“Afgelopen september werden vier activisten uit de Peruaanse jungle vermoord door illegale houthakkers. Het waren mensen die jarenlang hadden gevochten tegen de houtkap in hun leefomgeving. Het verhaal raakte mij persoonlijk, omdat ik dezelfde idealen heb als zij. Bovendien worden er vaker milieuactivisten vermoord in ons land. Toen kort daarna bekend werd dat de overheid voor deze ene keer olieboringen zou toestaan in Amotape, een natuurgebied in het noorden bij de grens met Ecuador, werd het me allemaal even teveel. Ik belde mijn vroegere baas Patricia Majluf, met wie ik bij een duurzaamheidsorganisatie werkte, op en huilde aan de telefoon: ‘Ze maken alles kapot waar wij voor staan’.
Ze maken alles kapot waar wij voor staan
Ansjovis en de kast uitruimen
Ik ben enig kind en opgegroeid met alleen een moeder. Mijn vader was vrij snel na mijn geboorte vertrokken. Omdat mijn moeder weinig geld had begon ik op mijn zestiende te werken als telefoniste. Mensen doorverbinden, boodschappen aannemen. In datzelfde kantoorgebouw zat een hulporganisatie die kinderen milieubewustzijn bijbracht. Tijdens mijn lunchpauzes praatte ik met hen, en werd ik geraakt door waar zij voor stonden. Via deze mensen kwam ik terecht bij het Centra para Sostenibilidad Ambiental (Centrum voor Duurzaamheid). Dat is een universitair onderzoeks- en actieteam dat op een overkoepelende manier naar milieuproblematiek in Peru en de Amazone probeert te kijken.
In het begin deed ik ook daar simpel werk: een kast uitruimen of voor de zoveelste keer de telefoon opnemen. Maar het maakte me niet uit, want ik was onder ontzettend interessante mensen. Zo ontmoette ik biologen die zich bezig hielden met uiteenlopende onderwerpen, die zoveel belangrijker waren dan mijn kleine leven. Visserij was bijvoorbeeld een van hun onderwerpen, zoals de overmatige vangst van ansjovis voor de kust van Peru. Aangezien ansjovis enorm belangrijk is in de voedselketen van onze visrijke Humboldtstroom, wordt het evenwicht rampzalig verstoord door de vangst.
Communiceren van idealen
De baas die ik had bij het CSA, Patricia Majluf, was mijn mentor en mijn surrogaatmoeder. Ze betekende alles voor me. We deden interessante projecten, waarbij we bijvoorbeeld samenwerkten met chefkok Gastón Acurio – de Herman de Blijker van Peru – om ansjovis hip te maken. In plaats van vier ton ansjovis te verwerken tot één ton zalm, kan je immers net zo goed één ton ansjovis eten. We gingen een samenwerking aan met het ministerie en toen zag ik die wereld pas echt van binnen. Ik wil er niet te veel op in gaan om mezelf niet onnodig in gevaar te brengen, maar de dingen hier in Peru gaan er anders aan toe dan in Europa.
Bij het CSA besefte ik me wat het belang van communicatie is. Ik studeerde in die tijd marketing, en mijn vrienden op die opleiding hadden geen idee van de problematiek waarmee mijn organisatie zich bezighield. Tegelijkertijd waren de biologen te veel vakidioten om hun boodschap goed over te brengen. Ik wilde daar iets in gaan betekenen. Mensen moeten uiteindelijk wel begrijpen dat je ook voor hún milieu werkt.
Paternalisme
Anderhalf jaar geleden kwam ik bij het Wereld Natuur Fonds Peru terecht. Ook hier heb ik weer twee vrouwen die mij leiding geven. Nu ik erover nadenk, lijkt het alsof mijn hele leven geregeerd wordt door sterke vrouwen. Mijn oma, mijn moeder, mijn vroegere baas Majluf, en nu deze vrouwen. Door hen ben ik nu in de positie om de idealen van het Wereld Natuur Fonds te communiceren naar het maatschappelijk middenveld. Volgens mij hebben ze mij naar voren geschoven omdat er simpelweg niemand anders voor handen was, maar het is een positie waarin ik geweldig heb kunnen groeien.
Verander het systeem, niet het klimaat
Met het WNF ging ik afgelopen oktober naar Bonn, mijn eerste keer in Europa. Tijdens de klimaatconferentie die daar plaats vond ontmoette ik veel interessante mensen, maar het voelde soms ook een beetje vreemd om bij de vergaderingen te zijn. Ik had vaak het gevoel dat mensen neerbuigend tegen me deden. Datzelfde gevoel had ik tijdens de klimaattop hier in Lima. Je merkt dat je niet langer een persoon bent, maar ook burger van een zogeheten ontwikkelingsland. Het gaat vooral om het gevoel van gelijkwaardigheid. Alsof het schattig is dat ik ook wil meepraten. Voor het eerst besefte ik me wat het betekent wanneer mensen zeggen: ‘Verander het systeem, niet het klimaat’.
Er is geen alternatief
Het grote probleem ligt in de kloof die is ontstaan tussen het officiële verhaal en wat de mensen aan de grond werkelijk ervaren. In Peru zie je dat bijvoorbeeld terugkomen in olieboringen in de Amazone, wat ten koste gaat van het leefgebied van inheemse indianen. Ik weet niet of mijn idealisme de wereld werkelijk kan redden. Maar toen mijn beste vriendin een kind kreeg, waarvan ik de peetmoeder ben, besefte ik me dat hij daadwerkelijk met de gevolgen van onze levensstijl zal moeten leren leven. Het idee dat mensen daadwerkelijk zullen sterven vanwege de manier waarop wij met het milieu omgaan raakt me heel diep. De wetenschap vertelt ons dat we nu moeten veranderen, dus moeten we dat ook doen. Wie dat begrepen heeft moet zijn idealisme vasthouden. Er is geen alternatief.”