Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Wie deelneemt aan bijeenkomsten over duurzaamheid, treft een wit publiek. Bekijk
De Duurzame 100 van
Trouw, met de meest invloedrijke duurzame Nederlanders. Of
bekijk de foto’s van het jaarlijkse Springtij Forum, waar duurzame koplopers aan ‘onze’ toekomst werken. Vooral witte, hoogopgeleide, invloedrijke Nederlanders met hoge posities in het bedrijfsleven. Een witte voorhoede tekent zich af. Gedragen alleen mensen zonder migratieachtergrond zich duurzaam? Of is er iets anders aan de hand?
Er is relatief veel onderzoek naar het individuele duurzame gedrag van burgers. Zo publiceert Kaleidos Research jaarlijks over trends in duurzaam gedrag van Nederlanders. 1 Maar over verschillen in duurzaam gedrag tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond was vrijwel niets bekend. Omdat diversiteit op alle niveaus essentieel is om tot oplossingen te komen die iedereen aanspreken, besloot ik – onderzoeker inclusieve duurzaamheid – samen met Thiëmo Heilbron van Fawaka Nederland een studie te wijden aan dit onderwerp.
“
We deden een studie naar de verschillen in duurzaam gedrag tussen Nederlanders met en Nederlanders zonder migratieachtergrond.
In 2017 publiceerden we het onderzoek
Inclusieve Duurzaamheid: een verkenning naar duurzaam gedrag bij Nederlanders met en zonder migratieachtergrond. 2 Voortbouwend op bestaande inzichten over duurzaam gedrag van Nederlanders, keken we naar diversiteit. Een studie naar de verschillen in duurzaam gedrag tussen Nederlanders met en Nederlanders zonder migratieachtergrond. Concrete, alledaagse handelingen, waarmee bijna iedereen te maken heeft, werden gemeten. Zo keken we onder meer naar vlees eten en tweedehands spullen kopen (consumentengedrag), afval scheiden en hergebruik van spullen (huishoudelijk afval en recycling) en verwarminggebruik en de tijd dat iemand onder de douche staat (energie- en watergebruik). Literatuuronderzoek, enquêtes en expertinterviews gaven antwoord.
Wat kwam eruit?
De uitkomsten van het onderzoek geven een genuanceerd beeld. Verschillen in duurzaam gedrag tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond zijn minimaal. Vooral opleidingsniveau, gender, leeftijd en religie hebben effect op duurzaam gedrag. Zodra op deze variabelen wordt gecontroleerd, vallen bijna alle verschillen op basis van migratieachtergrond weg. Om de uitkomsten te begrijpen is dus een bredere maatschappelijke analyse nodig: de sociale context waarin mensen leven.
Verschillen in duurzaam gedrag worden dus vooral bepaald door de sociaal-economische context en fysieke structuren (zoals infrastructuur en leefomgeving) waarin mensen leven, niet door migratieachtergrond an sich. Wel is het zo dat Nederlanders met een migratieachtergrond vaker in kwetsbare wijken wonen, vaker een minder gunstige arbeidsmarktpositie hebben, en vaker laagopgeleid zijn dan mensen zonder migratieachtergrond.
“
Niet migratieachtergrond, maar sociale ongelijkheid en onderwijssegregatie zorgen voor het beeld van een ‘witte duurzame elite’
Maar het zijn dié factoren die effect hebben op de mate waarin mensen zich duurzaam gedragen. De financiële ruimte hebben om bepaalde keuzes te maken, opgeleid zijn om bepaalde keuzes te kunnen maken, of geconditioneerd zijn om bepaald duurzaam gedrag te vertonen. Niet migratieachtergrond, maar sociale ongelijkheid en onderwijssegregatie zorgen voor het beeld van een ‘witte duurzame elite’. Het inclusief en toegankelijk maken van duurzaamheid is daarom noodzakelijk om elke burger bij de transitie te betrekken.
Niemand is rationeel
Sinds de jaren 90 is er echter groeiende aandacht voor gedragsverandering van burgers. Door middel van onder andere campagnes en nudging wordt een groene leefstijl gestimuleerd. Maar de invloed van contextfactoren op het individu worden hierbij vaak onderschat. Neem bijvoorbeeld afval scheiden: hiervoor zijn speciale afvalbakken nodig in de wijk, of er moet chemisch afval worden opgehaald. In kwetsbare wijken zijn veel minder speciale afvalbakken of afhaalmomenten. Voor wie slecht ter been is, is het gebruikmaken van deze afvalbakken in de wijk een stuk ingewikkelder.
“
In het denken wordt de vrije wil flink overschat
Het is niet vreemd dat er veel aandacht is voor gedragsverandering. Vaak wordt nog steeds gedacht dat mensen constant in staat zijn weloverwogen rationele keuzes te maken – de homo economicus. Maar volgens veel denkers, waaronder de Britse filosoof Timothy Morton, klopt dit beeld niet. In het denken wordt de vrije wil flink overschat. Mensen zijn irrationeel en handelen veel vaker uit emoties, omdat ze niet beter weten of omdat ze gevangen zitten in bepaalde sociale, economische en fysieke structuren.
Duurzaam leven is duur
Duurzaamheidsmaatregelen zoals subsidies, nudging of technologische innovatie zijn vaak voor een beperkte groep toegankelijk. Subsidies voor de aanschaf van elektrische auto’s of het aardgasvrij maken van woningen voorkomt bijvoorbeeld niet de blijvende aanschafkosten of het nodig hebben van een eigen woning. Daarnaast vergt het veel voorkennis, basisvaardigheden en papierwerk om een gemiddelde subsidieaanvraag in te dienen. Dergelijke investeringen kun je moeilijk verwachten van mensen die met moeite het einde van de maand halen.
Maar ook nudging en de meeste technologische innovaties bereiken een beperkt publiek. Voor een Tesla heb je een bovengemiddeld inkomen nodig. Biologisch eten is relatief duur en vereist kritisch beoordelingsvermogen in de supermarkt. Een ‘groene’ energieleverancier uitkiezen kost veel tijd en geld. Vooral hoger opgeleiden en mensen met een grotere portemonnee hebben toegang tot duurzame alternatieven.
“
De transitie houdt onvoldoende rekening met maatschappelijke tegenstellingen
En er is ook sprake van uitsluiting ten behoeve van duurzaamheid. Bijvoorbeeld de milieuzones waardoor (vervuilende) bestelbusjes de stad niet meer in mogen. Goed voor de luchtkwaliteit in steden, maar een ramp voor kleine ondernemers buiten de stad. Zij kunnen (ondanks subsidies) de investering vaak niet aan om hun wagenpark aan te passen. In de drift naar een duurzame samenleving lijken sociale kwesties eerder bijzaak dan noodzaak. De transitie houdt onvoldoende rekening met maatschappelijke tegenstellingen, met toenemende scheidslijnen in haar kielzog.
Naar inclusieve duurzaamheid
Hoe komen we dan toch tot inclusieve vormen van duurzaamheid? Een meer integrale benadering lijkt nodig, waar ecologische duurzaamheid samengaat met sociale duurzaamheid. De SDGs doen dit deels, maar nog steeds onvoldoende. Duurzaamheid moet zich over de breedte actief richten op het toegankelijk maken, betrekken en faciliteren van burgers in duurzame praktijken.
Het probleem is dat dit niet realistisch is zolang we economische groei voorop stellen. Waar duurzaamheid moet schikken voor economische groei is geen ruimte voor sociale kwesties. Willen we klimaatverandering tegengaan zonder maatschappelijke tegenstellingen te vergroten, dan is disruptie van deze logica nodig. Buiten de box denken en het los durven laten van vertrouwde referentiekaders. Niet-westerse perspectieven op ontwikkeling (zoals Buen vivir in Latijns-Amerika en Ubuntu in Afrika), en innovaties uit zelfvoorzienende projecten (zoals permacultuur of collectieve agricultuur) bieden mogelijk handvatten.