Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
“We gaan een airco kopen”, biechtte mijn vader onlangs een beetje beschaamd op tijdens een familiediner. De man bracht nu eenmaal drie klimaatridders groot, dan zijn zulke aankondigingen altijd een beetje riskant. En inderdaad, drie ontstemde dochters. Een salvo aan kritiek (‘lelijk!’), verwijten (‘energieverbruik!’) en tegenargumenten (‘het kon al die jaren zonder!’). Hij laat het inmiddels vakkundig van zich afglijden.
Mijn ouders blijken niet de enigen die in de warmer wordende Nederlandse zomers reden zien om zo’n apparaat aan de muur te hangen. NVKL, een branchevereniging voor bedrijven in de koeltechniek en klimaatbeheersing, ziet de verkoopcijfers snel toenemen. Kochten Nederlanders in 2016 nog maar 75.000 airco’s, in 2020 waren dat er al 185.000. En ook vorig jaar nam het aantal geplaatste toestellen weer hard toe. Inmiddels heeft een op de vijf Nederlanders een airco thuis.
Door te koelen, warm je de aarde op
Heeft de overheid de klimaatimpact van al die nieuwe airco’s wel in de smiezen? Die is namelijk niet mis. In 2018
waarschuwde het Internationaal Energieagentschap (IEA) al voor een explosieve toename in de vraag naar airco’s. Tussen 1990 en 2016 verdrievoudigde het aantal airco’s wereldwijd en het IEA verwacht dat dat tussen 2018 en 2050 opnieuw gebeurt. Nu al gebruiken al die apparaten jaarlijks tweeënhalf keer zoveel stroom als heel Afrika. Bovendien heeft de opwekking van die stroom net zoveel CO2-uitstoot tot gevolg als Japan – de derde economie ter wereld – in een jaar de lucht in blaast.
Duurzaamheidsorganisatie Milieu Centraal wijst daarnaast op de klimaatimpact van het ‘koudemiddel’ dat in airco’s wordt gebruikt – het middel waarmee zo’n apparaat de lucht koelt. Dat zijn vaak nog zogenaamde fluorkoolwaterstoffen. Broeikasgassen met een klimaatimpact die soms wel 2000 keer groter is dan CO2. Tegenwoordig zijn er steeds meer koudemiddelen met een lagere klimaatimpact, zo mogen mobiele airco’s alleen nog verkocht worden met koudemiddelen met maximaal 3 keer zoveel impact als CO2. Maar de airco die je aan de muur laat installeren, heeft vaak nog een impact die 600 keer zo groot is.
“
Alle airco's wereldwijd gebruiken jaarlijks tweeënhalf keer zoveel stroom als heel Afrika
De koudemiddelen zitten in principe veilig in de airco opgeborgen, maar bij installatie, verwijderen of beschadiging komt er vaak iets van vrij. En als de airco niet bij de juiste afvaldiensten belandt, maar langs de kant van de weg, dan is de verwachte schade nog vele malen groter. Samenvattend: je verkoelt je huis vanwege een opwarmende aarde, terwijl je die voor toekomstige generaties nog net iets warmer maakt.
Minder airco’s, meer slimme gebouwen
Maar er is meer aan de hand. Vorig jaar
berichtte NRC over alarmerend hoge temperaturen in India, dat onder een hittegolf gebukt ging en waar het plaatselijk zelfs in de schaduw en ’s nachts niet uit te houden was. Architect Rajan Rawal legt in dat artikel uit wat er gebeurt met de warmte die de airco’s uit onze huizen wegnemen.
“
Airco's spuwen warmte uit die voorbijgangers raakt, én in de bestrating wordt opgenomen
Ze spuwen warmte uit die voorbijgangers raakt, én in de stenen huizen en de bestrating wordt opgenomen. Dat zijn oppervlakten die ook al de straling van de zon moeten absorberen. Rawal ziet daarom liever slimme ontwerpen van gebouwen, met meer schaduw, kleinere ramen en spouwmuren: twee muren, met daartussen een ruimte die als isolatie dient.
De Nederlandse overheid zet inderdaad in op nieuwbouw die slimmer op het veranderende klimaat inspeelt. Sinds 1 januari 2021 worden aan de bouw van nieuwe gebouwen verschillende eisen gesteld die gaan over energieverbruik en een gezond binnenklimaat: BENG en TOjuli. BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen, en zegt iets over hoeveel energie een gebouw mag gebruiken, hoeveel daarvan uit fossiele brandstoffen mag komen en over het minimale aandeel van hernieuwbare energiebronnen. BENG gaat hand-in-hand met TOjuli (TemperatuurOverschrijding Juli), dat eisen stelt om oververhitting te voorkomen. Dat kan door bij de bouw te zorgen voor bijvoorbeeld zonwerend glas, groen in de omgeving of ventilatoren.
Anticiperen op het klimaat van de toekomst
Dat zijn goede initiatieven, maar ook de airco staat in het rijtje van ‘oplossingen’. Dat moet beter, vindt Jan Engels, beleidsmedewerker koeltevraag bij het Klimaatverbond dat overheden helpt met hun klimaatbeleid. Volgens Engels ontbreekt het bij beleidsmakers nog aan bewustzijn over de impact die al die airco’s kunnen hebben op het behalen van de klimaatdoelen.
Maar ook breder: bewustzijn over de warmte- en koeltebehoeften van een samenleving in een veranderend klimaat. “We zijn nog te veel bezig met de vraag hoe we onze huizen warm houden, en nog onvoldoende met de vraag hoe we in een warmer klimaat juist zorgen voor het tegenovergestelde.”
“
Voor bestaande gebouwen ontbreken wetgeving en richtlijnen over koeling
TOjuli is een begin en een belangrijke mijlpaal als het gaat om meer bewustzijn in de bouw, meent Engels, maar het gaat nog lang niet ver genoeg. Want de eisen gaan nog steeds over het huidige klimaat, terwijl we zouden moeten anticiperen op hoe het klimaat er in bijvoorbeeld 2030, 2050 en nog later uitziet. Daarom werkt
OSKA, het Overleg Standaarden Klimaatadaptatie waar Engels namens het Klimaatverbond deel van uitmaakt, aan landelijke bouwstandaarden die wél rekening houden met een groeiende behoefte aan koeling door klimaatverandering.
Regelgeving voor bestaande bouw ontbreekt
En laten we wel wezen, zegt Engels, TOjuli gaat alleen over nieuwbouw en grootschalige renovaties. “80 tot 90 procent van de gebouwen die Nederland in 2050 telt, staat er vandaag al.” Voor die gebouwen ontbreken wetgeving en richtlijnen over koeling, waardoor de explosieve groei in het aantal airco’s en de bijbehorende milieu-impact door zal gaan.
“
Een goede zonwering en een groene omgeving zorgen voor schaduw en verdamping
De standaarden die OSKA voor ogen heeft, lezen als tips voor iedereen die behoefte aan verkoeling én een knagend bewustzijn rondom de klimaatcrisis heeft. Engels noemt het ‘de ladder van verkoeling’: zorg er eerst voor dat de warmte de woning niet binnenkomt. Daarbij helpt een goede zonwering en een groene omgeving – bomen en beplanting zorgen voor schaduw en verdamping, terwijl een tuin vol bestrating juist warmte vasthoudt. Als de warmte tóch binnen is geraakt, zorg dan voor goede ventilatie. “Het liefst nachtventilatie, wanneer het buiten minder warm is”, adviseert Engels. Op de ladder van Engels is actief koelen de laatste stap, en de airco dus pas het aller-, allerlaatste redmiddel.
De boodschap die OSKA voor de overheid heeft, gaat ook op voor mijn vader, en voor iedereen die overweegt een airconditioner aan te schaffen. Zoals Engels zegt: “Laten we oppassen dat we nu niet de verkeerde investeringen doen, want als we die later moeten herstellen, is dat een dure grap.”
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 20 juli 2021.