Een vertegenwoordiger van het duurzame bedrijf SERE meet een balsaboom. Beeld: Ynske Boersma

Groene schijn: we kappen de Amazone voor ‘schone’ windmolens

De windmolenparken die wereldwijd in recordtempo uit de grond worden gestampt, hebben vernietigende gevolgen voor het Ecuadoraanse Amazonegebied. Daar groeit balsahout, onmisbaar voor de wieken van de molens. ‘Onze energie-ambities leiden tot steeds meer ontbossing.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het is vrijdagmiddag. Een witte man keurt een lading planken van balsahout, opgestapeld aan de oever van een weidse rivier in het Amazonegebied. In de verte klinkt het geluid van een motorzaag. Beneden, in de rivier, spelen drie Inheemse1 kleuters joelend van plezier met een paar verdwaalde planken van het hout, dat zo licht is dat het perfect blijft drijven.

Houthandelaren brachten niet alleen geld maar ook conflict en criminaliteit met zich mee

‘China’, antwoordt de man, een houthandelaar, op de vraag waar het hout heen gaat. Maar welk exportbedrijf het hout uitvoert, dat wil hij niet zeggen. Noch waar het hout vandaan komt. Dat is niet zo vreemd: in dit afgelegen Amazonegebied bestaat geen enkele controle op de vaak illegale kap door deze handelaars. De enige wet is die van het dollarbiljet.

Hout voor windturbines

Copataza, een gehucht in de Inheemse Achuar-gemeenschap in de Ecuadoraanse Amazone, ligt aan het einde van de enige weg naar de buitenwereld, die in 2019 werd voltooid. Dat is voor sommigen een zegen en voor anderen een vloek. Want met de weg kwamen de handelaren, en die brachten niet alleen geld maar ook conflict en criminaliteit met zich mee.

Zo meldden zich kort na het voltooien van de weg de eerste houthandelaren, afkomstig uit het kustgebied van Ecuador. Ze zochten balsa, een tropische houtsoort die wordt gebruikt bij de productie van windturbines. Het is zowel vederlicht als extreem sterk en is daardoor de ideale grondstof voor de wieken, die tot wel 100 meter lang kunnen zijn. Het balsahout wordt verwerkt in de binnenkant van de wieken, in een composietmateriaal van koolstof- of glasvezels, hars en balsahout.

In 2019 steeg de vraag naar balsa zo snel dat de bestaande plantages de vraag niet meer aankonden

Normaal gesproken komt het balsahout van plantages in het kustgebied van Ecuador, al meer dan een halve eeuw ’s werelds belangrijkste exporteur van deze houtsoort. Balsa kent vele toepassingen, zoals in surfplanken, modelvliegtuigen, muziekinstrumenten en voor de industrie, voor windenergie.

Maar in 2019 steeg de vraag naar balsa zo snel dat de bestaande plantages de vraag niet meer aankonden. Dat kwam vooral door China, waar de overheid bedrijven subsidieerde om windmolenparken te bouwen. Maar ook Europa en de Verenigde Staten hebben de afgelopen jaren flink ingezet op windenergie. Zo bouwde de Europese Unie in 2021 een recordaantal windmolenparken bij. Een ontwikkeling die zich, met het oog op de energietransitie, de komende jaren vermoedelijk zal doorzetten.

Artikel gaat verder onder de foto.

Bewoners van de gemeenschap Kashap.Beeld: Ynske Boersma

Balsakoorts

Aanvankelijk kapten handelaren de balsabomen in de buurt van de wegen, waar het het makkelijkst is om de bomen te vervoeren. Daarna trokken ze steeds dieper het oerwoud in, over de rivieren. Twee jaar lang kapten deze zogenaamde balseros elke balsaboom die ze tegenkomen. Aan de rivieroevers, op de eilanden in de rivieren, in de gebieden van de Inheemse gemeenschappen. Geen boom bleef overeind. Sommige handelaren zetten zelfs vliegtuigjes in om het hout weg te krijgen uit de meest afgelegen gebieden.

Handelaren beloven gouden bergen aan de Inheemse bewoners

Daarbij gaan de handelaren veelal illegaal en bijna altijd immoreel te werk. Ze beloven gouden bergen aan de Inheemse bewoners van de afgelegen Amazone-gemeenschappen die de gigantische bosgebieden bewonen. Of beter gezegd: dikke pakken dollarbiljetten. Maar die beloftes komen ze zelden na.

Zo ook in Kashap, een Achuar-gemeenschap van drie families op drie uur varen van Copataza. “De balsero bood me 12.000 dollar voor mijn bomen aan de rivier”, zegt Gerardo Aij (38), een tanige, kleine man. “Hij gaf me een voorschot van 700 dollar, waarna hij begon met kappen. Maar de rest van het geld heb ik nooit gekregen.” Dezelfde verhalen vertellen de bewoners van het gehucht Copataza. Door zijn ligging aan de weg en de rivier transformeerde dat tot de belangrijkste doorvoerhaven voor balsahout. Tussen juli 2020 en juni 2021 zouden via de ‘haven’ van Copataza (niet meer dan een modderige aanlegplaats aan de rivier) zo’n 71.000 balsabomen het gebied hebben verlaten, stelt het Wereld Natuur Fonds.

En dan waren er nog de sociale problemen en de criminaliteit, die veroorzaakt werden door de houtkap en alle economische activiteit daaromheen. “Mensen van buitenaf brachten drugs en alcohol naar onze gemeenschap. De jongeren vielen voor de verleiding en gingen niet meer naar school”, zegt Tito Vargas, verantwoordelijke voor Economie in de Inheemse organisatie Nacionalidad Achuar de Ecuador (NAE). “Binnen families leidde de balsahandel tot scheidingen”, vertelt Vargas, “want mannen verkochten alles zonder erover te overleggen en kwamen dan zonder een cent thuis, dronken. Er zijn zelfs moorden gepleegd, allemaal veroorzaakt door de handel in balsa.”

Artikel gaat verder onder de foto.

Een balsero bood Gerardo Aij (38) 12.000 dollar voor zijn bomen. Hij ontving 700.Beeld: Ynske Boersma

Ontbossing

Hoewel de balsaboom op zich geen onderdeel van oerbossen vormt, leidt de balsakoorts wel tot nieuwe ontbossing van het regenwoud. Midden in het bos zijn tientallen hectares land ‘schoongemaakt’ om er balsa te laten groeien, zo tonen satellietbeelden van de regio boven de rivier Napo.

Dat kan Gilberto Nenquimo, voorzitter van de Nacionalidad Waorani del Ecuador (NAWE), beamen. “Ik vloog over ons territorium met een vliegtuigje en zag overal ontboste stukken land, tot zelfs in het beschermde gebied van de niet-gecontacteerde Waorani.” De Waorani’s zijn Ecuadors laatste Inheemse volk dat in contact kwam met de westerse wereld, pas in de jaren 1950. De 4000 Waorani’s bewonen ruim 800.000 hectare regenwoud, waarvan een deel beschermd natuurgebied is. Een klein deel van hen leeft nog zonder contact met de westerse wereld.

Nenquimo besloot om de kap in zijn territorium te verbieden. Dat leverde hem niet alleen bedreigingen van malafide balseros op, maar ook protesten van gemeenschapsleiders. “‘Laat ons verkopen’, zeiden ze me. En dat is begrijpelijk, want de mensen hebben geld nodig. Maar ze zien niet dat de balseros misbruik van hen maken.”

Artikel gaat verder onder de foto.

Het Ecuadoraanse Amazonegebied kampt met ontbossing.Beeld: Ynske Boersma

Voedselcrisis

Enkele jaren na het begin van de stormloop op balsahout in de Amazone, staat het regenwoud aan de vooravond van een nieuwe kapronde. Waar in voorgaande jaren vooral balsa in het wild werd gekapt, groeit de balsaboom nu overal en nergens op plantages. Van veehouders tot kleine Inheemse boeren: allemaal plantten ze balsabomen, in de hoop grote winsten te maken zodra de bomen volgroeid zijn.

Onze groene ambities leiden tot ontbossing en sociale problemen aan de andere kant van de wereld

Dat levert nieuwe problemen op voor de Achuar. Zij eten voornamelijk wat ze zelf verbouwen op hun akkers binnen de gemeenschap. Alleen voedingsmiddelen als rijst, olie en zout halen ze uit de stad, acht uur reizen over de rivier en de weg. Af en toe slachten ze een kip of schieten ze een vogel of aap in het bos. Maar dat bos heeft door de komst van wegen, oliemaatschappijen en houthakkers steeds minder te bieden.

Julian Illanes, leider van Copataza, is kritisch over de balsakoorts. “Balsa is nu het nummer 1-gewas van de Achuar. Maar de bomen leveren pas na drie of vier jaar iets op, en ondertussen verwaarlozen mensen hun akkers. Dat leidt onvermijdelijk tot een voedselcrisis.”

Moeilijk te traceren

Het is een paradoxale situatie: onze groene energie-ambities leiden tot ontbossing en sociale problemen aan de andere kant van de wereld. Zo’n 75 procent van de wereldmarkt voor balsa komt uit Ecuador. Fabrikanten van windturbines gebruiken steeds meer synthetische stoffen voor de wieken van windmolens, maar de industrie kan voorlopig nog niet zonder het tropische hout.

Naar verwachting zal de wereldwijde vraag naar balsa de komende jaren blijven toenemen. Zo kondigden Nederland, België, Duitsland en Denemarken aan om voor 2050 het aantal windparken op zee flink uit te breiden, waarvan 65 gigawatt al voor 2030 klaar moet zijn. Ter vergelijking: in het afgelopen recordjaar 2021 werd wereldwijd zo’n 100 gigawatt windenergie in gebruik genomen.

Artikel gaat verder onder de foto.

Een houthandelaar bij een partij balsabalken in Copataza.Beeld: Ynske Boersma
Zolang de vraag naar balsa hoog blijft, zullen de wantoestanden in Ecuador blijven bestaan. Controle van de overheid op de oorsprong van het hout is gebrekkig en eenvoudig te omzeilen. “Handelaren regelen een vergunning om balsa te kappen op één plek en halen het hout vervolgens waar dan ook vandaan”, zegt Julio Quilumba, die werkt voor het ministerie van Landbouw in de provincie Pastaza. “Traceerbaarheid is een groot probleem”, erkent hij.

Zo bezweert het grootste exportbedrijf van balsahout in Ecuador, het Zwitserse Plantabal/3A Composites, dat het bedrijf nooit hout uit het Amazonegebied heeft afgenomen. Maar uit een enquête onder 19 chauffeurs van ladingen balsahout in de Amazone, uitgevoerd gedurende 42 dagen in 2021 in de haven van Copataza in opdracht van het WWF, blijkt dat zij wel degelijk het hout aan dit bedrijf verkochten. 11 chauffeurs gaven aan het hout naar Plantabal te vervoeren.

Ramón Pino, algemeen directeur bij 3A Composites in de Amerika’s, ontkent de aantijging in alle toonaarden. “Wij zijn de grootste en bekendste producent van balsa in Ecuador. Maar de bedrijven die het hout (uit de Amazone, red.) afnamen zijn klein, zonder naam. Daarom zeggen de chauffeurs ‘Plantabal’, net zoals wanneer mensen Coca-Cola zeggen wanneer ze eigenlijk een ander merk bedoelen.” Wanneer we Pino’s weerwoord voorleggen aan twee houthandelaars in Copataza, bevestigen die toch dat zij het grootste deel van hun balsa aan Plantabal verkochten.

Een langere versie van dit artikel verscheen in oktober 2022 op mo.be.
Deze publicatie kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Te huur in Zimbabwe: ruime woning met uitzicht op milieuramp

In deze Nederlandse gemeente heeft de helft van de inwoners vaak geen water

  1. Vanwege de negatieve connotatie en de koloniale herkomst vermijdt OneWorld de term ‘inheems’ normaliter; we kiezen meestal voor ‘oorspronkelijk’. Als een auteur bewust ‘Inheems’ schrijft, handhaven we dat mits geschreven met een hoofdletter. De hoofdletter toont respect, omdat het gaat om een collectieve identiteit, net zoals ‘Canadees’ een hoofdletter heeft. Lees hier meer over het woord Inheems. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons