Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Het kan u niet ontgaan zijn: na de Tweede Kamer stemde afgelopen week ook de Eerste Kamer in met de
ontwerp-Klimaatwet. Vanuit mijn perspectief een heel mooi moment: het is een directe vertaling van een internationale afspraak, de Overeenkomst van Parijs uit 2015, naar Nederlandse wetgeving. De wet illustreert dat we als klein land baat hebben bij goede internationale samenwerking, maar dat samen optrekken ook nationale verplichtingen met zich meebrengt.
Walking the talk heet dat: de daad bij het woord voegen. Het helpt ons vervolgens ook weer om internationaal geloofwaardiger te zijn.
“
De wet ziet toe op vermindering van broeikasgassen met als doel klimaatverandering tegengaan
Maar wat bepaalt deze wet nu eigenlijk? Het belangrijkste is: een doel vastleggen. De wet ziet toe op de stapsgewijze reductie van broeikasgassen met als doel klimaatverandering tegengaan, tot uiteindelijk -95 procent in 2050. Daarnaast beschrijft de wet een aantal nieuwe instrumenten die een soort klimaatverantwoordingscyclus creëren. Binnen deze cyclus kan het kabinet aangesproken worden op de stappen die gezet (moeten) worden om genoemde doelen te halen. De belangrijkste elementen zijn een Klimaatplan met daarin de hoofdlijnen voor de komende tien jaar, een jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning uitgebracht door het
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en een jaarlijkse Klimaatnota die weer de kabinetsreactie op de ‘verkenning’ van het PBL is.
Belangrijk is dat deze cyclus aan gaat sluiten op internationale afspraken. Nederland moet ook Europees rapporteren over de voortgang. De Europese rapportage, samengesteld uit rapportages van de verschillende lidstaten, dient op zijn beurt weer als inbreng voor een vergelijkbare cyclus in VN-verband. Om dubbel werk te voorkomen is het daarom van belang dat al deze zaken op elkaar afgestemd zijn.
Internationale trends
De Nederlandse Klimaatwet is een stap voorwaarts in de verankering van ‘Parijs’ in nationaal beleid. Hij komt daarmee tegemoet aan de wens vanuit de samenleving om duidelijkheid te scheppen voor de langere termijn. Nederland gaat hierin mee in een internationale trend. Steeds meer landen hebben klimaatwetten in voorbereiding of al in werking. Als we een ruime definitie hanteren, zoals het Grantham Institute
1doet in een uitgebreid
onderzoek, zien we dat er in meer dan honderd landen in totaal al ruim duizend vormen van klimaatgerelateerde regelgeving is. De onderliggende database maakt duidelijk dat er een grote toename van dergelijke wetgeving is sinds het Parijsakkoord werd gesloten. De gewenste duidelijkheid komt dus wereldwijd tot stand.
Het aantal klimaatwetten dat vergelijkbaar is met de vorige week in Nederland aangenomen Klimaatwet, loopt wereldwijd nog niet zo hoog op. Alleen in Europa hebben zes landen vergelijkbare wetten, met daarin lange termijndoelen voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en in sommige gevallen ook nog doelen voor klimaataanpassing. De meeste wetten kennen een belangrijke rol toe aan een onafhankelijke commissie die de voortgang in de gaten moet houden. In de Nederlandse wet is die rol toebedeeld aan de Raad van State.
“
De meeste landen gaan in hun klimaatwet niet in op de hoe-vraag
De meeste landen gaan in hun klimaatwet niet in op de hoe-vraag, zelfs niet als er, zoals in Denemarken, een doel is opgenomen gericht op een volledig hernieuwbare energievoorziening. Ook de wijze waarop met Europese regelgeving wordt omgegaan, zoals het Europese Emissiehandelssysteem (ETS), verschilt. De meeste landen richten zich voornamelijk op zaken waar ze zelf (volledig) over gaan.
De oudste klimaatwet is die van het Verenigd Koninkrijk. Deze wet vierde al zijn tiende verjaardag. Als de Britten terugkijken op die periode, kunnen ze constateren dat de wet gedaan heeft wat-ie beoogde. De wet heeft de benodigde lange termijn duidelijkheid gecreëerd om effectief klimaatbeleid te maken en zorgde er bovendien mede voor dat het hierbij niet uitmaakte welke politieke partij(en) in de regering zat(en). En het belangrijkste: het VK heeft gedurende die periode zijn broeikasgasemissies flink teruggedrongen (een daling van 43 procent sinds 1990) terwijl de economie ondertussen groeide.
Vooruitzichten voor Nederland
De eerste belangrijke stap is kortom gezet. Voor de uitvoering – antwoorden op de hoe-vraag – worden het spannende tijden. Een eerste proeve zal het Klimaatakkoord zijn – dat nog definitief gemaakt moet worden. Met een brede steun in het parlement, de duidelijke richting die is ingeslagen en een onderstreping van het Nederlandse voornemen de internationaal gestelde doelen te gaan realiseren, zijn de randvoorwaarden alvast positief. Er is een gunstig klimaat voor klimaatbeleid geschapen, zou je kunnen zeggen. De komende weken zullen we zien hoe het weer zich gaat gedragen. Helaas is dat altijd een stuk minder voorspelbaar.