Beeld: Julia Rombout
Column

‘Wat rechtse partijen ook zeggen, mijn zusje is een doodnormale puber’

‘In de (verkiezings)retoriek van rechtse, Nederlandse partijen worden migranten weggezet als een grijze massa die in rap tempo banen en huizen van geboren Nederlanders afpakt.’ Dat steekt Aisha Mansaray, die na zestien jaar haar zusje gaat ontmoeten.

Een eerdere versie van deze column verscheen in september 2023 in OneWorld Magazine.
Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Net nadat het kabinet viel over gezinshereniging, deze zomer, kregen mijn stiefmoeder en zusje in Gambia het bericht dat ze hun Nederlandse paspoort met visum konden ophalen bij de dichtstbijzijnde Nederlandse ambassade, in Mali. Na jarenlange, slopende bureaucratie en ingewikkelde procedures was iets wat bijna onmogelijk leek plots werkelijkheid geworden: mijn vader wordt met zijn gezin herenigd.

 

In zijn arbeidershuisje in Amsterdam-Noord dromen we onder het genot van een kopje koffie over zijn nieuwe leven. Hoe zal het voor hem zijn om niet meer alleen te wonen? Heeft mijn zusje zin in een nieuwe school en een toekomst met meer mogelijkheden dan ze thuis had? Is mijn stiefmoeder blij, of vindt ze het vooral spannend?

 

Mijn Sierra Leoonse vader vluchtte eind jaren 80 naar Europa. In zijn thuisland broeide politieke onrust: corruptie en een instortende economie bleken de voorfase van de burgeroorlog. Hij vroeg in Nederland asiel aan en kon hier zijn studie Spaans en zijn werk als tolk oppakken. Hij trouwde met mijn Nederlandse moeder en na een jaar werd ik geboren. Tijdens de burgeroorlog kwamen veel van mijn vaders familieleden om, anderen vluchtten naar West-Afrikaanse (buur)landen als Gambia en Liberia. Nadat mijn ouders scheidden, vertrok mijn vader naar Gambia, waar zijn familie inmiddels een redelijk veilig bestaan had opgebouwd. Daar ontmoette hij zijn huidige Sierra Leoonse vrouw, met wie hij nog een dochter kreeg.

 

Tweet dit

Op mijn zusjes WhatsApp-foto’s zie ik een hippe puber met een eigen wil

Tweet dit

 

Mijn (half)zusje is inmiddels zestien, ik heb haar nooit ontmoet. Toen mijn vaders sikkelcelziekte in Gambia minder goed behandelbaar bleek dan in Nederland, vestigde hij zich toch weer in Amsterdam. Hij begon de gezinsherenigingprocedure om zijn vrouw en dochter naar Nederland te krijgen, maar zou hen jarenlang niet zien.

 

Als ik met mijn zusje bel of voicememo’s uitwissel, raak ik ontroerd door haar lieve, jonge meisjesstem. Op foto’s die mijn vader vroeger liet zien, zag ik een vrolijk kind, soms met hoofddoek, soms zonder. Op mijn zusjes WhatsApp-foto’s zie ik nu een hippe puber met een eigen wil.

 

In de (verkiezings)retoriek van rechtse, Nederlandse partijen worden migranten weggezet als een grijze massa die in rap tempo banen en huizen van geboren Nederlanders afpakt. Weinig wordt er ingezoomd op hun mensenlevens; het limbo waarin gezinnen vaak jarenlang verkeren, de afstand tussen geliefden, ouders en kinderen, en de vervreemding als je elkaar na lange tijd weer ziet.

 

Met mijn vader bespreek ik hoe ik mijn zusjes kamer wil inrichten. Ik zie het voor me: een rieten Ikea-lamp, een lichtblauw – haar lievelingskleur – dekbedovertrek, wat Young Adult-boeken. Een puberkamer voor een doodnormaal, zestienjarig meisje dat een gewoon gezinsleven wil.

 

Een eerdere versie van deze column verscheen in september in OneWorld Magazine.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons