Designer Aagje Hoekstra (24) bedacht coleoptera, een bioplastic gemaakt van de schildjes van insecten.
“Het Latijnse woord voor zespotigen is coleoptera. Een toepasselijke naam dus voor het plastic dat ik maak van insectenschilden. In mijn sieraden en lampenkappen zie je de pantsers van de kevers ook nog goed terug. Veel mensen vinden insecten eng en vies. Omdat het mij fascineert waarom we het ene object mooi en het andere lelijk vinden, wilde ik voor mijn afstudeerproject aan de kunstacademie iets doen met insecten.
Dus besloot ik zelf meelwormen (de larven van kevers – red.) te kweken. Insecten worden gepromoot als vleesvervanger. Nu nog vooral als voer voor dieren, maar straks ook voor mensen. De kevers sterven vlak nadat ze eitjes hebben gelegd. Wekelijks gooien insectenkwekerijen dertig kilo dode kevers weg.
Met dat afval wilde ik graag iets nuttigs doen. In de pantsers zit chitine, een polymeer. Dat zou een vervanger kunnen zijn voor synthetische polymeren op basis van aardolie, die vaak in plastic zitten. Het kostte wel wat moeite de chemiestudent die mij hielp bij het omzetten van de chitine in bioplastic, ervan te overtuigen dat de schildjes heel moesten blijven. Ik wilde immers de vormgeving van de natuur behouden. Dat betekende veel handwerk. Voor een stukje coleoptera van tien bij tien centimeter was ik tien uur bezig om 2500 kevers te pellen.
Coleoptera is stevig, maar nog niet zo sterk als gewoon plastic. Ik blijf daarom onderzoeken hoe je het geschikt kunt maken voor massaproductie. Het liefst zo natuurlijk mogelijk. Gek misschien voor een kunstenaar, maar het ontwikkelen van het materiaal vind ik interessanter dan het ontwerpen van de producten die je ermee kunt maken.”