De Wereldtentoonstelling staat bekend om het presenteren van baanbrekende uitvindingen. Zoals de lift, de telefoon en de televisie. Dit jaar staat de Expo 2015 in het teken van eten. Feeding the planet, Energy for life luidt de titel. Want: als we in 2050 9,6 miljard wereldburgers willen voorzien van gezond, veilig en voldoende voedsel, dan moeten we wel bedenken hoe dat te realiseren valt.
Het voedselvraagstuk
Door de groei van de wereldbevolking en de toenemende welvaart in opkomende economieën als China, stijgt de consumptie van vlees, vis en andere dierlijke eiwitten. De huidige productie van dierlijke eiwitten pleegt een aanslag op ruimte, water, milieu en biodiversiteit. Niet alleen vanwege het houden van vee, ook door de teelt van bijvoorbeeld mais en soja dat verwerkt wordt in het veevoer.
De vraag is in hoeverre onze planeet de druk van een stijgende voedselproductie aan kan? De Expo 2015 wil haar bezoekers niet alleen bewust maken dit voedselvraagstuk. De Wereldtentoonstelling biedt een podium aan naties, bedrijven en maatschappelijke organisaties om concrete oplossingen aan te reiken.
145 landen zijn – vertegenwoordigt via paviljoens – neergestreken op het terrein dat ruim een vierkante kilometer bedraagt. Van de VS tot aan Haiti, van Zuid-Korea tot aan Angola. Ook Nederland staat op de Expo met ondermeer foodtrucks, een spiegeltent en informatieborden over aquaponics en LED-verlichting in kassen. Verder zijn er bedrijven aanwezig, zoals McDonalds, Ferrrero en Coca Cola en maatschappelijke organisaties zoals Slow Food, Oxfam en Caritas. Het is het grootste foodfestival allertijden. Maar dan wel met een missie.
Hoe gaan we om met schaarse, vruchtbare landbouwgrond op onze planeet? En de beperkte zoetwatervoorraden? OneWorld bezocht de Expo 2015 en ging op zoek naar nieuwe inzichten.
Verzonken groente
Een metershoge, driedimensionale afvalberg van geplastificeerd eten doemt op in een zaal van Paviljoen Zero. In dit gebouw, ontworpen door de Milaanse architect Michele de Lucchi, beleeft de bezoeker een reis door de tijd: vanaf het supercontinent Pangea zo’n 210 – 250 miljoen jaar geleden tot aan de consumptiemaatschappij anno 2015.
Voor een concrete oplossing om het verspillingsprobleem tegen te gaan, moet de bezoeker echter in een ander paviljoen zijn. Namelijk in dat van Zuid-Korea. Het Aziatische land presenteert een culinair paradepaardje van eigen bodem: Hansik. De term refereert naar traditionele, gefermenteerde gerechten – voornamelijk op basis van groente – uit de Koreaanse keuken. Zoals Kimchi, vrij vertaald als verzonken groente, met als hoofdingrediënt: ingelegde kool. Van oudsher werden deze ingelegde groenten in grote, grijze potten in de aardbodem bewaard. De grond is koeler dan de lucht hetgeen het fermentatieproces ten goede komt.
Zuid-Korea presenteert potten, van oudsher gebruikt om groente in te fermenteren.
Fermentatie is een proces waarbij schimmels, bacteriën en gisten enzymen worden aanmaakt die ervoor zorgen dat de houdbaarheid van een product wordt verlengd. Vaak veranderen ook de smaak, de geur en het uiterlijk van een levensmiddel. Fermenteren is ook in de westerse wereld geen onbekende. Het inleggen of inmaken van groente en fruit is een aloude conserveringsmethode die hier tot op heden ook wordt toegepast. Denk aan zuurkool: gefermenteerde wittekool. Maar ook het laten beschimmelen van kaas of het laten omzetten van melksuiker in melkzuur tijdens de productie van yoghurt zijn vormen van fermenteren die de voedingsindustrie ook vandaag nog gebruikt.
Eeuwenoude irrigatiemethode
Learn from the past is een les die je vaker terug ziet komen op de Expo. Het Latijns-Amerikaanse Mexico put inspiratie uit de tijd van de Azteken. Ze tonen een irrigatiesysteem dat stamt uit het rijk van koning Netzahualcoyotl (1427 – 1472), een gebied dat zich nu bevindt in de centraal gelegen staat Texcoco in Mexico. Het irrigatiesysteem bestaat uit smalle, stenen geulen die van bovenop de berg naar beneden lopen. Het regenwater, dat zich verzamelt in een bron op de berg, stroomt over als het vol is. Geleid door de zwaartekracht vloeit het water vervolgens door de geulen naar beneden. Op deze manier irrigeerde men destijds de vallei. Een simpele oplossing uit het verleden die weinig technologie vereist en daarom een interessante uitkomst biedt voor landen en gebieden die een minder groot budget hebben voor peperdure hightech irrigatiesystemen.
“Nu vraagt de productie van een kilo rijst 5.000 liter water. Met deze revolutionaire techniek is dat mogelijk met slechts 1.500 liter”
De verticale akker
Israël – een land dat wél kan investeren in hightech solutions – etaleert een verticale akker. Daarop worden tarwe, mais en rijst verbouwd. Niet alleen esthetisch, maar ook erg hightech, aldus een woordvoerder. “Het is een innovatieve oplossing om land en water te besparen.” De akker bestaat uit een soort gestandaardiseerde tegels die bevestigd zijn op een metalen ondergrond. Elke tegel is uitgerust met een gecomputeriseerd druppelirrigatiesysteem en wordt gemonitord via een controlesysteem op het klimaat en de conditie van de planten. “Nu vraagt de productie van een kilo rijst 5.000 liter water. Met deze revolutionaire techniek is dat mogelijk met slechts 1.500 liter.”
Verticale akker waarop tarwe, mais en rijst wordt geteeld. Foto: Daniele Mascolo
Verticale akkerteelt is een vorm waarbij men gebruik maakt van gestapelde kweeklagen. Bijvoorbeeld in moderne kantoorgebouwen, winkelpanden of op muren van basisscholen in steden. Bij deze meerlagenteelt zijn geen pesticiden nodig. Het verbruikt minder water en grond. En er hoeft minder brandstof gebruikt te worden tijdens het transport: het geoogste gewas bevindt zich al dichtbij de stedelijke consument.
Baanbrekende innovatie blijft achterwege
Irrigeren uit de tijd van de Azteken, fermenteren zoals de Zuid-Koreanen doen of het aanleggen van akkers op muren: het zijn slimme oplossingen. Maar de honger naar een behapbaar antwoord op het wereldvoedselvraagstuk stillen ze niet helemaal.
“In ons land zijn grotere problemen aan de orde, zoals corruptie en het gebrek aan goede infrastructuur. Die liggen ten grondslag aan honger”
Wat we missen, is een innovatieve oplossing om voedsel eerlijker te verdelen in de wereld. Een punt waar maatschappelijke organisaties al geruime tijd op hameren. Nu wordt er een derde van het wereldwijd geproduceerde voedsel verspild, terwijl er 800 miljoen mensen met een knorrende maag naar bed gaan. "Het gaat niet alleen om eten", vertelt een aanwezige uit Haïti, een van de armste landen op deze planeet. "In ons land zijn grotere problemen aan de orde, zoals corruptie en het gebrek aan goede infrastructuur. Die zaken liggen ten grondslag aan het probleem van honger."
Wellicht laat een eenduidig antwoord zich niet vangen in een notendop. Hoe dan ook, de 'nieuwe lift' ontbreekt dit jaar op de Expo. En dat is jammer. Maar: grote kans dat-ie wel ergens rondzwerft op deze planeet. Want, zo blijkt na enig speurwerk op Wikipedia, Archimedes ontwikkelde al in de 3e eeuw voor Christus een variant van de lift, terwijl de lift van Otis, zoals we die nu kennen, pas in 1823 werd vertoond op de Wereldtentoonstelling. Baanbrekende innovaties en goede ideeën hebben soms gewoon wat tijd nodig om door te breken.