Te midden van alle gesprekken om transport en energievoorziening groen te maken, lijkt een van de belangrijkste vervuilers te worden overgeslagen: de veeteelt. Succes op de klimaatconferentie COP21 in Parijs kan niet zonder het te hebben over minder vlees. Kunnen overheden hun burgers zo ver krijgen?
De bijdrage van landbouw aan ons klimaatprobleem is groot. Veeteelt is verantwoordelijk voor ongeveer 14,5 procent van alle uitstoot van broeikasgassen, volgens cijfers van de landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Dat is ongeveer gelijk aan de uitstoot door het verbranden van brandstof van alle transport. Bovendien is de productie van vlees en veevoer debet aan ongeveer een derde van de wereldwijde ontbossing en de bijbehorende uitstoot van broeikasgassen.
Hoe vervuilen die beesten?
De Nederlandse landbouw stoot broeikasgassen kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O) uit. CO2 komt vooral vrij door verbruik van energie (gas, elektriciteit, diesel). Rundvee en opgeslagen mest zijn de belangrijkste bronnen van methaan. Een koe produceert dagelijks 500 liter methaangas in zijn pens. Een koe kan de taaie grasvezels alleen afbreken met behulp van bacteriën in de pens, en bij die vertering komt het gas vrij. Lachgas komt vooral vrij uit de bodem bij bemesting. Methaan en lachgas worden weliswaar in veel kleinere hoeveelheden uitgestoten dan CO2, maar hebben een sterker effect: methaan is 21 keer sterker; lachgas 310 keer.
Met klimaatslimme landbouw hebben Nederlandse boeren al redelijk kunnen besparen op hun uitstoot. Sinds 1990 is volgens het ministerie voor Infrastructuur en Milieu de hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen bij melkboeren met zo'n achttien procent afgenomen. De veehouderijsector mikt op een reductie van 30 procent van broeikasgasemissies in 2020 ten opzichte van 1990.
Vlees in overvloed
Maar dat soort ambities lijken een te verwaarlozen stap, als je rekening houdt met de hoeveelheid vlees die de wereld er nog bij wil gaan eten. De FAO schat dat we tegen 2050 door onder andere gestegen welvaart in Azie en Afrika, wel 73 procent meer vlees zullen eten. In het westen heeft de vleesconsumptie een plateau bereikt, maar wel op een bijzonder hoog niveau: de Nederlander eet gemiddeld 42 kilo vlees per jaar, ongeveer twee keer zo veel als veertig jaar geleden. De gemiddelde westerling eet twee keer zo veel vlees als gezond wordt geacht, in de Verenigde Staten is dat bijna drie keer zo veel.
Verminderingen van vleesconsumptie komt in geen enkel van de nationale klimaatplannen voor
Zonder een wereldwijde verschuiving naar een dieet met minder vlees, is het volgens een nieuw rapport van de Britse denktank Chatham House, nagenoeg onmogelijk om onder de grens van 2 graden opwarming te blijven en gevaarlijke klimaatverandering af te wenden. Volgens de denktank blijkt dat regeringen die insteek negeren: verminderingen van vleesconsumptie komt in geen enkel van de nationale klimaatplannen voor. De regeringen lijken bang om zich te mengen in de levensstijl van hun burgers.
Tot nu lijkt er inderdaad weinig beweging te krijgen in de vleesconsumptie van de gemiddelde Nederlander. Het aandeel jongeren dat vaak of altijd vlees eet ligt volgens cijfers van Kaleidos Research al vier jaar stabiel rond de 88 procent. Het aandeel dat zegt ‘soms’ vlees te eten (in plaats van ‘nooit’, ‘vaak’ of ‘altijd’) lijkt iets te groeien, maar het is te vroeg om uitspraken te doen over een trend. Terwijl gezonde voedselhypes van de laatste jaren doen vermoeden dat mensen minder vlees eten, is er geen trend naar vegetarisch. Het percentage vegetariërs blijft hardnekkig steken op drie procent en volgens cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving blijft 87 procent van de volwassenen vaker dan drie keer per week vlees eten.
De gemiddelde westerling eet twee keer zo veel vlees als gezond wordt geacht, in de Verenigde Staten is dat bijna drie keer zo veel
Volksgezondheid
Toch zijn er volgens de schrijvers overtuigende argumenten voor een ander dieet die zelfs de meest vastgeroeste vleeseters kunnen overtuigen. Een verandering in de eetpatronen zou meteen een kwart van de kloof kunnen dichten tussen klimaatambitie en werkelijke uitstoot. Bovendien heeft zo'n dieetverandering erg grote voordelen voor de volksgezondheid. Teveel rood vlees en bewerkt vlees verhoogt de kans op kanker, waarschuwde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onlangs nog.
"Een vermindering van de vleesconsumptie is een echte win-win voor zowel de volksgezondheid als de strijd tegen de klimaatverandering", zegt auteur Laura Wellesley. Uit enquêtes van Chatham House in twaalf landen en focusgroepen in Brazilië, China, Groot-Brittannië en de VS, blijkt dat consumenten best bereid zijn te veranderen. Als consumenten zich eenmaal bewust zijn van het verband tussen vleesconsumptie en de klimaatverandering, accepteren ze de noodzaak van verandering. Zelfs onpopulaire maatregelen zoals een CO2-belasting op vlees krijgen minder weerstand als de bevolking de redenering achter dergelijke maatregelen begrijpt.
Onpopulaire maatregelen als CO2-belasting op vlees krijgen minder weerstand als de bevolking de reden begrijpt
De auteurs pleiten daarom voor bewustwordingscampagnes. Tegelijk moeten regeringen inzetten op een brede strategie om het eetpatroon te veranderen, inclusief het gebruik van CO2-labels, wetgeving en belasting. "Bewust maken over de impact van vleesconsumptie op het klimaat en de gezondheid is een belangrijke eerste stap, maar het zal op zich niet tot een belangrijke gedragsverandering leiden", zegt Wellesley. "Regeringen moeten meer doen om eetpatronen te beïnvloeden."
[[{“fid”:”40258″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro”,”title”:”Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro”,”style”:”width: 581px; height: 69px;”,”class”:”file-default media-element”}}]]