‘De weg van de industriële landbouw is een doodlopende’
Je kunt een plant zien als een thermometer voor de kwaliteit van de bodem en het leven erin. Als een plant ziek wordt, betekent dat dat de omgeving niet gezond is. Het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen is alleen maar symptoombestrijding, je past de planten aan zodat ze in een zieke omgeving kunnen overleven. Wij kijken liever welke omstandigheden ideaal zijn voor planten.”
“Zodra we een nieuw ras op de markt brengen, mag iedereen dat gebruiken
De weg van de industriële landbouw is een doodlopende weg, en dat weten de grote bedrijven zelf ook. Maar voor ons bedrijf is het ook nog zoeken, we zijn in Nederland pioniers op het gebied van biologisch-dynamische zaadteelt. We vinden het ontwikkelen van nieuwe rassen te belangrijk om aan het commerciële bedrijfsleven over te laten. Zodra we een nieuw ras op de markt brengen mag iedereen dit gebruiken, er zit geen patent of kweekrecht op. Planten zijn leven, je kunt niet zeggen: die is van mij.
Maar we hebben natuurlijk wel inkomsten nodig. Daarom hebben we ons aangesloten bij een Duitse coöperatie. Via hen ontvangen we schenkingen. Het is een andere manier van denken: de maatschappij zal hier geld voor over moeten hebben. Uiteindelijk gaat het ons erom dat de boeren zelf weer de macht krijgen, in plaats van de grote bedrijven.”
'Mentaal voel ik me multimiljonair'
“Ik wilde altijd al boer worden, maar ik ben pas acht jaar geleden begonnen. Daarvoor was ik onder andere manager, econoom en wethouder. Vanaf het begin heb ik gezegd: ik ga het zonder chemicaliën doen. Nog geen grammetje. Dan maar geen oogst als het misgaat.
Belangrijk is dat je niet tegen de natuur inwerkt, maar met de natuur mee. Dat begint bij een zo hoog mogelijke biodiversiteit op je land. Als je fruitbomen plant, lijkt het efficiënt om een rij van dezelfde soort neer te zetten. Maar zo kunnen ziektes zich razendsnel verspreiden. Ik kies dus voor verschillende bomen, afgewisseld met bessenstruiken, bloemranden en heggen.
Ook in de akkerranden zaai ik speciale bloemenmengsels. Daar komen insecten op af die de natuurlijke vijand zijn van plaaginsecten, zoals het graanhaantje die de hele graanplant kaalvreet. Met de juiste bloemen lok ik de sluipwesp, die vervolgens eitjes legt in de larven van graanhaantjes, waardoor die niet uitkomen. Loopkevers zijn ook nuttig, daarvoor leg ik midden in de akkers keverbanken aan. Zo zorg ik het hele jaar door voor biologische plaagbestrijding.”
“Ik verkoop naast de oogst ook de schoonheid van het landschap
Graanteelt is eigenlijk de meest onrendabele vorm van landbouw. Toch wil ik geen andere gewassen, ik vind graan zo mooi en het trekt zoveel vogels aan. Financieel kan het uit, want ik verkoop naast de oogst ook de schoonheid van het landschap. Mijn land is onderdeel van Park Lingezegen, een landschapspark dat is gericht op educatie en recreatie in de natuur. Daar komen veel mensen op af, het is land om van te genieten. Vooral rondom steden is dat belangrijk, ik wil laten zien dat het platteland ook mooi kan zijn en niet zo kaal hoeft.
Mijn manier van boeren werkt en ik kan er de kost mee verdienen. Meer heb ik niet nodig. Op de bank staat net genoeg om van te leven, maar mentaal voel ik mij multimiljonair.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand