Over de betekenis duurzaamheid bestaat inderdaad veel verwarring. Iedereen houdt er zo zijn eigen betekenis op na en bedrijven gebruiken het woord te pas en onpas om hun producten te promoten.
Toch zit er ook een andere kant aan het woord, stelt Schouwenburg, onderzoeker duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht. Hij wilde weten waarom er zoveel verwarring is ontstaan rondom de betekenis van het woord en zocht uit wanneer het begrip duurzaamheid is bedacht, door wie en met welke reden.
“Het is heel verwarrend dat er zoveel verschillende definities voor het begrip zijn. Maar je kan het ook anders zien: juist omdat het zo’n vaag begrip is, en de definitie niet vastligt, maakt het samenwerkingen en het voeren van gesprekken over duurzame thema’s tussen politici, activisten en het bedrijfsleven makkelijker. Doordat het begrip zo vaag is, kan iedereen er iets in kwijt, zonder dat het partijen afschrikt. Er wordt nu nog steeds over natuur gepraat met een land als Brazilië, om maar een voorbeeld te noemen. Of kijk naar het energieakkoord waar Shell en Greenpeace nu met elkaar om de tafel zitten. Het is heel waardevol bij internationale debatten.”
“In de jaren negentig verscheen een overzichtsartikel waarin meer dan zeventig definities van duurzaamheid werden gegeven. Inmiddels zullen het er veel meer zijn. Sommige richten zich op bosbeheer en biodiversiteit, andere gaan over economische groei en weer andere richten zich meer op de sociale kant, waar mensenrechten en gelijkheid centraal staan.”
“Er bestaan meer dan zeventig definities van duurzaamheid
“Duurzaamheid komt van het Engelstalige concept sustainable development. In 1980 verscheen voor het eerst een beleidsdocument over natuurbescherming waarbij het woord zelfs in de ondertitel stond. In die tijd werd duurzaamheid dus met name gebruikt in de context van natuurbescherming en biodiversiteit. De ecologen pleitte voor duurzame ontwikkeling; een vorm van economische ontwikkeling die niet ten koste ging van natuur en milieu.
“Hoewel er veel verwarring is ontstaan over wat het nu precies betekent, is duurzaamheid in theorie een simpel idee. Het gaat in essentie om het vinden van een balans tussen sociale gelijkheid, milieubescherming én economische groei. Dat worden ook wel de drie p’s genoemd: people, planet en profit. Om het iets concreter te maken: je inzetten voor armoedebestrijding en een rechtvaardige wereld, terwijl de economie kan blijven groeien binnen de fysieke grenzen van wat de aarde kan dragen. Hierop is ook wel kritiek. Sommige wetenschappers stellen dat economische groei per definitie niet samengaat met bijvoorbeeld het milieu.”
“Dat klopt. Als je er heel strict naar kijkt is het bijvoorbeeld niet duurzaam te noemen als er alleen een Rainforest Alliance-keurmerk opzit. In de praktijk zie je echter vaak dat er in supermarkten producten staan met verschillende keurmerken, die zich elk op één van de p’s richten. Als je kiest voor koffie met het Fairtrade-logo, kan het alsnog zo zijn dat er regenwoud is gekapt voor het aanleggen van de plantages.”
“Nadat de commissie Brundtland (een wereldcommissie voor milieu en ontwikkeling) van de VN in 1987 een rapport publiceerde. Toen kreeg het begrip duurzaamheid een economische invulling. De focus van natuurbescherming verschoof naar die van het armoedevraagstuk, en de enige manier om dat op te lossen was door economische groei te creëren. Het idee van ‘sustainable consumption’ werd bijvoorbeeld besproken tijdens een VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992.”
“Duurzaamheid is in essentie een worsteling
“Zo kan je het zien. De term duurzaam heeft een positieve connotatie, minder slecht klinkt niet zo positief. Als mensen duurzaam zien staan, hebben ze het idee dat ze een betere keuze maken. Commercieel is het daarom interessant om het woord te gebruiken. Het verkoopt. Dat is ook wel de kritiek op het begrip. Volgens sommige onderzoekers is de term misleidend geworden. Toch vraag ik mij af in hoeverre het slecht is dat bedrijven het gebruiken. Als bijvoorbeeld een Shell of een andere multinational in hun jaarverslag schrijven dat ze duurzaamheid belangrijk vinden, stellen ze zich in die zin kwetsbaarder op. Je kan ze er nu op aanspreken.”
“Ik vind dat je als individu een verantwoordelijkheid hebt om te doen wat je kan binnen de beperkingen die er zijn. Je kan in je eentje de wereld niet redden, maar dat betekent niet dat je daarom maar helemaal niets hoeft te doen. Ik ben zelf best extreem: ik heb geen auto, ik vlieg nooit, eet geen vlees. En ik doe veel onderzoek, zodat de overheid beter natuurbeleid kan maken. Hier in het Westen betekent duurzaam leven vooral dat je moet minderen. Dat je dingen moet laten. Je moet soms offers maken. Duurzaamheid is in essentie een worsteling.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand