Van het meten van de luchtkwaliteit tot aan het tellen van planeten, vogels en bijen. Burgers dragen steeds meer bij aan wetenschappelijk onderzoek door data te verzamelen van hun omgeving. Geheel vrijwillig, geen training vereist: iedereen kan een beetje een wetenschapper zijn. De verwachting is dat projecten onder de noemer ‘citizen science’ (burgerwetenschap), de komende jaren sterk gaan groeien.
Citizen science, is dat nieuw? Voordat de wetenschap geprofessionaliseerd werd (voor de 19e eeuw) werd al het wetenschappelijk onderzoek gedaan door burgers. Charles Darwin was ook ‘een amateur’, niets nieuws dus. Wat wel nieuw is, is de huidige groei in technologie, communicatieplatforms en smartphones, die het steeds makkelijker maakt voor burgers om data te verzamelen en voor wetenschappers om de data te analyseren, met als gevolg een forse stijging van projecten over de hele wereld. Zo hebben vrijwilligers geholpen bij het verzamelen van walvisgeluiden of het maken van foto’s van kwallen. Dat citizen science ook een hulpmiddel kan zijn bij natuurrampen is afgelopen maand gebleken, toen een oproep is gedaan naar vrijwilligers voor het analyseren van satellietdata van de aardbeving in Ecuador, zo konden hulpverleners de meest beschadigde gebieden vinden.
Meten van stikstofdioxide
In Nederland zijn steeds meer burgers actief in hun eigen stad. Voor het project UrbanAirQ (onderdeel van het Smart Citizen Lab) starten volgende maand de buurtbewoners van de Valkenburgerstraat en Weesperstraat in Amsterdam met het meten van NO2 (stikstofdioxide) concentraties in hun eigen straat. De metingen van luchtkwaliteit worden gedaan met behulp van sensoren en een smartphone.
In het project De Versheid van Water kunnen burgers voor het eerst meedoen in een wetenschappelijk onderzoek naar kraanwater. Het KWR (Watercycle Research Institute) wil de microbiologische diversiteit van water in kaart brengen, hiervoor zullen vijftig burgers monsters van hun drinkwater afnemen. Zelf heb ik nooit mijn kraanwater getest en dit project geeft mij stof tot nadenken. Ik wil meedoen en kennis vergaren over mijn kraanwater (helaas woon ik niet in Amsterdam).
Gerichter data verzamelen
Matthijs Danes, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit en coördinator van het project UrbanAirQ licht toe waarom burgers betrokken worden bij het onderzoek: “Metrologische omstandigheden zijn complex. De meetstations voor luchtkwaliteit in Amsterdam doen metingen voor heel de stad, maar het meetnetwerk is niet dicht genoeg om gedetailleerde informatie te verkrijgen. Een oplossing hiervoor is om het netwerk uit te breiden met sensoren, maar dat is een kosteninvestering. Burgers komen overal en kunnen daardoor gerichter data verzamelen. Ze krijgen ook inzicht in eigen data, wij organiseren speciale avonden waarbij data gezamenlijk geanalyseerd worden.”
Citizen science brengt ook risico’s met zich mee. Er zijn kritieken rondom de kwaliteit van de metingen. Kunnen metingen van burgers wel worden gezien als valide? Daarnaast is er de uitdaging om vrijwilligers te werven en hun enthousiasme te behouden. Daar komt ook bij kijken dat er trainingen nodig zijn om bepaalde materie duidelijk te maken. Matthijs Danes ziet weinig risico’s in het werken met burgers voor het project: “Er zijn weinig risico’s in het verzamelen van de metingen, een uitdaging is het vertalen van die metingen. Burgers kunnen andere verwachtingen en meningen hebben over hoe de resultaten geïnterpreteerd moeten worden dan wetenschappers.”
Waardevolle bronnen van kennis
De groei van onze wereldbevolking en de toenemende globalisering zorgen voor complexe vraagstukken. Wat kunnen wij doen tegen klimaatverandering? Hoe verminderen wij ons afval? En hoe zit het met onze luchtkwaliteit? Er is een toenemende perceptie dat deze vraagstukken het beste opgelost kunnen worden als overheidsinstanties, bedrijven en burgers samenwerken. Burgers worden daarbij steeds meer betrokken bij vraagstukken én gezien als waardevolle bronnen van kennis en informatie.
Voor mij ligt het voor de hand dat het belangrijk is als wetenschappers hun geografische schaal en data voor hun onderzoek uitbreiden. De soorten bijen die ik in mijn tuin tel, hoeven niet voor te komen in een ander deel van Nederland. En de luchtkwaliteit in mijn straat is misschien ook niet hetzelfde als om de hoek. Voor een nauwkeurige analyse van onze omgeving en het beantwoorden van complexe vraagstukken zijn er meer handjes nodig.
Meer weten en meedoen? Bezoek een de website www.waag.org, www.naturetoday.com of www.iedereeneenwetenschapper.be.