Om de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs te behalen voorspelt het Internationaal Energie-Agentschap (IEA) dat de vraag naar metalen voor ‘groene’ producten in 2040 viermaal zo groot zal zijn als nu. Zo zijn er voor een elektrische auto bijvoorbeeld zesmaal zoveel metalen nodig als een benzine- of dieselauto.
De vraag naar zulke metalen wordt voornamelijk vervuld door landen in het mondiale Zuiden. Het grootste deel van het nikkel komt uit Indonesië, koper uit de Democratische Republiek Congo en lithium, het ‘witte goud’, uit Zuid-Afrika. Maar de delving in deze landen gaat vaak gepaard met een hoog energieverbruik, milieuschade en menselijk leed zoals kinderarbeid. Diepzeemijnbouw zou mogelijk een alternatief bieden.
Update van de redactie 30 januari 2024
Diepzeemijnbouw kan mogelijk veel meer leven verstoren dan gedacht, blijkt uit Nederlands onderzoek. Op de mangaanknollen, die op de oceaanbodem te vinden zijn en veel metalen bevatten die nodig zijn voor de energietransitie, leven veel kreeftjes en andere kleine diertjes, die de knollen nodig lijken te hebben om te overleven. Op sommige knollen vonden de onderzoekers honderden diertjes. Zij roepen dan ook op tot ‘uiterste voorzichtigheid’. In elk geval tot de zomer van 2025 mogen mijnbouwbedrijven niet aan de slag met delving op de oceaanbodem.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op OneWorld.nl op 9 juni 2023.
Verstoring diepzeeleven
Op verschillende plekken in de diepzee liggen op een diepte tussen de 4 en 6 kilometer mangaanknollen. Die knollen hebben de grootte van een aardappel en bevatten nikkel, koper, kobalt en mangaan. Zo bevinden zich in de Clarion Clipperton Zone (CCZ), een gebied ter grootte van Europa in de Stille Oceaan, naar schatting meer aardmetalen op de bodem dan wereldwijd op land. Ook elders, zoals in de Baltische Zee, bevinden zich dat soort metalen. Het is daarom niet ondenkbaar dat het alternatief voor mijnbouw in de diepzee zou plaatsvinden.
Maar over de vraag of dat wel zo’n goed idee is, bestaat discussie. Uit onderzoek naar de milieu-impact van diepzeemijnbouw blijkt dat bij de winning stofwolken ontstaan die zich tot enkele kilometers buiten het mijnbouwgebied verspreiden en die leiden tot verstoring van het diepzeeleven. Bovendien produceren de voertuigen die als stofzuigers op de oceaanbodem opereren geluid dat honderden kilometers verderop hoorbaar is voor walvisachtigen, wat hun migratie kan verstoren. Daarnaast bestaan er zorgen over de verstoring van de vispopulaties door vervuiling en verlies van leefgebied.
Ook is onduidelijk wat diepzeemijnbouw voor het klimaat betekent. Oceanen vormen namelijk meer dan 70 procent van het aardoppervlak en vervullen daarmee een essentiële rol in de aanpak van de klimaatcrisis. Ze absorberen maar liefst een kwart van de wereldwijde CO2-uitstoot en nemen 90 procent van de warmte op die in de afgelopen decennia is vrijgekomen door de verbranding van fossiele brandstoffen. Daarnaast zijn de oceanen goed voor ruim de helft van de zuurstofproductie op aarde. De gevolgen van diepzeemijnbouw op deze klimaatbuffer is vooralsnog onbekend.
Rutger Bosland, maritiem ingenieur bij het Nederlandse bedrijf Allseas, dat de technologie ontwikkelt om mangaanknollen te delven, is zich bewust van de zorgen over de effecten op het diepzeeleven. Het bedrijf houdt daar rekening mee, zegt hij. Waar de techniek vroeger meestal werd gedreven door ‘prestatiecriteria’, is de milieu-impact nu een belangrijk criterium bij het ontwerp van de technologie.
Onzeker
“Toch is er nog te veel onzeker over de natuur- en milieu-impact van diepzeemijnbouw”, vindt Mark van der Wal, senior ecoloog en adviseur delfstoffen bij de internationale natuurorganisatie IUCN. In samenwerking met Nederlandse en internationale maatschappelijke organisaties werkt IUCN aan een eerlijke energietransitie met zo min mogelijk impact op mens en natuur.
En niet onbelangrijk: diepzeemijnbouw lijkt niet zo noodzakelijk als beweerd wordt, aldus Van der Wal. Uit een rapport van het Wereld Natuur Fonds uit november 2022 blijkt dat technische innovaties 58 procent van het gebruik van mineralen en aardmetalen kunnen voorkomen.
Volgens hem zal diepzeemijnbouw de mijnbouw op land sowieso niet snel vervangen. “De overheden van landen waar mijnbouw plaatsvindt, zullen investeerders altijd zo gunstig mogelijke voorwaarden willen aanbieden. Dus mijnbouw op land zal voor veel bedrijven een goede business case blijven.”
Het gevolg zal dus zijn dat diepzeemijnbouw geen alternatief is voor mijnbouw op land, maar eerder een concurrent, denkt Farah Obaidullah. Zij is oprichter van Women4Oceans, een Nederlandse organisatie die vrouwen verenigt wereldwijd proberen de oceanen te beschermen. “Experts vrezen dat de prijs van metalen omlaaggaat door de concurrentie van de zeemijnen, waardoor de omstandigheden in de mijnbouw op land zullen verslechteren, als het gaat om problemen als kinderarbeid en vervuiling.”
Artikel gaat verder na de foto.
Mensenrechten geschaad
Ook dreigt er inkomstenderving door verstoring van de ‘visstand’. Van der Wal denkt dat dat óók schadelijk is voor de landen die nu lijden onder mijnbouw op land. “Vergeet niet dat visserij voor veel landen een belangrijke bron van inkomsten is.” Oibadullah vermoedt dat diepzeemijnbouw voornamelijk een inkomstenbron zal zijn voor rijke landen en bedrijven, waardoor landen in het mondiale Zuiden er nauwelijks van zullen profiteren.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International pleit voor een ethisch verantwoorde mijnbouwindustrie waarbij mensenrechten en natuur niet worden geschaad en roept op tot een verbod op diepzeemijnbouw. In maart hebben 56 lokale gemeenschappen van 34 landen zich uitgesproken over diepzeemijnbouw. Zij overhandigden een petitie aan de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) van de Verenigde Naties (VN).
Sian Owen van de Deep Sea Conservation Coalition, een organisatie die het bodemleven in de diepzee wil beschermen is niet gerust op regelgeving waar het ISA werkt. “Het ISA moet de winning van mineralen uit de zeebodem buiten nationale wateren reguleren, maar het moet óók het diepzeemilieu beschermen.” Die twee zaken botsen volgens haar.
Handhaving onmogelijk
Een belangrijk onderdeel van wetgeving rond diepzeemijnbouw is toezicht en handhaving, denkt Van der Wal van IUCN. “Onafhankelijk toezicht op mijnbouw binnen niet goed werkende democratieën of rechtsstaten is op land al bijna niet te doen. Het is dus de vraag hoe ISA onafhankelijk toezicht denkt te gaan verzekeren”, zegt Van der Wal. Toch is dat noodzakelijk, denkt hij. “Je moet erop toezien dat je objectief gezien ‘netto maatschappelijke winst’ uit je delfstoffenwinning haalt, ook als je de negatieve langetermijneffecten meeweegt.” Daar moet veel meer naar gekeken worden voor er vergunningen worden verleend, meent hij.
Maar Oibadullah betwijfelt of meer toezicht mogelijk is. “In de diepzee is handhaving onmogelijk. Omdat diepzeemijnbouw plaats zal vinden in gebieden die van niemand zijn (buiten territoriale wateren, red.) zal er weinig tot geen verantwoording afgelegd worden.”
Ze pleit voor alternatieven. “Denk aan de terugwinning van metalen uit afval van de mijnbouw en van de consument. Daarmee kun je in tot wel 58 procent van de vraag tot 2050 voorzien. Ook zouden we efficiënter om kunnen gaan met mijnbouw op land, door bij de delving minder metalen verloren te laten gaan. Tot slot zijn er alternatieven zoals lithium-ijzerfosfaat- of sodium-ion-batterijen waarbij dit soort metalen helemaal niet nodig zijn.” Deze oplaadbare batterijen maken gebruik van andere chemische elementen dan reguliere batterijen, waardoor ze langer meegaan.
Milieuactivisten en bedrijven, maar ook overheden als Frankrijk en Duitsland pleiten intussen voor uitstel van exploitatie van de diepzee. Obaidullah overhandigde in april een petitie met inmiddels 340.000 handtekeningen aan de Tweede Kamer. Daarin roept ze de Nederlandse overheid op zich tegen diepzeemijnbouw uit te spreken.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand