“Toen ik in januari uitzocht waar het hoge bedrag van mijn afvalstoffenheffing vandaan kwam, ontdekte ik dat al het afval dat we in Rotterdam scheiden alsnog op één hoop terechtkomt. Zo voorkomt de gemeente een hoge boete vanwege een schimmige afspraak met de regionale afvalverwerker. Hier moest ik wat mee.
Zes jaar geleden studeerde ik af als industrieel ontwerper. Tijdens mijn afstudeerproject maakte ik een biogasvergister en daardoor werd ik me bewust van de waarde van groen afval. Ik maakte nog even een kort uitstapje naar de IT-sector, maar in juni dit jaar zegde ik mijn baan op: ik wil vol gaan voor Stadsgas. Het idee? We verzamelen SWILL-afval, de correcte term voor etensresten van grote hotels en restaurants, en zetten dat met een biogasinstallatie om in duurzame elektriciteit. Het bespaart hotels en restaurants bijna de helft van hun jaarlijkse kosten voor afvalverwerking en het is stukken beter voor het milieu.
Omdat je niet de rest van je leven kunt teren op subsidies maak ik van Stadsgas een besloten vennootschap, om zo geld te verdienen met groene stroom. Een deel van de nettowinst vloeit naar de stichting, daar starten we andere ecoprojecten mee op. In juni 2015 wil ik de eerste biogasfabriek openen in het Vierhavengebied Rotterdam. De restwarmte die daar vrijkomt, gaat naar de naastgelegen viskwekerij. De hoogwaardige organische mest die overblijft gaat naar de stadsboerderij.
Het plan is om binnen vier jaar break-even te draaien. Er is nog geen samenwerking met de gemeente Rotterdam; die reageert nog niet heel enthousiast op mijn ideeën. Vanuit andere steden, zoals Antwerpen en Utrecht, is de interesse groot. En wie weet kan ik later naar heel Nederland, België en misschien Frankrijk uitbreiden. Zo wordt afval weer geld waard en worden de steden schoner.”