Beeld: Nanna de Jong
Opinie

Zeg niet ‘we zijn allemaal een beetje bi’

Bi+’ers zijn de grootste groep binnen de lhbti+-gemeenschap, maar ze zijn nauwelijks zichtbaar. Wel krijgen ze meer te maken met vooroordelen en geweld dan mensen die maar op één gender vallen. Jantine van Lisdonk en Hanneke Felten geven tips om deze groep te steunen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Onlangs was het groot nieuws in Vlaanderen: politicus Conner Rousseau van de sociaaldemocratische partij Vooruit voelde zich gedwongen ervoor uit te komen dat hij ‘minstens op mannen en vrouwen valt’. In zijn coming-out video zei hij dat hij een jarenlange struggle had ervaren, waarin hij zich ‘opgejaagd wild’ voelde en steeds minder adem kon halen.

 

Bi+ zijn is nog steeds een taboe, ook in Nederland. Allereerst die term: bi+. Wat is dat? Mensen die vallen op meer dan één gender, gebruiken diverse termen om zichzelf te beschrijven, zoals bi, pan, queer of helemaal geen term. Omdat er zoveel woorden voor bestaan, wordt ook wel de overkoepelende term ‘bi+’ gebruikt.

 

Bi+ mensen voelen zich vaak onveilig: vorige zomer bleek uit onderzoek dat lesbische, homoseksuele en biseksuele Nederlanders zich nog steeds onveiliger voelen dan heteroseksuele mensen. Gelukkig is de veiligheidssituatie van lesbische vrouwen en homoseksuele mannen verbeterd ten opzichte van 2012. Maar dat geldt niet voor biseksuele personen en zeker niet voor biseksuele vrouwen. Hoe kun je – of je zelf nou bi+ bent of niet – een betere bondgenoot voor hen zijn?

Tweet dit

Ongeveer 1 op de 3 mensen heeft enige reserve bij een vriendschap met een biseksueel persoon

Tweet dit

 

Bi, pan, queer…

Bi+ mensen hebben meer dan anderen te maken met discriminatie en geweld. Zo is bijna de helft van de biseksuele vrouwen in Nederland in 2022 slachtoffer geweest van seksuele grensoverschrijding of geweld, volgens onderzoek van het CBS. Bovendien voelt 39 procent van de biseksuele scholieren zich ongelukkig, tegenover 10 procent van de hetero- en 20 procent van de homoseksuele scholieren. Ook hebben bi+ mensen gemiddeld een slechtere mentale en fysieke gezondheid en levenstevredenheid dan monoseksuele mensen.

 

Vooroordelen en angst spelen een rol bij discriminatie van bi+ mensen. Ongeveer 1 op de 3 mensen heeft enige reserve bij een vriendschap met een biseksueel persoon. Ook is de onzichtbaarheid van bi+ mensen een probleem. Hoewel bi+ mensen met 1 miljoen in Nederland de grootste groep vormen binnen de lhbti+-gemeenschap, maakte 58 procent van de bi+ mensen al eens mee dat anderen het bestaan van hun seksuele oriëntatie ontkenden. 81 procent van de bi+ mensen zou willen dat zijn/haar/hun seksuele voorkeur oriëntatie serieuzer wordt genomen.

Monoseksuele norm

Veel mensen gaan er vanuit dat iedereen ‘monoseksueel’ is. Monoseksueel betekent dat je je aangetrokken voelt tot mensen van slechts één gender. Zowel hetero- als homoseksuele mensen zijn dus monoseksueel. Maar bi+ mensen voldoen niet aan de gangbare, monoseksuele norm, waardoor zij soms minder serieus worden genomen of discriminatie ervaren.

 

Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat een vrouw, na een relatie met een man, seks heeft met een vrouw en daar de reactie op krijgt dat zij gewoon ‘een beetje aan het experimenteren is’. Of homo mannen die tegen een bi+ man zeggen, dat hij in de kast zit en niet uit durft te komen voor zijn homoseksualiteit. De mogelijkheid dat hij bi+ is komt dan niet bij monoseksuele mensen op.

 

Hoe ben je een goede bondgenoot?

 

Wat kun je doen om die angst en vooroordelen te verminderen en discriminatie tegen te gaan? Onze tips zijn gebaseerd op meer dan 200 wetenschappelijke studies.

 

Tip 1: Deel kennis

 

Feitelijke informatie over bi+ mensen delen, kan stereotypen tegengaan. Geef bijvoorbeeld een combinatie van cijfers over hoeveel bi+ mensen er zijn, welke ervaringen zij hebben met discriminatie, wijs erop dat er meer bestaat dan monoseksualiteit en dat de monoseksuele norm leidt tot discriminatie. Sta je bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje en hoor je: ‘Is hij nu homo of hetero?’ Dan kun je als goede bondgenoot erin gooien: ‘Misschien is hij wel bi+, dat zijn namelijk zo’n 1 miljoen mensen in Nederland!’.

 

Het is wel belangrijk om als je die feiten geeft niet allerlei stereotypen over bi+ mensen te reproduceren, want die blijven vaak toch hangen (‘denk niet aan een roze olifant’).

Tweet dit

Veel mensen zeggen bijvoorbeeld ‘homokoppel’ terwijl ze niet weten of die mensen niet bi+ zijn

Tweet dit

Tip 2: Gebruik bi+-inclusieve taal

Veel mensen hebben het over ‘homokoppels’ en ‘heterokoppels’, terwijl ze de seksuele oriëntatie van de betreffende mensen niet kennen. Een koppel van twee mannen is niet per definitie een homokoppel. Zo worden bi+ mensen onzichtbaar gemaakt. Spreek in plaats daarvan van een ‘mannenkoppel’.

 

Andere voorbeelden van taal die – vaak onbedoeld – uitgaat van de monoseksuele norm zijn ‘homohuwelijk’ (opengesteld huwelijk), ‘homofoob geweld’ (anti-lhbti+ geweld), ‘lesbisch ouderschap’ (meermoederschap), ‘ongeacht of je op mannen of op vrouwen valt’ (ongeacht op welk gender je valt), ‘heb je een vriend of vriendin?’ (heb je een partner?) en Gay Pride (Pride). In de Bi+ Inclusieve Taalwijzer staan nog veel meer voorbeelden.

 

Tip 3: Spreek anderen aan op discriminatie

 

Uit onderzoek blijkt dat mensen zich minder discriminerend gedragen, als zij de indruk hebben dat anderen in hun omgeving dat zouden afkeuren. Ben je dus zelf monoseksueel? Spreek je dan uit tegen de discriminatie van bi+ mensen. Maakt iemand bij de koffieautomaat of op een feestje een negatieve opmerking over bi+ mensen? Spreek die persoon dan aan. Zeg duidelijk dat het niet kan.

Tip 4: Deel gevarieerde verhalen van bi+ mensen

 

Luister naar en lees over ervaringen van bi+ personen. Als je je inleeft in iemand uit een gestigmatiseerde groep of als je empathie voor iemand ontwikkelt, kan dat leiden tot minder vooroordelen, zo blijkt uit stapels onderzoek. Maar voor die inleving en empathie is wel een verhaal nodig met het perspectief van iemand die zelf op meer dan één gender valt.

 

Dat perspectief kan bijvoorbeeld komen uit een film, een boek, een artikel, maar ook door gewoon te luisteren naar bi+ mensen wanneer zij hun verhaal delen. Neem bijvoorbeeld ook je monoseksuele vrienden mee naar een film over een bi+ persoon.

 

Tip 5: We zijn niet ‘allemaal een beetje bi’

 

Vaak gehoord: ‘We zijn allemaal een beetje bi.’ Dat zeggen mensen met de bedoeling om open en niet-discriminerend te zijn, maar de opmerking is eigenlijk niet zo handig: uit onderzoek weten we dat een deel van de monoseksuele mensen door zo’n opmerking het idee kan krijgen dat hun (mono)seksualiteit wordt ‘bedreigd’. Dat maakt de kans groter dat zij bi+ mensen gaan discrimineren. Bovendien klopt het niet: sommige mensen zijn bi+ en anderen monoseksueel. Net zoals ‘kleurenblindheid’ eerder averechts werkt bij racisme, zo werkt het ook niet om te proberen de verschillende seksuele identiteiten en posities weg te poetsen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons