Ernstige droogte zou hebben bijgedragen aan de burgeroorlog in Syrië, zo suggereerden Amerikaanse onderzoekers in 2015, omdat die droogte tot misoogsten, onvrede en antiregeringsprotesten leidde. Ook de genocide door de Sudanese regering op de bevolking van de westelijke regio Darfur in 2003 kan in verband worden gebracht met de grote droogte en voedseltekorten die aan het geweld voorafgingen. En de geweldscyclus in Congo wordt versterkt door de koortsachtige jacht naar ‘groene’ grondstoffen. Deze lijst met voorbeelden kan nog veel langer.
De vraag of klimaatontwrichting tot (meer) conflict en oorlog kan leiden, is er een waar onderzoekers zich al jaren het hoofd over breken. Langzaam maar zeker zijn ze het ergens over eens geworden: er is geen direct verband, maar klimaatontwrichting kan indirect wel (de kans op) gewelddadig conflict verergeren. Op politiek niveau blijft dat bewustzijn nog achter. Het extreemrechtse kabinet Schoof toont weinig interesse in het verband tussen conflict en klimaat, net als gelijkgestemde leiders in Europa en de VS. ‘Eigen volk eerst’, is de propaganda vanuit deze partijen op alle vlakken: klimaat, ontwikkelingssamenwerking, migratie. Maar zullen ze zichzelf daarmee niet in de voet schieten? Betekent minder klimaatbeleid juist méér conflict en uiteindelijk meer migranten?
Nomadische herders
In het noorden van Kenia is het verband tussen klimaatverandering en conflict al jaren voelbaar. Hoewel Kenia over het algemeen een veilig land is, zijn de noordelijke regio’s het toneel van sporadisch geweld tussen nomadische herders, vertelt Samson Wasilwa van de afdeling Kenia en de Hoorn van Afrika van International Alert, een ngo die aan vredesopbouw doet. “Deze regio’s kampen met grote armoede door jarenlange marginalisering. Door problemen met bestuur en politie, kiezen velen ervoor zichzelf met illegale wapens te beschermen tegen diefstal van vee en geweld. Het land is gemeenschappelijk eigendom, waardoor er vaak geschillen zijn over gebiedsgrenzen; vooral tijdens droge periodes is het gebruikelijk dat nomadische herders naar andere gebieden verhuizen, die al door andere gemeenschappen worden bewoond. Dat wordt allemaal verergerd doordat de politiek groepen tegen elkaar opzet en criminelen profiteren van de verkoop van gestolen vee.” Het conflict dat daardoor ontstaat, leidt ook tot (dodelijk) geweld. Het Armed Conflict Location and Event Data Project (ACLED), een onafhankelijke databank voor (politiek) geweld, telde 170 incidenten met herdersmilities in piekjaar 2022, met minstens 193 doden tot gevolg. Tussen het eerste en laatste kwartaal van 2023 halveerde het aantal incidenten, volgens ACLED mede dankzij overheidsingrijpen.
Om vergelijkbare redenen staat de Sahel (de landstreek ten zuiden van de Sahara) al jaren op de radar van onderzoekers en ngo’s die zich met klimaatveiligheid bezighouden. “Daar zie je heel duidelijk dat klimaatverandering aan conflicten bijdraagt”, zegt Daniëlla Dam-de Jong, hoogleraar internationaal recht en duurzame ontwikkeling aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het gaat vooral om spanningen tussen boeren en nomadische herders; groepen die historisch gezien altijd de grond met elkaar hebben moeten (en kunnen) delen, maar door klimaatverandering veranderen de seizoenen en is er minder vruchtbare grond. “Ook dat hoeft niet altijd tot geweld te leiden, maar het komt voor – zeker op plekken waar al gewapende milities actief zijn, zoals in Nigeria”, vertelt Dam-De Jong. Hier vielen in december 2023 nog zeker 160 doden bij aanvallen van gewapende bendes in de Nigeriaanse deelstaat Plateau; een halfjaar eerder kwamen in dezelfde regio ook al ruim honderd mensen om bij het geweld tussen boeren en herders.
Schaarste en wapens
Die gewapende groepen, zoals Boko Haram, verspreiden zich al sinds 2014 naar andere landen, vooral de landen die grenzen aan het Tsjaadmeer (Tsjaad, Kameroen en Niger). Door dat aanhoudende geweld raakten meer dan drie miljoen mensen ontheemd. Ook hier speelt het klimaat een rol: de economische schade van klimaatverandering – door weersextremen valt minder geld te verdienen aan landbouw – maakt meer jongeren vatbaar voor rekrutering door extremistische groepen. Volgens een VN-rapport uit 2023 zijn in Afrika niet religie of ideologie, maar banenkansen de voornaamste reden voor mensen om zich bij zulke groepen aan te sluiten.
Schaarste in voedsel, water of vruchtbare grond als gevolg van klimaatontwrichting leidt er niet zomaar toe dat mensen elkaar naar de keel vliegen. Maar in combinatie met gebrek aan overheidstoezicht, matige publieke voorzieningen, wapenbezit, de aanwezigheid van bendes of gewapende groepen óf een regering die onvrede en protesten met geweld onderdrukt, kan de klimaatcrisis bestaande conflicten verergeren. Het werkt ook de andere kant op: landen die onder een lopend conflict lijden, zijn vaak minder in staat om te investeren in klimaatadaptatie. Het is een vicieuze cirkel.
Milieuvrede
Waar conflict en klimaatverandering samenkomen, kan de oplossing dus ook van twee kanten komen: klimaatactie of vredesopbouw. Environmental peacebuilding betekent kort gezegd dat bij conflictpreventie, conflictbemiddeling en wederopbouw óók wordt gekeken naar het milieu en de verdeling van natuurlijke hulpbronnen, zegt Dam-de Jong. “De term moet benadrukken dat het milieu niet alleen een bron van conflict kan zijn, maar ook een bron van oplossingen – het kan een ingang zijn voor samenwerking. Zo zijn alle landen rondom het Tsjaadmeer vertegenwoordigd in een commissie die het meer beheert – veiligheid is daarbij een belangrijk thema.”
Volgens Svenja Wolter, adviseur en trainer in environmental peacebuilding bij International Alert, moet ook worden gekeken hoe de verdeling en het beheer van natuurlijke hulpbronnen eerlijk en inclusief kan zijn: etnische minderheden, jongeren en vrouwen hebben vaak slecht toegang tot bijvoorbeeld water en bossen, en mogen ook niet meebeslissen wat ermee gebeurt. Daarnaast is het volgens Wolter belangrijk om het ook andersom te bekijken: “Klimaatactie moet ‘conflictsensitief’ worden.” Nu is het nog zo dat juist landen waar veel geweld en conflict is, de minste klimaatfinanciering ontvangen.
De reden is, onder meer, dat grote instituties – zoals de Wereldbank, het IMF, de VN en nationale overheden – willen voorkomen dat het geld in verkeerde handen komt, zoals terreurgroepen of corrupte leiders, of dat een kostbaar project stil komt te liggen als er geweld uitbreekt. Een duidelijk voorbeeld is Afghanistan, dat sinds de Taliban in 2021 de macht overnam, wordt uitgesloten van alle VN-klimaatfondsen en klimaatconferenties. Daarnaast gaat het nu nog om big money, legt Wolter uit. “Het zou goed zijn als financiële instituties flexibeler werken, zodat er ook kleinere bedragen terechtkomen bij regionale overheden in landen als Mali, Somalië en Afghanistan. En je zou direct kunnen samenwerken met gemeenschappen, in plaats van alles via de regering te laten lopen.”
Ook hebben veel klimaatprojecten nog geen oog voor conflictdynamieken en machtsverhoudingen, vertelt de Keniaanse Wasilwa. “Als je bijvoorbeeld niet genoeg ruimte laat voor burgerinspraak en samenwerking, loop je het risico dat je een huidig conflict juist vergroot.” Zelf is hij op dit moment met burgers en politici in gesprek om de uitvoering van een klimaatadaptatieproject in drie Noord-Keniaanse provincies, gefinancierd door de Wereldbank, conflictsensitief te maken. Dat betekent bijvoorbeeld dat bewoners de adaptatieplannen zelf kunnen beïnvloeden en helpen uitvoeren, en dat verschillende lokale overheden gezamenlijk optrekken. Zo pakken ze gedeelde problemen aan én verbetert de sociale cohesie. Ook noemt hij een initiatief van enkele vrouwen uit de noordelijke county’s West-Pokot en Elgeyo-Marakwet, die samen bomen planten. “Zij vertegenwoordigen verschillende groepen waar in het verleden conflicten tussen waren. De vrouwen willen ook aan conflictbemiddeling doen en hun eigen mensen bewust maken van de link tussen klimaatverandering en conflict.”
Politieke wil
De oplossingen bestaan dus al wel, maar wordt er ook genoeg gebruik van gemaakt? Wolter heeft ervaren dat in de klimaatwereld – zoals bij de VN-klimaattop en andere conferenties – niet altijd ruimte is voor de relatie met conflict. “Er heerst toch vaak een houding van: klimaatverandering is al zó’n grote uitdaging, dus dan is dit geen prioriteit.” Ondertussen blijft ook het probleem bestaan dat er überhaupt veel te weinig klimaatfinanciering gaat naar arme landen – met of zonder conflict. “Er is gewoon een gebrek aan politieke wil”, aldus Dam-de Jong. Dam-de Jong maakt zich dan ook zorgen over extreemrechts: “Vooral over Trump, want hij gelooft simpelweg niet in klimaatbeleid. Elke terugval in beleid zorgt er alleen maar voor dat we grotere problemen creëren.”
Volgens Wolter merken veel vredesorganisaties de gevolgen van de verschuiving naar extreemrechts in Europa, vooral omdat er minder geld naar ontwikkelingssamenwerking gaat. Zo sneed Zweden, dat altijd een grote donor was, vorig jaar al flink in het ontwikkelingsbudget. Nederland is ook een belangrijke geldschieter voor environmental peacebuilding en het extreemrechtse kabinet bezuinigt structureel op ontwikkelingssamenwerking. En laat nou juist het merendeel van de Nederlandse klimaathulp voor armere landen óók uit dat ontwikkelingspotje komen. Ook bij andere radicaal-rechtse (regerings)partijen in Europa zoals in Duitsland, Zweden, Polen en Hongarije, gaat het klimaatbeleid er niet op vooruit. Hun directe invloed is vooralsnog beperkt vanwege Europese regels, maar ze houden verdere vooruitgang wel tegen.
Meer migratie?
Het ziet er dus naar uit dat we in Europa steeds meer de kant op gaan van mínder klimaatbeleid en mínder ontwikkelingssamenwerking. Wat zal het gevolg daarvan zijn? “Nou, meer migratie zou ik zeggen”, stelt Dam-de Jong. “Als mensen geen goed bestaan hebben in eigen land, zoeken ze naar andere mogelijkheden – zeker omdat klimaatverandering vooral landen met een heel jonge bevolking treft.”
Toch kloppen alarmerende berichten dat de klimaatcrisis per definitie zal leiden tot honderden miljoenen klimaatvluchtelingen richting Europa niet. Wereldwijd zijn veel meer mensen ontheemd in eigen land (68,3 miljoen) dan over de grens (43,4 miljoen). En de meeste klimaatmigratie is vooralsnog tijdelijk en blijft binnen eigen land of binnen de regio. De verwachting van experts is dat de klimaatcrisis wel tot honderden miljoenen ontheemde mensen kan leiden, maar slechts een klein deel zal naar Europa trekken.
Dat weerhoudt Europese kiezers er niet van om massaal op antimigratiepartijen te stemmen, die het recht op asiel in Europa willen uithollen of zelfs opheffen. Dam-de Jong: “Maar als het je wens is om migratie in te dammen, moet je zorgen dat mensen hier niet naartoe willen of hoeven komen. Dan zul je toch echt moeten investeren in ontwikkelingssamenwerking en klimaatadaptatie.”
Een langere versie van dit artikel verscheen in OneWorld Magazine van september 2024.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand