‘Onze kinderen sterven, alleen omdat ze hier geboren zijn.’ Christabel Kabilo (48) steekt haar handen diep in de zakken van haar rode fleecevest. Haar zoon Abed, net achttien, is één van de vele jongeren in de Zambiaanse mijnstad Kabwe met ernstige gezondheidsklachten: hij belandde als zestienjarige in het ziekenhuis met nierfalen. Net als de meeste inwoners van Kabwe had hij te veel lood in zijn lichaam. De bron van alle problemen, de oude loodmijn met smelterij, is al dertig jaar dicht. Mijnbouw bracht hier ooit geld en geluk, maar bleek een sluipmoordenaar die generaties later nog altijd genadeloos toeslaat.
Metaalslakken
Het zware metaal verspreidt zich al honderdtwintig jaar door de stad. Boosdoener is de inmiddels gesloten Broken Hill-mijn, die werd gebouwd toen Zambia een Britse kolonie was. Dankzij de mijn kon het land onder andere profiteren van de groeiende auto-industrie. Lood werd destijds gebruikt in benzine, tot men in de jaren zeventig ontdekte hoe giftig het metaal is. Loodhoudende producten werden in steeds meer landen verboden en de Broken Hill-mijn sloot in 1994 haar schachten.
Maar toen de loodindustrie vertrok, bleef haar afval achter: 6 miljoen ton aan ‘metaalslakken’, oftewel overgebleven resten lood, koper, mangaan en zink, achtergelaten in een berg van 30 meter hoog. Metaalstof waait van de afvalberg naar alle hoeken en gaten van de stad, of sijpelt met de regen door in het grondwater. De grond is er volledig van verzadigd geraakt. De enige manier om het metaal op te ruimen is om de hele stad af te graven en met vers zand te vullen, maar dat is onbetaalbaar.
Omwonenden krijgen het metaalstof dag in dag uit binnen: via de lucht, het water en de grond. Langdurige blootstelling aan het stof kan loodvergiftiging veroorzaken. Het metaal hoopt zich op in je botten en verspreidt zich naar de hersenen, lever en nieren. Op termijn kan dat leiden tot cognitieve problemen, onvruchtbaarheid en in het ergste geval vroegtijdig overlijden.
Deel dit
We hadden geen idee wat dat stof met hem deed
In Katondo, een wijk pal naast de oude loodmijn, kent iedereen wel iemand die er ziek van is geworden. Abed, de eerdergenoemde zoon van Christabel Kabilo, belandde twee jaar geleden in het ziekenhuis. Zijn nieren hadden het opgegeven. Hij werd dagenlang in coma gehouden terwijl zijn nieren werden schoongespoeld door middel van dialyse. “Hij speelde vroeger elke dag voetbal in het zand”, vertelt zijn moeder, terwijl Abed wat schuchter naast haar zit. “Zelfs als hij sliep was hij bedekt met stof.” Ze is even stil en draait aan een van haar staartjes. “We hadden geen idee wat dat stof met hem deed.”
Kabilo is geboren en getogen in Katondo, net als de meeste inwoners van de wijk. “Mijn vader kwam hier wonen om te werken in de smelterij. Zijn tanden brandden weg door de chemicaliën die vrijkwamen als ze het lood smolten.” Haar vader voelde de directe impact van de mijnbouw; haar zoon is slachtoffer van de langetermijngevolgen. Abeds nieren herstelden uiteindelijk, maar hij heeft zijn school nooit kunnen afmaken. “Ik voelde me altijd ziekjes: hoofdpijn, moe, misselijk”, vertelt hij. “Maar de meeste van mijn vrienden hadden dezelfde problemen. We dachten dat het gewoon bij het leven hoorde.” Abed is niet de enige die door gezondheidsproblemen vroegtijdig moest stoppen met school, vertelt zijn buurtgenoot Kalomba Boniface (22). “In mijn klas van dertig leerlingen hebben er maar vijf hun diploma gehaald.”
384 nieuwe mijnen
Decennia na het vertrek van de loodindustrie leunt de Zambiaanse economie nog altijd zwaar op mijnbouw. Inmiddels is niet lood maar koper het grootste exportproduct van het land. Maar liefst 70 procent van de exportinkomsten van Zambia is kopergerelateerd. Die export is te danken aan de zogenaamde ‘kopergordel’, een strook land in Zambia en de Democratische Republiek Congo die goed is voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde koperproductie. Behalve koper is de Zambiaanse grond ook rijk aan mineralen zoals kobalt, nikkel, lithium, zink en mangaan.
Door de energietransitie stijgt de vraag naar die grondstoffen explosief. Koper wordt gebruikt voor groene technologieën zoals windmolens, zonneparken en elektrische auto’s, omdat het goed elektriciteit geleidt. Kobalt, nikkel, lithium en mangaan zijn bestanddelen van batterijen voor bijvoorbeeld elektrische auto’s en mobiele telefoons. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat de vraag naar grondstoffen voor de energietransitie in 2040 tenminste vier keer groter zal zijn dan in 2020. Alleen al om te voldoen aan de vraag naar batterijen, zullen er in de komende tien jaar wereldwijd 384 nieuwe mijnen nodig zijn, berekende data-analysebureau Benchmark Mineral Intelligence in 2022.
Daardoor dreigt de geschiedenis in Kabwe zich te herhalen. Net zoals loodmijnbouw kan de winning van ‘groene’ grondstoffen funest zijn voor de gezondheid van omwonenden. Blootstelling aan kobalt en nikkel kan leiden tot luchtwegaandoeningen, van chronische bronchitis tot longkanker. Mijnwerkers die veel met mangaan in aanraking komen, kunnen daar parkinsonachtige klachten aan overhouden, zoals motorische problemen en geheugenverlies. En bij koperwinning kunnen giftige metalen zoals lood, kwik en arsenicum vrijkomen.
Deel dit
Driekwart van de inwoners had te veel lood in het bloed
Hoe ingrijpend zulke vervuiling kan zijn, blijkt wel uit de nasleep van de loodmijnbouw in Kabwe. Bijna driekwart van de inwoners van de stad heeft te veel lood in hun bloed, bleek uit onderzoek in 2020. Met name kinderen zijn kwetsbaar, onder andere omdat hun onvolgroeide lichamen het metaal makkelijker opnemen. Volgens de milieuorganisatie Pure Earth, die wereldwijd strijdt tegen lood- en kwikvervuiling, hebben kinderen in Kabwe per deciliter gemiddeld 60 tot 120 microgram lood in hun bloed. Gezondheidsproblemen kunnen volgens de Wereldgezondheidsorganisatie al ontstaan bij 3,5 microgram per deciliter; zelfs blootstelling aan kleine hoeveelheden lood wordt al aangemerkt als onveilig.
Rechtszaak verloren
In 2020 stapten ruim 140.000 mensen uit Kabwe naar de rechtbank om mijnbouwbedrijf Anglo American verantwoordelijk te houden voor de vervuiling. Het Britse bedrijf was tijdens de hoogtijdagen, van 1925 tot 1974, deels eigenaar van de Broken Hill-mijn. Anglo American ontkent verantwoordelijk te zijn voor de loodvergiftiging van omwonenden. De rechter gaf het bedrijf gelijk. Volgens het vonnis zou het een ‘ernstig precedent’ scheppen als een bedrijf een halve eeuw nadat het zijn activiteiten heeft gestaakt nog aansprakelijk gesteld kan worden door generaties die destijds nog niet geboren waren en op basis van kennis die er toen nog niet was.
Deel dit
Mijnbedrijven kunnen jaar in jaar uit hun gang gaan
De uitspraak van de rechter toont een van de grote pijnpunten van de mijnbouw, vertelt Iva Peša, historicus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij doet onderzoek naar vervuiling door de winningsindustrie in Afrika. “Een fundamenteel probleem is dat de tijdlijn van de schade niet samenvalt met de tijdlijn van de bedrijven die de vervuiling veroorzaken. Ze blijven eigenlijk nooit lang genoeg aanwezig om de gevolgen van hun werk onder ogen te moeten zien.”
Bijkomend probleem is dat er in de tijd van Anglo American nog geen milieuwetgeving was. Die is er inmiddels wel: sinds de jaren negentig heeft iedereen in Zambia recht op een schone, veilige en gezonde leefomgeving. Maar de wet heeft amper effect, vindt milieuactivist Freeman Mubanga. Hij werkt bij het Zambiaanse Centre for Environmental Justice, dat zich onder andere inzet voor duurzame mijnbouw, en ziet nauwelijks handhaving. “Mijnbedrijven kunnen jaar in jaar uit hun gang gaan, want hun impact op het milieu wordt niet gemonitord. Dat probleem speelt in de meeste Afrikaanse landen met grote schulden. Onder druk van hun schuldenlast geven regeringen investeerders vrij spel. Willen ze nieuwe mijnen openen? Dan kan dat. Het enige wat telt is hoeveel geld ze binnenhalen.”
Deel dit
Er wordt totaal niet gedacht aan de toekomst
In rap tempo worden in Zambia nieuwe mijnen aangekondigd. Zoals de Mingomba-kopermijn, gefinancierd door onder anderen Bill Gates en Jeff Bezos, die de grootste mijn van het land moet worden. Om van de stijgende vraag te profiteren, wil Zambia zijn koperproductie tegen 2040 bijna verviervoudigen, van 800 duizend ton naar 3 miljoen ton per jaar. Edward Lange, hoofd van de Zambiaanse tak van denktank Southern Africa Research Watch, maakt zich zorgen. “Er wordt totaal niet gedacht aan de toekomst. Mensenrechten en milieuvervuiling zijn geen criteria bij de uitbreiding van mijnbouw.”
Mensen zoals de goedlachse Harrison Mwanza (56) betalen de prijs voor dat beleid. De koopman groeide op in Katondo, zijn vader en broer werkten in de oude loodmijn. “We mochten op woensdag niet buiten spelen, dan was de smelterij bezig en blies die stinkende rook over ons huis.” Bij elke plek in Katondo heeft Mwanza wel een verhaal, van elke familie die we tegenkomen kent hij een zoon of dochter die ziek werd. “Je vindt hier meer mensen mét deze verhalen dan zonder”, vertelt Mwanza. “Mijn drie kinderen liepen allemaal loodvergiftiging op toen ze klein waren. Mijn oudste zoon Edward van 21 is er nooit bovenop gekomen. Hij maakte zijn school niet af, is onvruchtbaar en heeft nog steeds hulp nodig met simpele dingen zoals lezen en boodschappen doen.”
Chemische geur
Om te zorgen dat toekomstige Zambianen niet hetzelfde hoeven te ondergaan als Abed Kabilo en Edward Mwanza, moeten we volgens historicus Peša anders denken over duurzaamheid. “Als je in Nederland minder uitstoot dankzij je elektrische auto is dat een overwinning. Maar alles wat buiten de grenzen gebeurt, verdwijnt uit het zicht. Het is problematisch om alleen te kijken naar de CO2-uitstoot van de auto zelf en niet naar het productieproces. Als je dat wel doet, krijg je een ander beeld van duurzaamheid.” Zo zijn windmolens een voorbeeld van ‘schone’ energie, maar heeft een windenergiecentrale volgens energie-agentschap IEA negen keer zoveel mineralen nodig als een gascentrale. Een elektrische auto gebruikt op zijn beurt zes keer zoveel mineralen als een auto met verbrandingsmotor. Al die grondstoffen komen uit steden zoals Kabwe.
In de strijd tegen klimaatverandering is daar niet genoeg oog voor, vindt milieuactivist Mubanga. “De landen die op zoek zijn naar mineralen voor fossielvrije technologieën, zijn niet de landen waar de grondstoffen uit de grond worden gehaald. Zij zitten niet met de gevolgen opgescheept. De energietransitie moet een eerlijke transitie zijn. Niemand in Zambia is tegen mijnbouw, we leven ervan. Maar op dit moment zien we bijna alleen nadelen, geen voordelen. Wij Zambianen moeten eraan meeverdienen, en de mijnbouw moet mens en natuur respecteren. Ik wil dat ons land ook nog leefbaar is als mijn kleinkinderen hier rondlopen.”
Deel dit
Zorg dat wij beschermd worden en meeprofiteren
Inmiddels is er in Kabwe een nieuwe mijn geopend waar geen lood maar mangaan wordt gedolven, een van de grondstoffen die onze wereld schoner moeten maken. De mijn ligt pal naast de oude loodmijn, die nooit is afgebroken. Harrison Mwanza wil de afvalberg laten zien aan de andere kant van het terrein. Een scherpe chemische geur komt ons tegemoet. “Het hele riedeltje herhaalt zich. Als ze zo nodig moet graven en smelten, zorg er dan in ieder geval voor dat wij beschermd worden en meeprofiteren.” Hij heeft geen vertrouwen in de ‘groene’ transitie waar het mangaan voor gebruikt wordt. “Een groene transitie?” Mwanza knikt afkeurend naar de rook. “Kijk om je heen en zeg het als je iets groens ziet.”
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Een langere versie van dit artikel verscheen in december 2024 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand