Succes heeft een prijs
Maar dit succes heeft een keerzijde: de milieubelasting door landbouw en veeteelt in Nederland wordt steeds problematischer. Dat komt door de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof en stikstof, de daling van de bodem (het grondwaterniveau moet laag gehouden worden zodat de grond stevig genoeg is voor de koeien in de wei) en mogelijke uitbraak van ziekten, die kunnen overslaan naar mensen (zoals Q-koorts). Dit alles zorgt voor een groeiende maatschappelijke weerstand tegen de landbouw en verdere schaalvergroting in de vorm van megastallen, productieflats en megakassen.
De boer zit klem
“Kon de boer vroeger aan de lucht zien wat voor weer het werd; tegenwoordig moet hij die kennis kopen
De financiering hiervoor moet van de bank komen, waar niet zelden nog een schuld loopt van een eerdere investering. De investering moet worden terugverdiend, maar kan nauwelijks worden doorberekend in de prijs. Boeren krijgen van supermarkten en andere klanten namelijk een lage vergoeding, die in bepaalde gevallen door overproductie nog verder daalt, zoals bij de melkprijs het geval is.
Meer toegevoegde waarde
“Om te ontsnappen aan de druk van lage marges hebben bedrijven zich moeten transformeren
Zo specialiseerde Hoogovens (nu Tata Steel) zich steeds meer in hoogwaardig staal en bijzonder producten en halffabricaten, en transformeerde chemiebedrijf DSM (voortgekomen uit de voormalige Nederlandse Staatsmijnen) zich van een producent van bulkchemicaliën en olieproducten tot een bedrijf dat hoogwaardige grondstoffen en medicijnen produceert. Wereldwijd wordt DSM geprezen om deze succesvolle transformatie. Het bedrijf behaalt met de innovatieve producten nu bovendien een hogere winstmarge dan vroeger.
Of denk aan voedingsmiddelenbedrijf Unilever, dat de afgelopen decennia talloze fabrieken verkocht, vooral van grondstoffen als olie, en steeds meer een marketingbedrijf is geworden.
Een nieuw verdienmodel voor boeren
“Melkveehouders zouden geld kunnen verdienen met de verkoop van medicijnen op basis van melkbacteriën
Bedrijven als Apple en BMW besteden hun productie vrijwel volledig uit maar trekken een groot deel van de toegevoegde waarde naar zich toe door op strategische componenten en onderdelen van een product of dienst controle te houden (zoals de motor of de batterij): ze bezitten de patenten en ontwikkelen ‘kleine’ innovaties waarmee ze een groot verschil maken ten opzichte van de concurrentie.
Die strategie zou ook kunnen werken voor boeren, die veel kennis hebben over efficiëntie van planten en dieren. Die kennis is geld waard en zou wereldwijd verkocht kunnen worden aan andere boeren of derde partijen. Nederlandse boeren zouden een groot deel van hun tijd kunnen besteden aan de ontwikkeling van nieuwe concepten zoals innovatieve stallen en kassen, nieuwe fok- en groeiprogramma’s, voeding en circulaire landbouwprincipes.
“Door de handen ineen te slaan en te leren van andere sectoren, kan de boer ontsnappen uit de negatieve spiraal
Misschien kan de boer zich dit nog niet voorstellen. Het is ook een flinke uitdaging die boven het individu uitstijgt en de overgangsfase kan gepaard gaan met schokken. De boer hoeft dit ook niet alleen te doen, maar kan terugvallen op een oude traditie: de boerencoöperatie. Door de handen ineen te slaan en te leren van andere bedrijfstakken, kan de boer ontsnappen uit de negatieve spiraal en het imagoprobleem dat hem vandaag de dag parten speelt.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand