfbescherming in de ontkenning schieten als andere vrouwen hun boosheid uiten. Vrouwelijke boosheid ontkennen, minimaliseren of trivialiseren is dus een mechanisme om de eigen status te beschermen.”
Chemaly’s boek maakt vrouwelijke woede tastbaar. “Uiteindelijk wil ik dat meisjes en vrouwen een manier hebben om te begrijpen wat ze meemaken, en de juiste woorden en een referentiekader hebben. Zodat ze zichzelf niet in de steek laten.”
Genderverwachtingen zijn alom aanwezig, waardoor het uiten van boosheid voor veel vrouwen nog altijd een drempel heeft. Chemaly betoogt in haar boek dat onderdrukte vrouwelijke boosheid een verspilde hulpbron is. Ze schetst tien strategieën om boosheid te onderkennen en productief in te zetten.

Welke adviezen geeft ze vrouwen hiervoor? 

1. Ontwikkel zelfbewustzijn

“Er zijn mogelijkheden om als vrouw gehoord te worden om wát je zegt en niet om hóe je het zegt. Daarvoor is context allesbepalend. Emotionele competentie is het vermogen om de context te beoordelen, en om de situatie en de mensen om je heen te begrijpen. Je voelt boosheid omdat je iets nodig hebt om te veranderen. Om een beter zelfbewustzijn te ontwikkelen betekent het dat je je boosheid onder ogen moet zien, het gevoel moet erkennen en je afvragen: ‘Oké, waarom voel ik me zo, wat zegt dat me?’ Zo ben je in staat om gericht een oplossing te vinden voor het probleem waarmee je geconfronteerd wordt.”

2. Vorm productieve gemeenschappen

“Woede isoleert als het onderdrukt wordt, als je je boosheid voor jezelf houdt. Maar weinig vrouwen hebben de macht om als individu verandering teweeg te brengen. Maar boosheid wint aan kracht zodra het gedeeld kan worden met anderen. Zo kunnen vrouwen via collectieve actie een probleem op een positieve manier benaderen. De beste gemeenschappen zijn gemeenschappen waarin vrouwen samenkomen in woede. Ze zijn gemotiveerd, vinden andere vrouwen en brengen veranderingen aan in hun gemeenschap. Dat is altijd zo geweest, als je naar grassroots feministische stromingen kijkt. Het zijn organisaties van vrouwen die boosheid en creativiteit samenbrengen, met weinig beschikbare (financiële) middelen, om verandering te bewerkstelligen.”

3. Vertrouw anderen

“Je bent niet de enige met gevoelens van boosheid. Meer mensen voelen een conflict over hun boosheid, of schaamte, raken verlamd, kunnen er niet naar handelen. Leren omgaan met boosheid gaat niet alleen om empowerment, maar ook om macht. Bij empowerment wordt vaak de nadruk gelegd op het individu om verandering te creëren. Maar ik wil het juist hebben over collectieve macht. Een individu kan verandering in gang zetten, maar door samenwerking kunnen veranderingen daadwerkelijk doorgevoerd worden.”

Waarom is de rassenleer weer terug?

‘Als je niet faalt, ga je ook niet vooruit’

  1. De term ‘epistemische onrechtvaardigheid’ verwijst naar onrecht dat raakt aan de reikwijdte van kennis en hoe die wordt gecommuniceerd en begrepen. De term wordt gebruikt in discussies over onderdrukking, macht en kennis. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons