In de jaren 60 werden er onder het communistische bewind tientallen ‘bosboerderijen’ – een soort zelfvoorzienende dorps-gemeenschappen – opgericht, met telkens een honderdtal hout-hakkers en hun families, en een paar boeren om hen van voedsel te voorzien. Het leven in Nuanquanhe is overzichtelijk: het dorp telt amper vier straten, waarlangs nette rijen lage houten huisjes zijn gebouwd. Er is één kruidenierszaak – drie rekken in een met krantenpapier behangen woonkamer – en er was een lagere school, maar die werd enkele jaren geleden gesloten. De inwoners leven er volgens het ritme van de seizoenen: ’s zomers zijn ze voortdurend buiten, ’s winters zitten ze binnen bij het vuur.
Pootafdrukken
“De pootafdrukken van de tijgers zijn overal te zien, tot op honderd meter van het dorpje
De eerste resultaten van het natuurproject, waar al jaren aan wordt gewerkt, zijn indrukwekkend. Waren er volgens onderzoekers in 1998 nog maar vier tot zes Siberische tijgers in heel China, in 2017 telde het World Wildlife Fund op basis van cameravallen 27 volwassen tijgers en vijf welpen. In de vallei rond Nuanquanhe zwerven minstens vier tijgers rond, waarvan zeker een wijfje. Hun pootafdrukken zijn overal te zien, tot op honderd meter van het dorpje.
Mens-tijgerconflict
Maar voor de inwoners van Nuanquanhe is het best wennen, leven te midden van de tijgers. De meesten van hen durven niet langer in de bergen te komen, waar ze vroeger hout sprokkelden of bessen gingen plukken. De laatste tijd komt het ook steeds vaker tot ‘mens-tijgerconflicten’, zoals dat in het wetenschappelijk jargon heet. In mei werd net buiten het dorp een hond gedood, en in juli drie schapen. Normaal vallen tijgers geen mensen aan, maar met een jonge of gewonde tijger ben je nooit zeker.
“In mei werd net buiten het dorp een hond gedood, en in juli drie schapen
Maar de grootste aanpassing is natuurlijk dat de inwoners van het nationaal park op termijn zullen moeten verhuizen, omdat er dan te veel tijgers zijn om er als mens nog veilig te wonen. Volgens verschillende bronnen zou een deel van de 70 tot 80 duizend inwoners van het nationaal park als boswachter of opzichter aan de slag kunnen, en in nederzettingen binnen het park kunnen blijven. De rest zou op termijn het nationaal park moeten verlaten.
Een hoop inwoners van Nuanquanhe zijn al vertrokken. Veel van de houthakkers, die door het verbod op de houtkap geen bron van inkomsten meer hebben, zijn naar de stad getrokken om een nieuwe baan te zoeken. Houthakkers die niet uit het dorp weg wilden, konden zich tot boswachter laten omscholen. Als medewerkers van een overheidsbedrijf krijgen zij enige begeleiding. Het lot van de boeren in de streek, die niet in overheidsdienst zijn, is een stuk onzekerder.
Doodbraaf
Die plaatselijke overheid heeft liever niet dat de verhuisplannen uitgebreid worden besproken. Dat blijkt direct als we in Nuanquanhe bij de inwoners rondvragen hoe zij ertegenover staan. Een politieman staat erop ons te vergezellen, zelfs nadat we zijn aanbod meerdere keren hebben afgeslagen. Er ontstaat een kat-en-muisspel, waarbij we de agent een paar keer weten af te schudden, maar hij ons telkens terugvindt, vaak halverwege een interview. In een dorp van vier straten is het moeilijk om ongewenst gezelschap kwijt te raken.
Het is een trieste vertoning, want de inwoners van Nuanquanhe zijn doodbraaf. Sommigen vinden het jammer dat ze hun dorp op termijn moeten verlaten, maar niemand lijkt van plan zich ertegen te verzetten. Het plan voor het nationaal park komt van het hoogste bestuursniveau en wordt gesteund door president Xi Jinping zelf. De tijger wordt zelfs vermeld in het dertiende vijfjarenplan (2016-2020), de ultieme leidraad van de Chinese overheid. Daar valt als gewone burger niets tegen te beginnen.
“Ik snap dat we moeten verhuizen, want wij zijn als mensen een bedreiging voor de tijgers
Gaan of blijven
Ook Jia Chuishuang wil liever niet weg. Hij hoopt dat hij als voedselproducent voor de boswachters een kans maakt om te blijven. Maar hij vreest voor zijn gepensioneerde ouders, die graag hun oude dag in het lieflijke dorpje hadden gesleten. “Ik snap dat we moeten verhuizen, want wij zijn als mensen een bedreiging voor de tijgers”, zegt hij. “Ik hoop alleen dat mijn ouders het niet meer mee hoeven te maken.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand