Gele enkellaarsjes, een oranje-goud jurkje en een glorieuze afro. Tussen de praktische spijkerbroeken en windjacks op het Amsterdamse stadhuis blijft ex-televisiepresentator Sylvana Simons als raadslid een opvallende verschijning. Geroutineerd laveert de oprichtster van BIJ1, dat een ‘nieuwe politiek van economische rechtvaardigheid en radicale gelijkwaardigheid’ voorstaat, door de gangen van de Stopera en groet ze collega’s joviaal. Haar krappe en volle werkkamer met feministische en dekoloniale actieposters aan de muur is alles behalve glamorous.
Terwijl haar medewerkers beleidsstukken doornemen, belt Simons met ChristenUnie-collega Don Ceder over nepwapens in de stad. Aanleiding is een controversieel incident begin februari, waarbij de politie een man met een nepwapen met 21 kogels doodschoot. Het spoeddebat dat Simons daarop aanvroeg, leidde tot de zoveelste mediahype rond haar persoon. Haar vragen over buitensporig politiegeweld en etnisch profileren werden gesmoord in ophef in de raadszaal – PvdD’er Johnas van Lammeren en VVD’er Eric van der Burg maanden Simons ‘nederig’ te zijn – en op sociale media. Tijdens de volgende raadsvergadering wil ze die vragen toch gaan stellen.
“Ik speel graag advocaat van de duivel door te zeggen dat ik niemand buitensluit. Niet eens Forum voor Democratie. Toch?
“Zag je het bordje van de buren?”, vraagt ze met een sarcastische glimlach. ‘DENK’ staat er op de deur naast haar werkkamer. Bij die partij begon Simons politieke pad. Ze zou met hen meedoen aan de landelijke verkiezingen van 2017. Maar voor het eind van 2016 vertrok ze alweer, gevolgd door een rechtszaak wegens contractbreuk – die ze won. In 2018 kreeg ze toch één zetel toen ze met haar eigen partij BIJ1 meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Nu zit er in de Stopera enkel een muurtje tussen BIJ1 en Denk. “Dat gaat goed, hoor. We trekken als oppositiepartijen geregeld gezamenlijk op bij het indienen van moties. Dat is de praktische realiteit van politiek bedrijven. Ik speel graag advocaat van de duivel door te zeggen dat ik niemand buitensluit. Niet eens Forum voor Democratie. Toch?”
Haar medewerkers vreer verkerke (bewust met kleine letters, red.), Jazie Veldhuyzen en So Roustayar, kijken gespeeld geïrriteerd op van hun papieren en telefoons. “De duivel heeft geen advocaat”, kaatst vreer terug. “Dat vindt ze leuk om te doen”, nuanceert Roustayar de opmerking van Simons. Tussen de potten pindakaas en bakjes hummus van de lunch worden ook de andere agendapunten doorgenomen. Prioriteit heeft een BIJ1-motie voor een steunpunt voor de 40.000 alleenstaande ouders in Amsterdam.
Dan zwaait de deur open en komt Tirza de Fockert (GroenLinks) binnen om mee te kijken naar de BIJ1-motie voor het éénoudersteunpunt. “Ik zou de tekst bondiger maken. Dan is het krachtiger. Maar onze steun heb je.” Ze passen de tekst met één woord aan en gaan dan rond voor handtekeningen.
“Ze werd dagelijks bedreigd op sociale media en Zwarte Piet-aanhangers kwamen naar haar huis
Simons leven als televisiepersoonlijkheid veranderde in 2015 drastisch nadat ze Martin Šimek op live televisie aansprak op racistisch taalgebruik. “Zwartjes”, noemde hij vluchtelingen op de Middellandse Zee in De Wereld Draait Door. Tafeldame Simons vroeg hem waarom hij dat woord gebruikte. Daarna ontplofte het land: ze werd dagelijks bedreigd op sociale media, Zwarte Piet-aanhangers kwamen naar haar huis, ze had politiebescherming nodig.
Na aangifte werden haar bedreigers veroordeeld. Maar haar televisiecarrière was intussen over. “Ik wist meteen dat het mij in de problemen zou brengen”, zegt ze met een papieren ‘ambtenarenbakkie’ in de hand. “Tot dat moment bij DWDD was ik altijd nog bereid het ongemak van een ander boven mijn eigen vrijheid te laten gaan. Maar nadat ik had gezien hoe Jerry Afriyie in 2014 bij een vreedzaam, stil protest tegen Zwarte Piet door de politie in elkaar werd geslagen, dacht ik: ik kan dit niet aan hem alleen overlaten.
“Hoe meer roem, geld, status en imago ik kwijtraakte, hoe meer ik besefte dat dat allemaal met een prijs was gekomen
Ik vond dat ik mijn podium moest gebruiken. Door nog een keer een showtrap af te gaan, ging ik dat niet oplossen. Gek genoeg ben ik, ondanks de stress, en fysieke schade – ik kreeg een klaplong na de gemeenteraadsverkiezingen – nu vrijer dan ik ooit ben geweest. Hoe meer roem, geld, status en imago ik kwijtraakte, hoe meer ik besefte dat dat allemaal met een prijs was gekomen. Niet dat ik gebukt ging onder mijn succes, ik heb daar erg van genoten. Maar in de 25 jaar dat ik in de entertainmentwereld werkte, heb ik natuurlijk ook het nodige meegemaakt met racisme. Nu zou ik dat aan de orde stellen. Toen had ik er de kracht of het bewustzijn niet altijd voor.”
Had je gedacht dat dat ene moment in DWDD zou eindigen in de hoofdstedelijke politiek?
“Nee, helemaal niet. Maar achteraf zie ik wel een pad. Ik maakte me al langer druk om taalgebruik in de politiek, zoals het woord ‘participatiemaatschappij’: dat betekent niets anders dan ‘Zoek het lekker uit. Als je niet kunt participeren, ben je waardeloos’. En onlangs sprak ik een leraar van de lagere school en hij zei: je kwam altijd al verhaal halen over de zeehondjes en kernenergie.”
Toch koos je voor entertainment. Waarom?
“Van jongs af aan had ik maar één doel: danseres worden. Ik heb geen middelbareschooldiploma, heb niet gestudeerd. Ik kon niet aarden in het schoolsysteem en was opstandig. Kinderen van immigranten hebben de opdracht om succesvol te zijn – dokter of advocaat worden. Mijn moeder begon, ondanks haar goede opleiding in Suriname, als fabrieksmedewerker bij IBM en zat een paar jaar later letterlijk hoog in de toren in een leidinggevende functie. Maatschappelijk succes en dus studeren stond voor mijn ouders buiten kijf. Op mijn veertiende ben ik van huis weggelopen. Ik wilde mijn hart volgen.”
Was je na Šimek nog wel welkom geweest in de showbizz?
“Als ik bereid was geweest om, zoals een collega hier onlangs tegen me zei, ‘nederig te gaan zitten’ en mijn plek te kennen, had ik nu misschien mijn eigen talkshow gehad. Maar ik kon niet terug. Voor mensen thuis was het zo’n belangrijk moment. Ze zeiden: jij geeft mij woorden. Eerder, toen ik bij muziekzender TMF begon, heb ik die positie van rolmodel hard afgewezen. Vooral de Surinaamse gemeenschap zei: ‘Yes! Jij gaat alle vooroordelen wegnemen.’ Maar ik was een 23-jarige alleenstaande moeder en had gewoon een goede job gescoord en wilde die verantwoordelijkheid niet.”
Je zou niks met ‘je mensen’ te maken willen hebben.
“Dat is totale onzin. Ik bén ‘mijn mensen’. Ik snap wel waar het vandaan komt. Ik heb kritiek gehad op de Surinaamse gemeenschap op momenten en plekken die heel pijnlijk waren.”
In een interview uit 2001 zei je: ‘Als je op zwarte mannen valt, heb je een probleem.’ Ze zouden onbetrouwbaar zijn en zelfs gewelddadig.
“Ik had het over mijn eigen ervaringen in het verleden. Als ik dat onder Surinamers had gezegd, hadden mensen instemmend geknikt. Want ik kreeg destijds privé bijval van mannen en vrouwen. Maar ik zei het tegen een witte journalist van een wit medium die er een generaliserende kop boven zette. Wat veel mensen niet weten: ik had toen een zwarte vriend waar ik heel gelukkig mee was. Hij zei: ‘Wát heb je gezegd? Lees Marcus Garvey (Jamaicaanse burgerrechtenpionier, red.) maar even.’ Dat interview is misschien wel het begin geweest van mijn reis naar vandaag.”
Daar zit nog een stap tussen: je tijd bij Denk. Waarom sloot je je aan als je snel weer vertrok?
“Ik sloot me bij ze aan in een tijd dat ik politiek alleen stond en daar was opeens een partij die, als enige in Den Haag, het lef had om racisme te agenderen. Wat ik niet had ingecalculeerd: eerst werd ik vooral uitgescholden, maar toen ik me bij Denk aansloot, moest ik gewoon dood. Een hele enge tijd. En toen vond ik bij Denk ook niet de veiligheid die ik nodig had.
Je bent nu een jaar politicus. Wat is er bereikt?
“Bij een bedrijf is het logisch dat je de eerste jaren leert en investeert. Bij politieke partijen verwachten we meteen resultaat. We hebben geschiedenis geschreven: de eerste landelijke politieke partij met een zwarte, vrouwelijke leider die een zetel heeft in de hoofdstad. Onze ‘intersectionele’ politiek, die verschillende vormen van marginalisering tegelijk aanpakt, is nieuw in Nederland. Mensen moeten er nog aan wennen dat wij armoede en racisme aan elkaar verbinden bijvoorbeeld.
“Het feit dat mijn fractie bestaat uit een zwarte vrouw, een moslim trans man, een non binair persoon, ís al een politiek statement
Denk je dat mensen op BIJ1 gestemd hebben of op Sylvana Simons?
“Mensen hebben op BIJ1 gestemd ondanks mij en mensen hebben op mij gestemd ondanks BIJ1. Ik heb de moeilijkste achterban van Nederland. Want als je op BIJ1 stemt, stem je niet alleen tegen racisme en islamofobie, maar ook voor LHBTI+ rechten en religieuze vrijheid. En dat kan botsen. Maar onze partijbijeenkomsten zijn voor mij toch altijd een feestje omdat ik de ruimte inkijk en mijn droom werkelijkheid zie worden. De avond van de landelijke verkiezingen, toen we geen zetel haalden, was the best party ever. Ik zag links een oudere Surinaamse vrouw in een koto met een jongen op hoge hakken lachen en rechts een trans vrouw druk in gesprek met een moslim en een witte man.”
Is de achterban van BIJ1 werkelijk nog divers? Er is kritiek dat de partij te wit is. Dat er te weinig andere Sylvana’s zijn en dat het bestuur te vaak verandert.
“Ja, dat doet me verdriet en dat neem ik andere Sylvana’s wel een beetje kwalijk. Ze zijn meer dan welkom, maar ze moeten het wel durven en willen. Toen ik wegging bij TMF, heb ik zelf meiden zoals ik gescout om mij te vervangen. Het is niet gelukt, maar ik deed daar wel mijn best voor.
“Ik ben in mijn eentje niet in staat om een ingesleten patroon te doorbreken
Hoe maken jullie concreet verschil voor de inwoners van Amsterdam?
“De gemeente heeft de mond vol van armoedebestrijding en bestaanszekerheid. Maar in dit gebouw houdt diezelfde gemeente mensen vijf jaar lang in een flexcontract. Dat hebben wij op de agenda gezet, mensen hebben een vast contract gekregen en er is beleid uitgerold om flexwerk binnen de gemeente tegen te gaan. Dat is niet hetzelfde als duizenden mensen bereiken, maar we beginnen in ons eigen huis.
“Van mainstream media moeten we het sowieso niet hebben
Jullie slogan draagt het woord ‘radicaal’ in zich. Maar kun je in deze politieke constructie, waarbij je als kleine fractie moet samenwerken met andere partijen, wel radicaal zijn?
“Radicaal komt van het Latijnse woord voor ‘wortel’. De meeste van onze medewerkers en vrijwilligers komen van activistische organisaties en grassrootsbewegingen. Wij spraken burgemeester Femke Halsema erop aan dat ze haar belofte er voor alle Amsterdammers te zijn vrijwel direct heeft verbroken toen ze de politie losliet op demonstranten tegen de vercommercialisering van de Gay Pride. Dat weten wij, omdat we erbij zijn. So (Roustayar, red.) werd bijna zelf gearresteerd.”
Over dat spoeddebat op 13 februari over de politie. Hoe verklaar je de woede onder je collega’s?
“De woede werd aangewakkerd omdat ik vragen stelde die taboe zijn en het werd verergerd omdat ik niet reageerde zoals ze wilden: ik heb niet gehuild of geschreeuwd. Ik bleef kalm, maar ik ervoer wel een gevoel van onveiligheid. Het was en is hier niet helemaal veilig voor mij. Alles wat BIJ1 wil veranderen, werd in dat debat tentoongespreid. Het is lesmateriaal over hoe racisme en seksisme werkt, hoe media werken. Dat is het enige positieve van dat moment. Dus terwijl iedereen druk is met mijn persoon, zijn we echt wel dingen aan het veranderen.”
Dit artikel verscheen eerder in maart 2019.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand