Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Geen regio ter wereld voert zulk streng pesticidebeleid als de EU. Chemische bestrijdingsmiddelen worden namelijk in verband gebracht met gezondheidsklachten als Parkinson, verstoring van de hormoonhuishouding en bepaalde vormen van
kanker. Naast de gevolgen op de lange termijn kunnen mensen ook acuut vergiftigd raken, bijvoorbeeld door chemicaliën in te ademen of ze op de huid te krijgen. Bovendien zijn de bestrijdingsmiddelen schadelijk voor de biodiversiteit. Het gebruik van pesticiden is bijvoorbeeld een belangrijke oorzaak van de wereldwijde
insectensterfte.
“
Jaarlijks raken duizenden Brazilianen acuut vergiftigd door pesticiden
Toch is de EU óók een van de grote spelers in de pesticidenindustrie: van de drie grootsten producenten zijn er twee gevestigd in de EU. De andere heeft een hoofdkantoor in Basel (Zwitserland) maar is wel zeer actief in Europa. In 2020 exporteerden EU-landen nog voor zo’n 15 miljard euro aan pesticiden, waarvan een deel in de EU zelf verboden is. In 2018 en 2019 mochten bedrijven 140.000 ton van zulke in Europa zelf verboden bestrijdingsmiddelen exporteren,
blijkt uit de Pesticiden Atlas, een onderzoek van het wetenschappelijk bureau van de Duitse Groenen in samenwerking met enkele ngo’s. Dus zelfs als de EU het gebrúik van deze pesticiden verbiedt, is het niet automatisch verboden om ze te produceren en te exporteren. Hoe zit dat?
Gevaar voor oorspronkelijke gemeenschappen
Eén van de landen waar de EU-landen veel bestrijdingsmiddelen naar exporteert is grootgebruiker Brazilië. In 2018 importeerde dat land nog
zo’n 10.000 ton. In datzelfde jaar exporteerde de EU ook nog minstens veertien pesticide-ingrediënten naar Brazilië die in Europa verboden zijn omdat ze bijvoorbeeld de vruchtbaarheid kunnen aantasten of zenuwen kunnen beschadigen.
Volgens geografe Larissa Bombardi (50), van de Universiteit van São Paulo, hebben pesticiden veel impact in Brazilië. Volgens Bombardi, die gebruikt maakt van cijfers van de Braziliaanse overheid, raakten tussen 2010 en 2019 meer dan 56.000 mensen acuut vergiftigd door pesticiden, onder wie meer dan vijfhonderd baby’s van nog geen jaar oud. Hoeveel mensen gezondheidsschade leden door langdurige blootstelling is onbekend.
“
Vooral oorspronkelijke gemeenschappen in Brazilië lopen risico op gezondheidsschade
Het pesticidegebruik in Brazilië is erg hoog doordat het land veel monoculturen teelt, wat betekent dat op een stuk land steeds hetzelfde gewas staat. Een gebrek aan diversiteit werkt ziekten en plagen in de hand, die boeren weer bestrijden door pesticiden over hun gewassen te spuiten. Vaak gebeurt dat vanaf de grond, maar soms vanuit de lucht, met vliegtuigen. Volgens Bombardi lopen vooral de oorspronkelijke gemeenschappen risico op gezondheidsschade. Zij bevinden zich vaak dicht bij de bespoten gebieden.
Bombardi wijst op een studie die een verband suggereert tussen hoog pesticidegebruik in een Braziliaanse plattelandsgemeenschap en zeer vroege puberteitsverschijnselen daar: kinderen van nog geen twee jaar oud ontwikkelden al borsten en schaamhaar. De studie is op kleine schaal uitgevoerd en een direct verband valt niet te bewijzen, noch of de pesticiden uit de EU kwamen. Maar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) erkent wel dat bepaalde pesticiden de hormoonhuishouding kunnen verstoren. De EFSA gebruikt het ook als één van de criteria om pesticiden te verbieden.
‘Geïnformeerde instemming’
Waarom staat Europa toe dat landen pesticiden exporteren die het zelf te gevaarlijk vindt? Volgens Hans van Scharen, onderzoeker van de ngo Corporate Europe Observatory, die onderzoek doet naar de invloed van bedrijven op Europese wetgeving, heeft dat te maken met afspraken die gemaakt zijn bij het verdrag van Rotterdam in 1998. Dat verdrag was een poging om de internationale handel in gevaarlijke chemicaliën te reguleren. Landen spraken toen af die handel te reguleren met een systeem dat
Prior Informed Consent (PIC) wordt genoemd. ‘Vooraf geïnformeerde instemming’ dus.
Van Scharen: “PIC komt erop neer dat landen officieel goedkeuring moeten geven om gevaarlijke stoffen die in de EU verboden zijn te importeren. Ze dienen een verzoek in bij de EU waarmee ze verklaren dat ze zich bewust zijn van de risico’s die aan een stof kleven, maar daar toch mee instemmen.” Exportlanden gebruiken PIC dus als excuus voor de export van verboden pesticiden, denkt Van Scharen, importlanden hebben er immers zelf mee ingestemd.
“
Chemicaliën die Europa exporteert kunnen via voedselimporten alsnog in Europees eten belanden
Marcos Orellana, VN-rapporteur voor mensenrechten en giftige stoffen,
uitte tijdens een conferentie in december 2022 kritiek op deze redenering. “De landen die een verzoek doen bij de EU zijn vaak corrupt en gaan gebukt onder een zwak politiek bestuur.” Brazilië, een van de landen die bij de EU PIC-verzoeken indient voor het importeren van chemische stoffen, scoort erg hoog op corruptie-
indexen en grote landbouwconcerns waren in het verleden betrokken bij
corruptieschandalen.
Ook wijst de rapporteur erop dat de chemicaliën die Europa exporteert via voedselimporten alsnog in Europees eten belanden. Meerdere onderzoeken toonden al aan dat er inderdaad sporen van verboden pesticiden zitten in geïmporteerde voedingswaren in supermarkten in de EU. Volgens de Pesticiden Atlas werden in 2018 in Europees voedsel 74 verboden pesticiden aangetroffen. 22 daarvan werden door Europese landen geëxporteerd.
Machtige lobby
In 2020 presenteerde de Europese Commissie als onderdeel van de Green New Deal een plan om het gebruik van pesticiden terug te
dringen. In dat plan staat dat de EU ervoor moet zorgen dat gevaarlijke chemicaliën die verboden zijn in de EU ook niet meer geproduceerd kunnen worden voor de export. Tot op heden is er nog geen concreet voorstel om dat te bereiken. Wel
beloofde de verantwoordelijke Eurocommissaris voor milieu Virginijus Sinkevičius dat zo’n wetsvoorstel er in 2023 zal komen.
“
De chemische industrie heeft veel politieke invloed
Hoe die wet eruit zal zien is nog niet zeker. De chemische industrie heeft namelijk veel invloed in Brussel. Van Scharen: “De EU houdt een transparantieregister bij waarin organisaties vrijwillig hun lobbyactiviteiten in de EU kunnen opgeven. In de top twintig staan drie organisaties gelinkt aan de chemische
industrie. Samen geven die organisaties bijna twintig miljoen euro uit aan lobbyactiviteiten.” Althans, volgens het register. Het echte bedrag ligt hoger, vermoedt Van Scharen: “Aangezien bedrijven hun activiteiten niet hóeven op te geven en ze ook consultants inschakelen om voor hen te lobbyen. Deze bedrijfstak is heel machtig.”