Vijf jaar eerder had hij vol goede moed asiel aangevraagd in Nieuw-Zeeland, het geboorteland van zijn kinderen. In Kiribati zou hun leven gevaar lopen als gevolg van klimaatverandering, aldus Teitiota. De eilandengroep in de Stille Oceaan is mogelijk een van de eerste landen ter wereld die door een stijgende zeespiegel op den duur volledig zal verdwijnen.
“De uitspraak van de VN betekent dat toekomstige asielaanvragen door klimaatmigranten succesvol kunnen zijn
In 2016 klaagde Teitiota Nieuw-Zeeland aan bij het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Op 20 januari dit jaar oordeelde het comité dat de uitzetting niet onwettig was geweest, omdat Teitiota’s leven niet direct in gevaar was. Maar de VN zei wel dat regeringen bij het uitzetten van asielzoekers rekening moeten houden met mensenrechtenschendingen als gevolg van de klimaatcrisis. Deze ogenschijnlijk kleine aantekening heeft een belangrijke implicatie, namelijk dat toekomstige asielaanvragen door klimaatmigranten succesvol kunnen, bijvoorbeeld als het recht op huisvesting of het recht op gezondheid wordt geschonden.
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR onderschrijft de term ‘klimaatvluchteling’ dan ook niet en heeft het liever over ‘mensen die zich verplaatsen in de context van rampen en klimaatverandering’. Wel erkent de organisatie dat er situaties bestaan waarin de vluchtelingencriteria van het verdrag uit 1951 van toepassing kunnen zijn. ‘Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van gewapende conflicten die zijn gerelateerd aan door droogte veroorzaakte honger.’
“De Wereldbank verwacht in 2050 143 miljoen klimaatmigranten in Zuid-Azië, Latijns-Amerika en de Subsahara
Lastig is dat de ernst van hun situatie vaak minder direct en minder zichtbaar is dan bij bijvoorbeeld oorlogsvluchtelingen – terwijl de achterliggende oorzaak van een oorlog best klimaat(verandering) kan zijn. Kiribati zal niet van vandaag op morgen zinken (wetenschappers geven het nog een jaar of tachtig) en Teitiona is (nog) geen slachtoffer van een gewapend conflict over landbouwgrond. Maar het ontbreken van een internationaal erkende, heldere definitie voor degenen die hun thuis verlaten als gevolg van klimaatverandering, maakt dat de problemen van miljoenen mensen genegeerd dreigen te worden.
Dit zijn drie van hun verhalen, op drie continenten.
Wolde Danse, 28, Ethiopië
De afgelopen vijftig jaar werden er in Ethiopië vijftien serieuze hongersnoden geregistreerd. In 1984 veroorzaakte honger de dood van een half miljoen mensen. Tijdens de hongersnood van 2016, de ergste in vijftig jaar, vluchtten tienduizenden Ethiopiërs naar Saudi-Arabië en het onrustige Libië. Het platteland wordt het hardst door de droogte getroffen, terwijl een overgrote meerderheid van de Ethiopiërs afhankelijk is van landbouwactiviteiten.
“Ethiopië vangt veel vluchtelingen op uit omliggende landen, waardoor de druk op natuurlijke bronnen toeneemt
Wolde Danse heeft vijftien broers en zussen. Zijn vader bezit een kleine boerderij in een droog gebied. “In het plantseizoen bleef de regen uit, en als we het niet wilden, regende het wel. Ik wilde niet meer lijden onder de droogte en vertrok naar de stad Awasa”, vertelt hij aan vertegenwoordigers van de Wereldbank. Veel plattelandsbewoners komen af op de groeiende (textiel)industrie in de stad.
In Awasa vond Danse een baantje als opzichter van straatschoonmakers. Hij krijgt hulp van een programma van de Wereldbank, dat er speciaal is voor de armste stadsbewoners van Ethiopië. Wie van het arme platteland naar de stad trekt, moet vaak met helemaal niets beginnen. Naast zijn werk gaat Danse naar de universiteit. Hij hoopt zijn studie af te kunnen maken en zo zijn familie te kunnen helpen.
Pedro Juarez Ardon, 38, Guatemala
Ardon is een van de vele slachtoffers van klimaatverandering in wat de Droge Corridor wordt genoemd, een gebied tussen Zuid-Mexico naar Panama, via Guatemala, El Salvador, Honduras en Nicaragua en deels Costa Rica dat bijzonder kwetsbaar is voor droogte. De problemen worden verergerd door natuurverschijnsel El Niño, dat elke drie tot zeven jaar rond december het water van de Grote Oceaan opwarmt en in het doorgaans zo droge gebied juist extreme regenval als gevolg heeft.
“Vorig jaar mislukte meer dan de helft van de oogsten in de Droge Corridor
Ardon trok naar een departement een paar honderd kilometer verderop om daar te werken. Als veeboer in het minder droge Izabal verdient hij nu 9 dollar per dag: meer dan het dubbele dan de meloenboeren in Huité. Het geld dat hij kan sparen neemt hij na twee maanden mee naar huis.
Dergelijke tijdelijke migratie is kenmerkend voor het gebied, ziet Marco Antonio Mérido. Hij werkte vijf jaar als veldwerker op het platteland van Guatemala voor het Wereldvoedselprogramma van de VN. Volgens hem zag de toch al arme plattelandsbevolking door het extreme weer grote delen van hun oogst verloren gaan. “De hoeveelheid mensen die vertrekken neemt toe, en ze blijven steeds langere periodes weg van huis.”
Renu Bibi, 80, Bangladesh
Saber Saladas, die eveneens zijn verhaal doet in het artikel van The Guardian, zag ook geen andere optie dan vertrekken. Zijn familie had generaties lang in de visserij en landbouw gewerkt aan de zuidwestkust van het land. Toen andere families door de stijgende zeespiegel naar de stad trokken, hield Saladas stug vol. Pas toen hij thuis tot zijn enkels in het water stond, gaf hij op.
“Plattelandsbewoners in Bangladesh vluchten naar de steden, die uit hun voegen barsten
De ligging (het land heeft de grootste rivierdelta ter wereld) en de hoge bevolkingsdichtheid maken Bangladesh een van de kwetsbaarste landen ter wereld voor de gevolgen van klimaatverandering. Overstromingen, cyclonen en andere natuurrampen bedreigen het leven van meer dan 19 miljoen kinderen in het land, zo waarschuwde Unicef vorig jaar (op een totaal van 165 miljoen inwoners). De Wereldbank verwacht dat in 2050 één op de zeven Bengalezen vanwege klimaatverandering zal zijn verplaatst.