Het verhaal achter dit kledingmerk is lang niet zo basic als de shirts zelf

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een jaar na de verwoestende aardbeving in Nepal reisden Jacqui en Fons Burger van Kathmandu naar Ghunchok; een klein dorpje gelegen in het district Gorkha, dichtbij het epicentrum van de aardbeving. Het kleine Nepalese dorpje, waar zo’n 220 families wonen, lag nog altijd in puin. De hulporganisaties hadden weliswaar toiletten geplaatst maar van de huizen was weinig meer over. De inwoners woonden in zelfgemaakte hutjes in afwachting van verdere hulp.

Jacqui en Fons zagen het met lede ogen aan. Ze waren naar Nepal gekomen om de ateliers in Kathmandu te bezoeken waar ze hun kleding voor het merk SoGoodToWear laten maken. “We wilden zien wat er een jaar na de aardbeving in het getroffen gebied was gebeurd”, vertelt Jacqui. Met een auto reden ze naar een afgelegen dorp dat tussen de bergen ligt. “Met verbijstering zagen we hoeveel schade de natuurramp had aangericht. Maar wat ons het meest aan het hart ging, waren de mensen die nog altijd amper iets van de noodhulp hadden gezien. En dat terwijl er voor miljoenen was gedoneerd.”

Het stel uit Rotterdam besluit niet de zoveelste ramptoeristen te zijn die met medelijden naar de mensen kijken, foto’s van ze maken en van alles aan ze beloven om vervolgens nooit meer iets van hen te laten horen. Nee, in plaats daarvan zouden ze hoe dan ook terugkeren. Maar dan wel met honderd geiten.

Tajines uit Marokko, karaffen uit Bolivia 

Ruim een jaar voordat Jacqui en Fons naar Nepal reisden, begonnen ze met het opzetten van een eigen kledingmerk. Het uitgangspunt: duurzame basics van kasjmier, gemaakt op een fair trade manier. Fons: “Met duurzame en sociale ondernemingen houden we ons al een hele tijd bezig. Zo zijn we ooit begonnen met het uitgeven van een viertal boekjes getiteld ’52 simpele manieren om de wereld te veranderen’, en bieden we sinds 2008 met Good to Give kerspakketten en geschenken aan waarin spullen zitten van bedrijven die actief zijn in derdewereldlanden en op een eerlijke en duurzame manier te werk gaan. Denk aan tajines uit Marokko, karaffen van gerecycled glas uit Bolivia en sieraden uit Nepal.”

Ze verdienen er naar eigen zeggen goed aan. “De winst wilden we op een goede manier investeren; zodat andere er ook iets aan zouden hebben. En aangezien Jacqui maar moeilijk mooie, kwalitatieve duurzame basics kon vinden, besloten we een eigen kledingmerk op te zetten: SoGoodToWear.”

De kleding van Sogoodtowear is te koop via de website en bij verschillende verkoopunten waaronder

Margreeth Olsthoorn in Rotterdam, SPRMRKT Amsterdam en HUMANOID * SHOP in Arnhem.

Diervriendelijk kasjmier

Jacqui wil zich met het kledingmerk richten op het hogere segment door met kasjmier te gaan werken. “Het is een onwijs mooi, warm en zacht materiaal van hoge kwaliteit”, vertelt ze. “Het is niet voor niets een van de duurste natuurvezels.” Maar aan diervriendelijk kasjmier komen, blijkt niet gemakkelijk te zijn. “Doordat de geiten maar in beperkte gebieden voorkomen – met name in het hoogland op de grens van China met Pakistan en Afghanistan – is het aanbod niet groot en is het moeilijk een afnemer te vinden die transparant is over de wijze waarop de wol wordt verkregen en hoe de geiten worden behandeld.” Zo mogen Jacqui en Fons niet langskomen bij de herder in China van wie ze op dit moment de wol afnemen.

Ateliers in Nepal

Toch sluiten de twee een deal met de leverancier. Omdat er geen beter alternatief is, nemen zijn kasjmier af, en laten het vanuit China naar Nepal komen. Hier, in twee ateliers in Kathmandu, laten ze de kleding maken. “Door onze werkzaamheden voor Good to Give hebben we heel wat mensen leren kennen die bezig zijn met sociaal ondernemerschap in het buitenland. Zo leerden we ook Anna Shreya van Wamel van Moko Fair Production kennen, een Nederlandse kledingontwerpster die al sinds 1992 in Nepal werkt.” Van Wamel brengt de twee in contact met Go Pan, de eigenaar van twee breifabrieken in de buurt van Kathmandu. “Go Pan is een echte vakman, vertelde de kledingontwerpster ons. ‘Hij ademt bijna Kasjmier’, zei ze. Maar bovenal worden de werknemers hier goed behandeld, werken ze onder veilige omstandigheden en krijgen ze goed betaald. Zo’n 30 tot 40% boven het minimumloon.”

Video over de ateliers in Nepal 

Maar helemaal tevreden zijn Jacqui en Fons niet. “Het zat ons niet lekker dat we niet precies wisten hoe diervriendelijk ons kasjmier was.” Als het stel na de aardbeving een bezoek brengt aan het dorpje Ghunchok, honderd kilometer van de Nepalese hoofdstad Kathmandu, zet het hun aan het denken. “We wilden de bewoners heel graag helpen. Toen we zagen dat ze geiten hielden, dachten we: kunnen we hier geen kudde kasjmier geiten naartoe laten komen en deze aan de dorpelingen geven? Zo creëren wij werk voor hun door de wol van de families te kopen en weten wij voortaan waar ons kasjmier vandaan komt.”

Nora Kravis

‘Superras’ geiten uit Toscane

Ghunchok is alleen een dorp niet zo hooggelegen als de gebieden waar de kasjmier geiten oorspronkelijk vandaan komen. En kan dat wel, kasjmier geiten houden in lagergelegen gebied? “Na wat research kwamen we terecht bij Nora Kravis, een Amerikaanse vrouw die in Chianti, een dorpje ten zuiden van de stad Florence in Toscane, woont en hier een zogeheten ‘superras’ kasjmier geiten heeft gefokt. De dieren zijn niet alleen goed bestand tegen het warme klimaat maar leveren daarnaast ook wol van hoge kwaliteit.” Jaqui en Fons gaan bij haar langs. “Kravis wilde ons graag helpen maar voordat we tien bokken van haar vanuit Chianti naar Nepal mochten importeren, wilde ze eerst van alles weten.” Zo moest het echtpaar onderzoeken welke ziektes er in het gebied rondom Ghunchok voorkwamen. “Met een dierenarts uit Nepal zijn we toen terplekke bloedtesten gaan doen. Pas toen ze de resultaten had gezien, kregen we haar toestemming om tien mannelijke geiten van haar te kopen.”

SoGoodToWear is een social enterprise. De winst wordt op drie manieren geinvesteerd: 1.

Verbeteren van de omstandigheden in het aardbevingsgebied (huizen, scholen, gezondheidszorg, dierenwelzijn).
2. Uitbreiding van de kudde, spinnerij en ververij
3. Uitbreiding van het aantal winkels waar SGTW wordt verkocht

Doneer een geit

Maar met tien bokken alleen, kun je geen heel dorp van werkgelegenheid voorzien. “Het idee is dat we vanuit Tibet nog eens 100 kasjmier geiten importeren die we bij de tien bokken zetten, zodat zij zich voort kunnen planten. Op die manier creëren we een ras die kwalitatief hoogwaardige kasjmier produceert en gewend is aan het iets warmere klimaat.” Maar om dat mogelijk te kunnen maken, is geld nodig. Vandaar dat Fons en Jacqui op 1 december starten met een crowdfundactie. “We hopen minimaal 50.000 euro op te halen zodat we in ieder geval de geiten,  à 100 euro per stuk, kunnen aanschaffen en vervoeren. De kudde gaat dan rechtstreeks naar de bevolking van Ghunchock.” Fons legt uit dat de kudde geiten zich elk jaar zal verdubbelen. “Na een jaar of acht hebben we dan 10.000 geiten. Die kunnen we telkens in kleine kuddes van 10 tot 20 geiten onderverdelen en aan de families in de regio geven.”

Elke familie heeft straks zijn eigen kudde

Naast het geven van de geiten wil het echtpaar ook een gemeenschapsruimte in het dorp bouwen waar de kudde ondergebracht kan worden en waar spinnenwielen moeten komen te staan. “We willen de dorpelingen trainen in het spinnen en verven van de wol, zodat ze meer voor hun kasjmier kunnen krijgen. En we moeten ze leren hoe ze om moeten gaan met de dieren. Want geiten kennen ze wel, maar nu worden ze vooral gehouden voor de slacht. We moeten ze duidelijk maken dat ze uiteindelijk meer kunnen verdienen door een geit in leven te houden en de wol ervan te verkopen, dan door ze te slachten voor het vlees.”

Van een gelukkige geit tot tevreden boer

Maar eer we daadwerkelijk in een T-shirt van een kasjmier geit uit Ghunchok kunnen rondlopen, moeten we nog even geduld hebben. Jacqui: “Als alles goed gaat, hopen we over 1,5  jaar de eerste lading wol te kunnen verwerken in onze collectie.” En dat na drie jaar lang van heen en weer reizen, het afnemen van bloedbuisjes en het voeren van tientallen gesprekken met onder meer de gemeenschap in Nepal. “Alles moet kloppen in de keten: van een gelukkige geit tot een tevreden boer en consument. Dat doel hebben we nu bijna bereikt.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons