Beeld: Victoria Catalina*

‘Het zou je dochter maar zijn!’

Media voeden het stigma op sekswerk, zegt sekswerker Moira Mona. Hoe herkennen we de frames die hen in een verkeerd daglicht zetten? Vijf rode vlaggen. ‘Sekswerkers en slachtoffers van mensenhandel worden tegen elkaar uitgespeeld.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Trots twitterde de politie over de woning die ze sloot vanwege ‘illegale prostitutie’. Op de foto een tas met condooms, het bericht spreekt over aangetroffen ‘seksattributen’ en een taser. Waarom de foto van condooms erbij moest, is me een raadsel: is het een misdaad om voorzorgsmaatregelen te nemen tegen soa’s en ongewenste zwangerschappen? Tegelijkertijd wordt het heftigste aspect uit dit verhaal met het taalgebruik verbloemd. De woning is ‘bestuurlijk gesloten’, stelt het bericht. Dat betekent dat de sekswerkers op straat zijn gegooid, en dat midden in een pandemie.

Nieuwsberichten staan vaker vol vooroordelen en onjuistheden en ook politici en handhavers schuwen overdreven schattingen en horrorverhalen niet om hun antisekswerkstandpunten kracht bij te zetten. Deze tweet van de politie (die spreekt over ‘illegale prostitutie’ terwijl er onvergunde wordt bedoeld) is hier een duidelijk voorbeeld van. Ook een podcast van CDA-Kamerlid Anne Kuik en de Nationaal rapporteur mensenhandel getiteld ‘Vrouw te koop?’ past in het rijtje.

Media nemen dit soort terminologie vaak klakkeloos over zonder feiten te checken of de bron kritisch te bekijken. Dit stuk in het Parool werd door tal van media overgenomen, terwijl het barst van de onjuistheden. Ik snap wel waarom het lastig is. Over het algemeen hebben mensen weinig kennis over sekswerk, en gooien ze het op één hoop met mensenhandel, uitbuiting en dwang.

Er zijn tig beroepen waarvan ik niet zou willen dat mijn kind ze zou uitoefenen

Mensenhandel en seksueel geweld zíjn vreselijk. Niemand wil dit ontkennen. Probleem is dat media vaak suggereren dat het een kwestie van sekswerkers tégen slachtoffers is. In werkelijkheid worden sekswerkers en slachtoffers allebéi geraakt door geweld en stigma. Dat stigma wordt zwaar beïnvloed door hoe er in de media over sekswerk gesproken wordt. Willen we dit bestrijden, dan moeten we heel kritisch kijken naar wat er over ons geschreven wordt. Om jou te helpen stigma’s en vooroordelen over sekswerk in de media te herkennen én verborgen agenda’s te spotten: vijf red flags om alert op te zijn.

1. Onderbuikgevoelens en ellende-porno

Beeld: Victoria Catalina
‘Het zou je dochter maar wezen!’, is een veelgehoorde kreet van de antisekswerklobby en ook van mensen die zich eigenlijk nooit in sekswerk hebben verdiept. Ik bén iemands dochter en mijn ouders zijn het misschien niet altijd 100 procent met mijn werk eens, maar ik ben inmiddels 30 jaar oud, dus veel hebben ze daar niet over te zeggen. Sekswerkers zijn volwassen mensen (ménsen ja, al hoor je nooit over al die zoons die sekswerk doen).

De gedachte klinkt misschien niet onredelijk, maar is uiteindelijk niet meer dan een onderbuikgevoel: er zijn wel tig beroepen waarvan ik niet zou wensen dat mijn hypothetische dochter of zoon ze zou uitoefenen. Maar dat ík toevallig niet bij de belastingdienst wil werken, betekent nog niet dat de mensen die het wel doen worden uitgebuit en niets dan ellende kennen.

Het lijkt alsof je een keuze moet maken: ben je vóór sekswerkerrechten of tégen mensenhandel?

Veel artikelen over sekswerk en mensenhandel zijn daarbij onnodig expliciet waar het gaat om de ervaringen van sekswerkers of slachtoffers. De werkzaamheden of uitbuitingssituaties worden bijna pornografisch beschreven en zijn erop gericht te choqueren. Neem dit interview, over een slachtoffer dat hondenvoer te eten kreeg van haar pooier. Dit wordt opgediend als smeuïg verhaal en het is niet eens het slachtoffer zelf dat spreekt; nee, er wordt óver haar gesproken. Haar trauma en de details van haar slachtofferschap dienen puur als sensatie, want ook zonder die details weten we dat mensenhandel niet oké is.

2. Het mensenhandelargument

Sekswerkers en slachtoffers (van mensenhandel of seksueel geweld) worden vaak tegen elkaar uitgespeeld, terwijl we allemáál baat hebben bij meer rechten. Dit artikel in de Groene Amsterdammer suggereert dat de twee groepen elkaars belangen in de weg zitten. Maar de werkelijkheid is niet zo zwart-wit. Ook sekswerkers die vrijwillig sekswerk doen, kunnen slachtoffer worden van uitbuiting en geweld – vaak juist aangewakkerd door stigma en discriminatie.

Tegelijkertijd worden in de standpunten van politieke partijen sekswerk en mensenhandel op één hoop gegooid, alsof de twee niet los van elkaar te zien zijn. Zo lijkt het alsof je een keuze moet maken: ben je vóór sekswerkerrechten of ben je tégen mensenhandel? Terwijl: wie is er nu voorstander van mensenhandel? Juist sekswerkers zijn tegen mensenhandel en uitbuiting. En juist om die uitbuiting tegen te gaan, willen we meer rechten. Verschillende organisaties, waaronder Amnesty, zijn het erover eens dat het decriminaliseren van sekswerk ook de slachtoffers het beste helpt.

De aanmeldingsprocedure van sommige camsites is ongeveer net zo moeilijk door te komen als de douane op Schiphol

Dit artikel in Trouw, over een ‘onderzoek’ naar mensenhandel, dwang en uitbuiting bij webcamseks, pleit voor meer controle en toezicht op de sector. Het desbetreffende rapport stelt echter dat het maar om acht mensenhandelsituaties gaat tussen 2005 en 2015 en dat camsites al ontzettend veel doen tegen misbruik. Bovendien noemt het rapport een paar grote platforms niet, terwijl juist deze populair zijn en hun aanmeldingsprocedure ongeveer net zo moeilijk is door te komen als de douane op Schiphol. Bij inschrijving moet je een ID-kopie, een bewijs dat je woont op het opgegeven adres, je KvK-inschrijving, bewijs van jouw bankrekeningnummer én een foto met actuele datum opsturen (vandaar de map vol selfies met pakken yoghurt op mijn computer). Daarnaast worden de meeste platforms actief gemonitord. Er zijn sekswerkers van platforms gegooid vanwege zichtbare tampontouwtjes omdat werken tijdens je menstruatie op uitbuiting zou wijzen. Hoeveel privacy en zelfstandigheid moeten we opgeven voor een beetje schijnveiligheid?
Beeld: Victoria Catalina
Als je in artikelen over misstanden binnen de seksindustrie een ander beroep in zou vullen, klinkt het al snel absurd. Wie zou pleiten voor meer toezicht in het bakkerswezen omdat er bij de politie te weinig bekend is over deze beroepsgroep, wordt raar aangekeken. Maar ook in het bakkerswezen vindt uitbuiting plaats, omdat bakkerijen heel vroeg beginnen en daardoor buiten zicht mensen zonder verblijfsvergunning voor weinig kunnen laten werken. Toch bestaan er geen antibakkerscampagnes.

3. Sturend taalgebruik

Woorden maken een wereld van verschil. Zo stamt ‘prostituee’ uit het Frans en betekent het ‘zich ter beschikking stellen’. Iedere sekswerker kan je vertellen dat het zo niet werkt. We verlenen een dienst en laten niet ons lichaam gebruiken. We hebben zoals ieder mens onze eigen grenzen en voorwaarden voor consent. Termen als ‘stuk vlees in een etalage’, ‘levende opblaaspop’ en andere passieve omschrijvingen van ons beroep werken dehumaniserend omdat ze ons neerzetten als lijdend voorwerp in plaats van mens. Dit werkt stigma en geweld in de hand – het is makkelijker om iemand die je niet als volwaardig mens ziet, haar rechten af te nemen en geweld aan te doen.

Onvergund sekswerk is niet illegaal, het staat gelijk aan je gevel de verkeerde kleur schilderen

Ook kiezen antisekswerklobbyisten vaak voor grove beschrijvingen van de werkzaamheden. Onze klanten zijn ‘vieze oude mannen’ en sekswerkers achter het raam worden ‘in een etalage tentoongesteld’. De waarheid wordt daarnaast bewust verdraaid. Zo gaat het in dit Telegraaf-artikel over ‘illegale prostitutie’ terwijl ‘sekswerk zonder vergunning’ wordt bedoeld. Zelfs de politie noemt sekswerk hier ‘illegaal’, terwijl het in Nederland legaal is – er is geen wet tegen. Alleen de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening bepaalt dat er een vergunning nodig is. Is die er niet, dan wordt de APV, maar niet de wet overtreden. Onvergund sekswerk staat zo dus gelijk aan je gevel de verkeerde kleur schilderen of een tuinhuisje plaatsen zonder toestemming.

4. Verborgen agenda's

Is een artikel over sekswerk niet duidelijk pró, dan is het waarschijnlijk antisekswerk. Het is goed om altijd kritisch te bekijken wie een stuk geschreven heeft en waar iets vandaan komt. Een recent voorbeeld hiervan was een actie tegen Pornhub.

Gratis streamingsites voor porno zijn natuurlijk discutabel. De relatiestatus tussen Pornhub en sekswerkers kan je daarom het best omschrijven als ‘ingewikkeld’. Aan de ene kant verdient het bedrijf flink aan gejatte porno; aan de andere kant werkte het goed als promotie en konden sekswerkers zelf video’s uploaden en daaraan verdienen. Maar de actie tegen Pornhub had een verborgen agenda: het doel was niet om misstanden tegen te gaan, maar om het hele platform om zeep te helpen. Hierdoor kwamen ontzettend veel sekswerkers midden in een pandemie zonder inkomen te zitten.

Hebben de schrijvers van dit artikel ooit met een sekswerker gesproken?

Ook in dit artikel over het misbruik van een 13-jarige jongen, dat OneWorld doorplaatste en na kritiek offline haalde, wordt gaandeweg een dubbele agenda duidelijk. De focus en de ‘oplossingen’ die worden aangedragen verraden dat. Neem de zin: ‘Tijdens de rechtszaak maakt de verklaring van de vader van Jeffrey indruk. Hij vertelt hoeveel impact de hele gebeurtenis op het gezin heeft gehad en hoe het hun leven heeft bepaald.’ De focus ligt in dit hele artikel niet op het slachtoffer. Het ligt op de vader, de advocaat, de rechtbank, het Zweedse model en nota bene op de daders. Maar het slachtoffer is voor dit verhaal niet de hoofdzaak.

Dat de schrijvers van dit artikel niet het beste voor hebben met sekswerkers blijkt ook uit deze opmerking: ‘Wanneer een klant weet dat hij voor seks met een minderjarige twee jaar de bak indraait, dan zal hij de volgende keer beter op zijn tellen passen en vraagt hij misschien om een paspoort aan een prostituee.’ Natuurlijk laat ik mijn paspoort niet aan klanten zien! Hebben deze rechter en de schrijvers van dit artikel ooit met een sekswerker gesproken?

5. Geen sekswerkers zelf aan het woord

Dit brengt me bij het vijfde probleem in media-uitingen over sekswerk. Vrijwel nergens worden sekswerkers zélf aan het woord gelaten. En als we ons wel uitspreken, wordt vaak gesuggereerd dat we door exploitanten of pooiers zijn ingehuurd.
Beeld: Victoria Catalina
Werkelijke slachtoffers van mensenhandel of uitbuiting hoor je ook nooit zelf. Het zijn altijd dezelfde antisekswerklobbyisten en organisaties die inmiddels een behoorlijk verdienmodel rond hun boeken, campagnes en uitstapprogramma’s hebben gebouwd. Schrijfsters zoals Renate van der Zee en Julie Bindel brengen boek na boek uit over de levens die zij niet leven, Frits Rouvoet wordt continu geïnterviewd als deskundige over het werk dat hij nooit gedaan heeft. In hun verhalen worden we allemaal op één hoop gegooid; áls we zelf voor sekswerk zouden kiezen zijn we verslaafd, kwetsbaar of hebben we schulden. En de happy hookers die het echt vrijwillig doen, dat zijn slechts enkele uitzonderingen.

Sekswerkers krijgen te maken met geweld aangejaagd door de huidige regelgeving en het stigma dat de media herhalen

Maar een goed beeld vormen over sekswerk zonder met sekswerkers te praten kan simpelweg niet. Daarom is het zo belangrijk dat wij een platform krijgen en mensen naar ons luisteren. De sekswerkers zelf krijgen namelijk te maken met geweld aangejaagd door de huidige regelgeving en het stigma dat de media herhalen. Onze veilige werkplekken worden gesloten, de politie bellen doen we – uit angst om zelf beboet of opgepakt te worden – alleen als we zeker weten dat we anders doodgaan en een sociaal vangnet hebben veel van ons niet doordat we een dubbelleven leiden of verstoten zijn door familie. Sociale media zijn momenteel met een heksenjacht op sekswerkers bezig, wat niet alleen de marketing lastiger maakt, maar ons ook het contact met elkaar en de buitenwereld doet verliezen.

Je kunt niet roepen dat de wereld van sekswerk zo schimmig is als je niet eerst je oogkleppen hebt afgezet. Wij zijn gewoon mensen en we staan waarschijnlijk dichterbij dan je denkt. Ik ben een buurvrouw, een nichtje, een oud-klasgenote, een ex-collega en ook een dochter. Wees daarom kritisch op alle berichten over sekswerk die niet van sekswerkers zelf komen. Help ons geweld en stigma te bestrijden en luister naar ons – want het is een stuk makkelijker om onze rechten te schenden als we niet als volwaardige mensen worden gezien.

* De namen van de auteur en de illustrator zijn gefingeerd vanwege privacyredenen. De echte namen zijn bekend bij de redactie.

De overheid naait sekswerkers (en betaalt ze geen cent)

'Sekswerk verbieden leidt tot uitbuiting en geweld'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons