Hoe de zon in een oerbos komt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De kap van het laatste Europese oerbos? Lees hier meer over de controverse waar OneWorld de afgelopen maanden al veel over schreef.
Een eerder deel van deze rapportage ging over de rol van dood hout in het bos.

Via het Poolse staatsbosbeheer kregen we een rapport in handen over het verdwijnen van plantensoorten uit het oerbos van Bialowieza. Van 1962 tot 2012 bleken er 73 plantensoorten uit de in 1962 gemaakte opnamevlakken verdwenen. Dat verdwijnen van soorten is een ramp volgens het Poolse staatsbosbeheer. Een ramp die alleen kan worden bestreden door ‘actief natuurbeheer’. Met actief natuurbeheer bedoelt de Poolse minister echter het kappen en afvoeren van bomen.

Inderdaad blijken vooral soorten met een voorkeur voor wat opener bos te verdwijnen, alles duidt er dus op dat het oerbos deel steeds dichter en geslotener aan het worden is. Een aantal bijzondere orchideeënsoorten als bijvoorbeeld rood bosvogeltje, en diverse wolfsklauwsoorten hebben het duidelijk moeilijk, hoe is dat mogelijk terwijl de mens helemaal niet actief is in het bos?

Ik besloot hierover eens in gesprek te gaan met Hans van der Lans, bosecoloog en groot pleitbezorger van bossen waarin natuurlijke processen de vrije loop krijgen.

Nieuwe boomgroei

Ik ontmoet van der Lans in het natuurgebied de Maashorst en Herperduin bij Oss, een gebied waar de natuurbeheerders, geïnspireerd door oerbossen als Bialowieza, al sinds 1997 een natuurlijker bos creëren. Van der Lans geeft mij een rondleiding door het gebied. Anders dan Bialowieza ligt het bos hier volledig op een vrij hoog zandig en droog terrein. Bomen zijn hier ooit aangeplant om verkocht te worden als mijnhout. In de kern van het gebied liggen weides, akkers en heidevelden. Het bos dat hier zonder menselijk ingrijpen zou ontstaan, zou eerst gedomineerd worden door berken om heel langzaam in een droog eiken-beukenbos te veranderen.

Van der Lans vertelt: “In eerste instantie zijn we hier begonnen met het opener maken van de eenvormige houtakkers. Dat deden we door bomen om te trekken en zo gaten te maken in het gesloten bladerdak of eigenlijk vooral het naaldendak. Hiermee gaven we de zon een eerste kans het bos binnen te komen. Maar eigenlijk net zo belangrijk op de lange termijn zijn grazers die open gemaakte plekken ook langer vrijhouden van nieuwe boomgroei.”

Rood BosvogeltjeBeeld: Olivier Pichard – Eigen werk
Via het Poolse staatsbosbeheer kregen we een rapport in handen over het verdwijnen van plantensoorten uit het oerbos van Bialowieza. Van 1962 tot 2012 bleken er 73 plantensoorten uit de in 1962 gemaakte opnamevlakken verdwenen. Dat verdwijnen van soorten is een ramp volgens het Poolse staatsbosbeheer. Een ramp die alleen kan worden bestreden door ‘actief natuurbeheer’. Met actief natuurbeheer bedoelt de Poolse minister echter het kappen en afvoeren van bomen.

Inderdaad blijken vooral soorten met een voorkeur voor wat opener bos te verdwijnen, alles duidt er dus op dat het oerbos deel steeds dichter en geslotener aan het worden is. Een aantal bijzondere orchideeënsoorten als bijvoorbeeld rood bosvogeltje, en diverse wolfsklauwsoorten hebben het duidelijk moeilijk, hoe is dat mogelijk terwijl de mens helemaal niet actief is in het bos?

Ik besloot hierover eens in gesprek te gaan met Hans van der Lans, bosecoloog en groot pleitbezorger van bossen waarin natuurlijke processen de vrije loop krijgen.

Nieuwe boomgroei

Ik ontmoet van der Lans in het natuurgebied de Maashorst en Herperduin bij Oss, een gebied waar de natuurbeheerders, geïnspireerd door oerbossen als Bialowieza, al sinds 1997 een natuurlijker bos creëren. Van der Lans geeft mij een rondleiding door het gebied. Anders dan Bialowieza ligt het bos hier volledig op een vrij hoog zandig en droog terrein. Bomen zijn hier ooit aangeplant om verkocht te worden als mijnhout. In de kern van het gebied liggen weides, akkers en heidevelden. Het bos dat hier zonder menselijk ingrijpen zou ontstaan, zou eerst gedomineerd worden door berken om heel langzaam in een droog eiken-beukenbos te veranderen.

Van der Lans vertelt: “In eerste instantie zijn we hier begonnen met het opener maken van de eenvormige houtakkers. Dat deden we door bomen om te trekken en zo gaten te maken in het gesloten bladerdak of eigenlijk vooral het naaldendak. Hiermee gaven we de zon een eerste kans het bos binnen te komen. Maar eigenlijk net zo belangrijk op de lange termijn zijn grazers die open gemaakte plekken ook langer vrijhouden van nieuwe boomgroei.”

Uitgegraven poel in het bosBeeld: ErnstJan Stroes

Veldkrekels

We lopen langs een klein heitje in het bos en een grote duidelijk redelijk recent uitgegraven poel met een diversiteit aan dieptes. Van der Lans: “Hoor je die veldkrekels? Grappig hè, hier zitten er op zo’n klein stukje ineens wel drie, je hoort ze overal. We hebben in dit gedeelte van het gebied als doel om het zo open mogelijk te maken en het ook open te houden. Zoals in veel natuurgebieden moeten de grazers er voor zorgen dat deze plekken openblijven en niet meteen weer dicht groeien. Je ziet hier duidelijk dat de dieren de massaal opkomende berkjes mooi hebben gekortwiekt.”

De Maashorst wordt begraasd met exmoorpony’s, Schotse hooglanders en in het zuidelijkste deel nu ook met een kudde wisenten. “Jammer”, zegt van der Lans, “dat we niet zoveel grazers in het gebied mogen zetten dat ze aan het eind van de winter echt honger hebben en de begroeiing stevig aanpakken. Zeker nu, in het voorjaar, wreekt dat zich want de begrazingsdruk is eenvoudigweg te laag om de open gemaakte delen van het gebied open te houden. Hierdoor zullen we wel wat extra beheer moeten doen om het gebied open te houden.”

In Bialowieza worden wisenten zo zwaar bijgevoerd dat ze amper invloed kunnen uitoefenen in het bos

Dat is een probleem wat ook speelt in het oerbos van Bialowieza daar worden de wisenten (Europese bizons) zo zwaar bijgevoerd dat ze amper invloed uitoefenen op de vegetatie van het bos. Als resultaat wordt dat bos langzaam steeds dichter en eenvormiger en verdwijnen dus inderdaad bijzondere zon-minnende bosplanten zoals uit het rapport van het Poolse staatsbosbeheer blijkt. Grote grazende dieren, zeker zware wisenten die in staat zijn jonge bomen gewoon om te duwen, zijn erg belangrijk bij het open en gevarieerd houden van het bos en dus uiteindelijk voor de biodiversiteit. Het moeten er niet teveel worden, maar mogen er ook niet te weinig zijn wat momenteel in Bialowieza duidelijk het geval is.

HeivlinderBeeld: Wikipedia

Bosrand

Inmiddels zijn we bij een mooi kronkelende bosrand gekomen die gevuld is met takkenbossen en braamstruweel. De aanwezige bramen staan te bloeien en insecten vliegen af en aan, her en der zien we vingerhoedskruid waar hommels zich laven aan de nectar. “Kijk hier zie je mooi dat wij nergens in het gebied rechte bosranden laten bestaan”, vertelt van der Lans. “Door de bosrand zoveel mogelijk te laten slingeren vergroten we de diversiteit. Voor veel bloemen, vlinders als de zeldzame heivlinder en andere insecten en vervolgens voor vogels en vleermuizen, zijn bosranden en openplekken in het bos van levensbelang. Niets levert zoveel microdiversiteit op als een bosrand of een open plek. Op open plekken in het bos heb je schaduwrijke en zonnige, drogere en nattere plekjes en daar ontstaat ook telkens weer een bepaalde vegetatie en fauna bij die daar thuis hoort.”

SchotsehooglandersBeeld: ErnstJan Stroes

Wisenten en paarden

We lopen we nu de grote open vlakte in het centrale deel van het gebied in. We zien een groep Schotse hooglanders in de bosrand staan. We zien heide en een aantal delen die duidelijk nog bij akkerbouwers in gebruik zijn. “Niet alle beheerders beheren hier op dezelfde manier en dat kun je goed zien. Het is duidelijk dat de meer traditionele natuurbeheerders het terrein minder makkelijk laten verwilderen en de vaak nog veel te rechte bosranden in tact laten.”

We komen een groep kinderen tegen die wat verbaasd kijken naar een groep Schotse hooglanders. Van der Lans: “In de oernatuur zoals we die in Europa vroeger kende liepen, oerossen, wilde paarden en wisenten rond. Later gingen herders met groepjes koeien en ander vee het bos in. De afwezigheid van grote grazende dieren in de natuur is dus iets wat pas recent is ontstaan. Wat we hier doen is dus beetje bij beetje die oernatuur met al haar variatie terug brengen inclusief de grote grazende dieren en wie weet komt daar ooit nog eens een wolf op af. Dat gaat langzaam maar we zijn hier in de Maashorst al een heel eind gekomen.”

Oproep crowdfunding!

Natuur- en Polenkenner ErnstJan Stroes wil dit najaar voor OneWorld op reportage naar het laatste Europese oerbos in Bialowieza. Vind je het belangrijk dat dit verhaal gemaakt wordt? Dan kun je via dit donatieformulier een bijdrage leveren. Onder de donateurs verloten we twee kaartjes voor de première van de film Les Saisons in september dit jaar. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons