“We geven in Nederland jaarlijks zo’n 3 miljard euro aan onze gezelschapsdieren uit
Gezinshonden en -katten met kanker worden tegenwoordig in speciale dierenziekenhuizen bestraald of ondergaan er voor tienduizenden euro’s chemobehandelingen. Mochten ze onverhoopt toch overlijden, dan kunnen ze worden opgebaard in een dierencrematorium. Daarna helpt een huisdier-rouwtherapeut bij het verwerken van het verlies.
Andere dieren, andere regels
Dieren opeten is nog altijd de norm en kiloknallers in de supermarkt worden routinematig in het boodschappenmandje gelegd. Voor die dieren voelen we beduidend minder empathie. Bijvoorbeeld met de circa zestien miljoen varkens die we elk jaar laten slachten in Nederland.
Of met de melkveekoeien, die steeds meer melk in een steeds korter leven moeten produceren. Een koe in de natuur wordt zo’n twintig jaar oud. Bij ons gaat ze na vijf jaar naar de slacht. In 1910 produceerde een individuele koe gemiddeld 2500 liter melk per jaar. Een ruime eeuw later was dat meer dan 8000 liter. Die enorme toename wisten Nederlandse boeren te bereiken door doelgericht fokken, elektronische melktechnieken, de toediening van speciaal, eiwitrijk krachtvoer zoals graan, soja- of vismeel, en het jaarlijks bezwangeren van hun koeien.
“We laten leeuwen, apen en orka’s kunstjes doen waarvan onderzoek heeft aangetoond dat ze dat stressvol vinden
En dan zijn er nog de dieren aan wiens bestaan we liever niet denken, maar aan wiens lijden we indirect meebetalen door spullen en diensten af te nemen die door hen gedwongen ‘getest’ zijn: proefdieren. In 2017 werden er in Nederland 530.568 dierproeven uitgevoerd, zo meldt de Centrale Commissie Dierproeven. Regelmatig ging het om proeven die volgens dierenexperts ‘beangstigend of pijnlijk voor de dieren zijn’ – in bijna 90 procent van de gevallen hadden ze een dodelijke afloop.
Recht op rechten?
Stemmen die betuigen dat dergelijke dierenrechten standaard in de grondwet moeten worden opgenomen, zodat die rechten ook onze plofkippen of bio-industrievarkens kunnen beschermen, ketsen telkens weer af op een al veel ouder, filosofisch idee. Al vanaf de middeleeuwen betuigen invloedrijke denkers zoals Thomas van Aquino en Immanuel Kant dat de mens een subject is – een ‘ik’ met bewustzijn – en een dier een object – een ding. En hoewel we inmiddels weten dat sommige dieren veel slimmer, gevoeliger én zelfbewuster zijn dan we in hun tijd dachten, wordt de eeuwenoude overtuiging nog steeds gereflecteerd in de grondwet en in ons (legale) handelen, dat uitdraagt dat het dier bestaat voor de mens, en dus ook door ons mag worden gebruikt en behandeld zoals wij dat prettig, nodig of gewoon handig achten.
“Het dier is en blijft een gebruiksvoorwerp, een bezit dat bestaat ten behoeve van de mens
In hondenfokkerijen komen bijvoorbeeld steeds vaker ernstige schedel- en snuitafwijkingen voor, zo meldt de beroepsorganisatie voor dierenartsen KNMvD. Dat komt vooral door de groeiende populariteit van onder meer de Franse buldog en de mopshond. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat deze doorgefokte hondenrassen vaker te maken hebben met pijnlijke en vervelende gezondheidsproblemen: uitpuilende ogen of het niet kunnen sluiten van de ogen, ademnood, continue hoofdpijn en oververhitting. Onze dierenliefde lijkt dus toe te nemen, maar doet dat op een wijze die inconsequent te noemen is, zeer selectief, en met name gericht op het gerief van de mens – niet op dat van het dier.
Van nutsdier tot gezinslid
Voorheen waren alle dieren nutsdieren, die aan het eind van hun ‘productie’ geslacht werden. Dat gold niet alleen voor boerderijdieren, maar bijvoorbeeld ook voor honden en katten. ‘Honden waakten, trokken karren, hielpen bij de jacht en katten had men om muizen te vangen. Als ze dat niet meer goed deden, werden ze verzopen of afgemaakt’, vertelde hoogleraar Diergeneeskunde Peter Koolmees van de Universiteit Utrecht vorig jaar aan De Groene Amsterdammer. Tot die tijd leefden ze buiten op het erf en dus letterlijk op afstand van de mens: ze waren werknemer, geen gezinslid.
Dat begon te veranderen na de industrialisatie, toen de bevolkingsgroei exponentieel toenam en steeds meer mensen naar de stad trokken. De intensieve veehouderij ontstond, waarin dieren als koeien, varkens en kippen een productiefactor werden. Niet langer werden zij in private weilandjes of achtertuinen gefokt, gehouden en – uiteindelijk – geslacht door hun eigenaars; nu gebeurde dat steeds meer in grootschalige, gecentraliseerde panden, die ver buiten woonwijken werden gebouwd. We vervreemdden van productiedieren.
“Onze liefde voor productiedieren is niet toe- of afgenomen. De wapens en andere middelen waarmee we ze beheersen, die zijn veranderd
Stiertjes waren geen ‘restproducten’ van de zuivelindustrie die werden afgemaakt (tegenwoordig de standaard, net als bij haantjes) maar mochten blijven leven, en aan het eind van een koeienleven hoefde de koe niet lang op transport naar een centraal gelegen slachthuis waar ze op gejaagde, ‘efficiënte’ maar meestal niet erg diervriendelijke wijze werd geslacht. Het gebeurde lokaal, door iemand die het dier had gekend en het waarschijnlijk zou opeten. Onze liefde voor productiedieren is dus niet toe- of afgenomen. Het zijn de wapens en andere middelen waarmee we ze beheersen, die zijn veranderd.
Kannibalen
Over dieren die buitenshuis rond bleven lopen, ontwikkelden we een niet-kloppend en geromantiseerd beeld. Over die dieren denken we volgens wetenschappers – waaronder bioloog Marc Bekoff – dat ze dommer en minder sociaal zijn, dan onze huistroeteldieren. Dat klopt niet. Neem de rat, ons meestgebruikte proefdier. Volgens onderzoek uit 2014 helpen zij vreemde ratten, ook als ze daarvoor zelf pijn moeten lijden, zichzelf in gevaar brengen of een beloning mislopen (meestal chocola, want daar zijn ze dol op). Krijgen ze die beloning alsnog, dan delen ze die vaak vrijwillig met soortgenootjes.
“De rat is niet dommer of minder lief dan onze huishonden- en katten
Wellicht ligt hierin een oplossing voor de verschillende dieren in ons midden: zorg dat je soort zo snel mogelijk erkend wordt als ‘gezelschap’ door het mensenzoogdier, laat je met zonnebrillen op en staartjuwelen om fotograferen en hoop dat je volgers je ‘schattig’ gaan vinden, dan heb je het meeste kans op een comfortabel leven dat zowel jou, alsook je mens dient.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand