Het bittere verhaal achter onze chocola tentoongesteld

Onder levensgevaarlijke omstandigheden werken op een cacaoplantage: dat is de realiteit voor ruim twee miljoen kinderen in Ghana en Ivoorkust. Fotograaf Joana Choumali – zelf afkomstig uit Ivoorkust – fotografeerde vijftien kinderen die de cacaoplantages zijn ontvlucht voor de expositie ‘Bitter Chocolate Stories’ in de Beurs van Berlage (Amsterdam). Choumali: “Ik zie deze kinderen niet als slachtoffer, maar als symbool voor veerkrachtigheid.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De kinderen die ze geportretteerd heeft, wonen nu in een rehabilitatiecentrum in Burkina Faso*. Hier leren ze naaien, houtbewerking en mechanica. Om ze beter te leren kennen, trok Choumali samen met Marijn Heemskerk een tijd met de kinderen op. “Marijn  interviewde ze en ik fotografeerde ze. Het jongste kind in het centrum was tien en de oudste achttien, maar op de cacaoplantages werken ook kinderen van zeven jaar. Voordat ze in het centrum terecht kwamen, werden de meesten gedwongen om op de cacaoplantages te werken. Sommigen ontsnapten jaren geleden, anderen zijn pas sinds een paar maanden weg.”

Waarom heb je aan dit project meegedaan?

“Ik werd door non-profit organisatie Paradox gevraagd om te fotograferen voor ‘Bitter Chocolate Stories’. In het begin aarzelde ik, omdat ik wist dat het emotioneel veel van mij zou vragen. Uiteindelijk heb ik ja gezegd, omdat ik het zag als een kans mee te helpen aan een betere toekomst voor mijn land.”

Voor het project heb je vijftien kinderen gefotografeerd en gesproken. Hoe was dat?

“De meesten zijn getraumatiseerd. Tijdens hun werk op de cacaoplantage kregen ze constant te horen dat ze niets waard waren en nooit iets zouden bereiken. Ze werden niet als mensen behandeld. Daardoor waren ze in eerste instantie wantrouwend en gaven ze alleen korte, afstandelijke antwoorden. Het moment dat ze zich openstelden was wonderbaarlijk en zal ik nooit vergeten. Marijn en ik waren in de meisjesslaapzaal met ze aan het kletsen. We praatten over van alles, behalve over de cacaoplantage. Daarna speelden we een potje voetbal. We zagen de kinderen lachen en spelen en hoorden ze praten over wie ze leuk vonden. Plotseling gedroegen ze zich als kinderen die de wereld wilden ontdekken.  Ze waren geïnteresseerd in onze foto’s en wilden al onze vragen beantwoorden.”

Is de manier waarop kinderen op cacaoplantages worden uitgebuit een vorm van moderne slavernij?

“De kinderen die wij spraken, werden gedwongen om op de cacaoplantage te werken. Ze moesten zonder zelfs maar ontbijt te krijgen de hele dag aan het werk. Sommigen moesten overdag zelf op zoek naar voedsel. Als ze niet hard genoeg werkten, werden ze geslagen met kabels en ze kregen geen cent betaald. Dus ja, het lijkt op moderne slavernij. Toch heb ik moeite met die term, omdat het probleem met de cacao-industrie niet zo zwart-wit is als de westerse kijk op slavernij suggereert. In Ivoorkust en Ghana is er weinig werk en de meeste families zijn arm. De kinderen worden daarom vaak door hun familie naar de cacaoplantages gestuurd. Daar werken ze meestal voor vrienden, kennissen of andere familieleden. Het thuisfront denkt dat ze goed betaald krijgen en naar school kunnen, terwijl dit niet zo is. De kinderen die nu in het centrum in Burkina Faso wonen, wisten te ontsnappen. Sommigen hadden ‘geluk’ en wisten de plantage-eigenaar te overtuigen om ze vrij te laten. Ze reisden met de bus terug en mochten van de buschauffeur meestal gratis mee. Hun familie betaalde dan achteraf voor de reis. Sommige kinderen werken bij hun ouders op de plantage. Voor hen is werken op zo’n jonge leeftijd normaal, omdat ze nooit anders gewend zijn. Ze denken dat alle kinderen ter wereld op deze manier moeten werken voor hun geld.”

Wat heeft dit project met jou persoonlijk gedaan?

“Ik heb zelf twee kinderen, een dochter van zestien en een zoon van twaalf. Toen ik met de kinderen van het centrum in Burkina Faso optrok, dacht ik constant aan mijn eigen kinderen. Ik kon niet begrijpen hoe iemand een kind zo slecht kon behandelen als ze op de cacaoplantages deden. Emotioneel was het daarom erg zwaar, maar ik heb veel geleerd. Dat de kinderen na zoveel te hebben doorstaan, nog steeds hopen en geloven in de toekomst vond ik enorm indrukwekkend. Ik zie ze daarom niet als slachtoffer, maar als symbool voor veerkrachtigheid.”

Wat doen de regeringen zelf om kinderarbeid op de cacaoplantages tegen te gaan?

“Veel burgers van Burkina Faso, Ghana en Ivoorkust weten niet hoe slecht de omstandigheden op de cacaovelden zijn. De regering van Burkina Faso probeert daarom bewustwording te creëren en kinderen die uit zichzelf naar de cacaoplantages vertrekken, tegen te houden. Dominique Ouattara, de First Lady van Ivoorkust, voert campagnes en zet acties op tegen kinderarbeid op de cacaoplantages.”

Wat kunnen we doen om kinderarbeid op cacaoplantages tegen te gaan?

“Het probleem kan opgelost worden door bedrijven, consumenten en regeringen. Wanneer consumenten geen cacao kopen die is gewonnen via kinderarbeid, zullen bedrijven meer met Fair Trade cacao gaan werken. Wanneer de cacaoboeren meer geld krijgen voor hun cacao, zullen ze ook minder snel kinderen inzetten. Daarnaast is het belangrijk dat er meer opvangcentra komen zoals die in Burkina Faso, waar kinderen een beter toekomstperspectief krijgen.”

Wat hoop je met de expositie te bereiken?

“Ik hoop dat de expositie niet alleen in Europa te zien zal zijn, maar juist ook in landen zoals Burkina Faso en Ivoorkust, om mensen daar bewust te maken van de situatie. Ze weten daar wel dat dit gaande is, maar niet hoe ver dit probleem reikt, hoe groot het is en wat er precies met de kinderen gebeurt.”
 

‘Bitter Chocolate Stories’ is een samenwerking tussen Joana Choumali, Marijn Heemskerk, Bernadette Ouédraogo, GRADE-FRB, Paradox en Tony’s Chocolonely. De expositie is tot en met 22 november in Amsterdam in de Beurs van Berlage te zien.

*Sommige kinderen wonen al een jaar in het centrum in Burkina Faso. Anderen een paar maanden. Het programma in het centrum duurt negen maanden, vervolgens lopen de kinderen drie maanden stage in hun eigen woonplaats.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons