Het Internationale Jaar van de Peulvrucht is ten einde, maar weet jij inmiddels het verschil tussen een boon en een peulvrucht? Wat is er nou eigenlijk zo duurzaam aan bonen? En hoe komt de boon aan haar slechte imago? Niemand minder dan Joke Boon schreef er een heel kookboek over vol.
Joke Boon
Het jaar 2016 stond helemaal in het teken van de peulvrucht. Mede daarom besloot schrijfster en flexitariër Joke Boon haar peulvruchtavonturen te bundelen in een kookboek. ‘Bonen!’ werd door de Youth Food Movement onlangs uitgeroepen tot het meest duurzame kookboek van 2016. Duurzame kookinspiratie kunnen we altijd wel gebruiken. Het antwoord op tal van wereldproblemen: de peulvrucht.
Door de bonen het bos zien
“Positieve eigenschappen van peulvruchten… alleen maar! Hoe lang heb je?”, begint Joke haar bonenbetoog. “Peulvruchten zijn vooral veelzijdig en heel erg lekker. Die veelzijdigheid voorkomt verveling. Elke boon heeft namelijk haar eigen karakter.” Omdat je soms door de bonen het bos niet meer ziet, legt Joke haarfijn uit waarom een peulvrucht een boon is, maar niet altijd. “Peulvrucht is de verzamelnaam voor bonen, erwten en linzen. Daarnaast kun je nog een indeling maken op basis van voedingswaarden. Zo heb je peulvruchten die onder de groenten vallen zoals sperziebonen, doperwten en taugé (dan moet er vitamine C in zitten), je hebt bonen met een hoog koolhydraatgehalte en bonen met een hoog eiwitgehalte (veelal de bonen die je ook gedroogd kunt krijgen). Heel simpel als je het eenmaal weet.”
Vlees van tafel
Behalve de variatie is het duurzame aspect ook belangrijk voor Joke. “Ik ben opgegroeid als flexitariër en wij aten vroeger vaak peulvruchten. Ik eet en leef nog steeds heel bewust en de peulvrucht past perfect in een duurzame leefstijl. Zo zijn de eiwitten in peulvruchten in combinatie met die van granen even volwaardig als die van vlees. Goede voorbeelden hiervan zie je in de wereldkeuken: rijst met bonen in Mexico of falafel in het Midden-Oosten. Peulvruchten kunnen niet alleen het milieubelastende en bovendien dieronvriendelijke vlees vervangen, maar ook: de teelt van peulvruchten kan lokaal, het verbruikt weinig water en verrijkt de bodem.”
#IYP2016
Of het Internationale Jaar van de Peulvrucht geholpen heeft, weet ze nog niet zeker. “Ik hoorde dat de Nederlandse peulvruchtconsumptie nog steeds dramatisch achterblijft. Er is wel veel in gang gezet, dus ik heb er alle vertrouwen in dat we hier later de vruchten van plukken. Die positieve aandacht moet blijven.” Joke weet waar het slechte imago van de peulvrucht vandaan komt: “Het was echt ‘het vlees der armen’. Bruine bonen vormden het basisvoedsel voor arme mensen, vooral vóór de welvaartsgolf in de jaren zestig. In oude kookboeken kom je daarom ook bijna geen peulvruchten tegen, die werden vooral voor de rijken geschreven.”
In Jokes beleving hebben peulvruchten toch écht alleen maar voordelen: voor het milieu, voor de wereldvoedselverdeling en voor ieders gezondheid. “Ik werk graag met gedroogde bonen en mensen zeggen wel dat ze het lastig vinden dat die eerst moeten weken. Dit kan gewoon overnacht, je hoeft er alleen maar aan te denken van tevoren. Bovendien wordt winderigheid als een nadeel ervaren. Het effect op je darmen verschilt van persoon tot persoon en van boon tot boon. Na drie weken stevig aan de peulvruchten had ik er geen last meer van!”
Bonen!
Bijzonder aan het peulvruchtenboek van Joke is niet alleen de prijs die ze ermee in de wacht sleepte, maar ook dat ze het heeft geschreven terwijl ze geboren is zonder reukzin. “Mijn liefde voor peulvruchten zal hier wel verband mee houden. Bonen hebben namelijk veel structuur en zijn echte smaakdragers, dat compenseert mijn gemis aan geur. Mijn favoriete boon is trouwens de grauwe erwt, een oud bonenras uit Noord-Holland met een knapperig velletje en een heerlijk romige vulling.” Joke noemt haar boek ‘een echte handleiding voor duurzaam koken’. “Twaalf maal twaalf verrassende recepten volgen het ritme van de seizoenen. Sperziebonen in januari mag ook wel eens, hoor. Duurzaam koken moet wel leuk blijven. Dat is net als met diëten: zonder een snoepje af en toe houd je het niet vol.”