Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Deze week komen wereldleiders bijeen in Polen om de klimaatdoelen van Parijs
verder uit te werken. En dat is nodig ook, aldus
een VN-onderzoek dat vorige week verscheen. Volgens dat rapport moeten landen hun klimaatinspanningen maar liefst vervijfvoudigen willen we de klimaatopwarming beperken tot 1,5ºC.
Daarom zou in Katowice het inperken van de fossiele brandstoffenproductie op de agenda moeten staan. Dat is niet het geval: de teneur is dat staten zelf met oplossingen moeten komen. Ook minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), die namens Nederland deelneemt aan de top, zou alle olie- en gaswinning in Nederland moeten afbouwen, en niet alleen dat in het aardbevingsgebied. Hij kan hierin een voorbeeld nemen aan Denemarken, Nieuw-Zeeland en Spanje.
“
Ook minister Wiebes zou alle olie- en gaswinning in Nederland moeten afbouwen. Neem een voorbeeld aan Spanje, Denemarken en Nieuw-Zeeland
Fatih Birol, de directievoorzitter van het Internationaal Energieagentschap,
waarschuwde vorige maand dat er geen ruimte is voor nieuwe fossiele infrastructuur binnen de internationale klimaatdoelen. Wetenschappers stellen dat we alleen al met de huidige wereldwijde olie-, gas- en kolenproductie ver voorbij de 1.5ºC opwarming gaan. Als we alle bekende olie, gas en kolen uit de grond zouden halen gaan we zelfs
een opwarming van ongeveer 8ºC tegemoet. In oktober waarschuwde het internationale klimaatpanel IPCC dat een opwarming voorbij 1.5ºC het welzijn, de volksgezondheid en ecosystemen wereldwijd in gevaar brengt. Het voortzetten van de olie- en gasproductie vormt daarmee een bedreiging voor een leefbare toekomst.
Niet genoemd
Tot voor kort werd er nauwelijks gesproken over de noodzaak om de productie van fossiele brandstoffen in te perken. Sterker nog, in het akkoord van Parijs worden ‘fossiele brandstoffen’ niet één keer genoemd. Hier lijkt nu langzamerhand verandering in te komen. Er is
een groeiend aantal landen dat een verbod heeft afgekondigd op het zoeken naar of winnen van olie en gas. Nederland kan internationaal klimaatleiderschap tonen door zich bij deze groep aan te sluiten.
Het afgelopen jaar besloten Frankrijk en Denemarken om, ten behoeve van het klimaat, ofwel
geen vergunningen meer te verlenen voor het zoeken naar olie en gas ofwel de bestaande olie en gasproductie te beëindigen. In Nieuw-Zeeland werd vorige maand
nieuwe wetgeving aangenomen die het zoeken naar olie en gas op zee verbiedt.
In een recent wetsvoorstel van Spanje staan tevens productiebeperkingen. Als het voorstel wordt aangenomen zal Spanje geen nieuwe vergunningen meer verlenen voor olie- en gaswinning. Daarnaast zal het tegen 2050 100 procent hernieuwbare elektriciteit opwekken en de uitstoot met 90 procent hebben verminderd. Dit alles met oog voor een eerlijke transitie. Spanje heeft al 250 miljoen euro beschikbaar gesteld om mijnwerkers te steunen omdat de kolenmijnen worden gesloten.
De bron
Het inperken van de productie van fossiele brandstoffen, naast al bestaand klimaatbeleid, heeft
een aantal voordelen. Ten eerste wordt het klimaatprobleem zo bij de bron aangepakt. De behaalde uitstootvermindering is helder en meetbaar, en omdat het aantal olie- en gasproducenten beperkt is kunnen de administratieve kosten laag worden gehouden. Daarnaast kan langdurige afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, een zogenaamde ‘lock-in’, worden voorkomen.
Bovendien zijn maatregelen om de fossiele brandstoffenproductie te beperken een goede aanvulling op klimaatbeleid dat gericht is op de vraag. Als fossiele brandstoffen beschikbaar blijven is het voor consumenten gewoon moeilijk om over te stappen op duurzame alternatieven. Aanbod schept nu eenmaal ook vraag. Een verlaging in productie, daarentegen, leidt tot hogere olie- en gasprijzen wat beurtelings de vraag doet inzakken.
Het argument dat het beperken van de Nederlandse gasproductie leidt tot verhoogde import is mede om deze reden ontoereikend. Zoals Evert Hassink, campagneleider van Milieudefensie,
al eerder op OneWorld betoogde: elke kubieke meter gas die in de grond wordt gehouden is er één. Bovendien vergroot het verlagen van de productie in Nederland de noodzaak om vaart te maken met beleid dat het verbruik van olie en gas inperkt. De symboliek speelt ook een belangrijke rol: waarom zouden Nederlanders van het gas afgaan als ze in hun achtertuin nieuwe boortorens zien verschijnen?
Oók in Nederland
Het inperken van de productie van fossiele brandstoffen biedt kansen om op klimaattoppen zoals die van deze week in Polen coalities te bouwen voor dit soort beleid. Minister Wiebes heeft eerder aangegeven niet langer nieuwe vergunningen te verlenen voor het zoeken naar gas op land en tegen 2050 is het de bedoeling dat alle Nederlandse woningen van het gas af zijn. Na het besluit om de gaswinning in Groningen te beëindigen, heeft de Nederlandse overheid een kans om leiderschap te tonen door ook de olie- en gaswinning verspreid door het land en op zee af te bouwen, óók in de veertien gasvelden in Groningen, Drenthe en Friesland.
Om de internationale klimaatdoelen te halen moeten we uiteindelijk helemaal af van olie en gas. Een helder plan voor het volledig afbouwen van de olie- en gasproductie in Nederland, te beginnen bij een verbod op het zoeken naar nieuwe velden, zorgt ervoor dat dit op een geleidelijke manier gebeurt. Als Wiebes dit voor elkaar krijgt, heeft Nederland de kans om zich aan te sluiten bij een coalitie voor productiebeperkingen en internationaal een voortrekkersrol te spelen door het klimaatprobleem niet alleen aan te pakken bij de vraag, maar ook bij de bron.
Harro van Asselt is professor aan de Universiteit van Oost-Finland (hoofdauteur)
Laurie van der Burg is onderzoeker klimaat & energie bij Milieudefensie